Zum Zwecke der Bewertung anschließender wesentlicher Kapazitätsänderungen berücksichtigen die Mitgliedstaaten diese installierte Kapazität des Anlagenteils nach der wesentlichen Kapazitätsverringerung als installierte Anfangskapazität des Anlagenteils.
Deze geïnstalleerde capaciteit van de subinstallatie na de aanzienlijke capaciteitsvermindering wordt door de lidstaten als de aanvankelijk geïnstalleerde capaciteit van de subinstallatie aangemerkt bij de beoordeling van eventuele latere aanzienlijke capaciteitswijzigingen.