Art. 19. In Abweichung von Artikel 18 kann ein Personalmitglied, das für die gesamte Dauer des Schuljahres oder des akademischen Jahres benannt oder eingestellt wurde und das wegen Krankheit oder Gebrechlichkeit seinen Dienst unterbrechen muss, für das betreffende Jahr achtzehn Arbeitstage als bezahlten Urlaub in Anspruch nehmen, wenn die Anwendung von Artikel 18 in seinem Fall weniger günstig ist.
Art. 19. In afwijking van artikel 18, kan het personeelslid dat aangesteld of geworven is voor heel de duur van het school- of academiejaar en dat zijn dienst moet onderbreken wegens ziekte of gebrekkigheid, voor het betrokken jaar aanspraak maken op achttien werkdagen bezoldigd verlof wanneer de toepassing van artikel 18 hem minder gunstig is.