unterstreicht, dass in den Fällen, in denen die EU-Organe der Ansicht sind, dass die von den Verwaltungen der Mitgliedstaaten und der Gemeinschaft sowie von den internen und externen Rechnungsprüfern vorgenommene Evaluierung durch eine externe Evaluierung ergänzt werden muss, die Evaluierungsstelle aufgrund ihrer Kompetenz und Unabhängigkeit in Bezug auf das zu bewertende Programm oder die zu bewertenden Maßnahmen ausgewählt werden muss;
onderstreept dat in gevallen waarin de Europese instellingen van mening zijn dat de evaluatie die wordt bevorderd door de nationale en communautaire administratie en bovendien door de interne en externe auditors moet worden aangevuld door een externe evaluatie; de evaluerende instelling moet worden geselecteerd op grond van haar competentie en onafhankelijkheid van het programma of de acties die geëvalueerd moeten worden;