Traduction de «bevölkerung in portugal » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

anwesende Bevölkerung | De-facto-Bevölkerung | ortsanwesende Bevölkerung | tatsächliche Bevölkerung
de facto bevolking

Überalterung der Bevölkerung [ Alterung der Bevölkerung | Demografische Alterung ]
vergrijzing van de bevolking [ demografische vergrijzing | grijze druk | vergrijzing ]

geografische Verteilung der Bevölkerung [ geographische Verteilung der Bevölkerung ]
geografische spreiding van de bevolking

Zivilschutz [ Schutz der Bevölkerung | zivile Verteidigung | Zivilverteidigung ]
burgerbescherming [ bescherming van de burgerbevolking | burgerverdediging | civiele verdediging | veiligheid van de burger ]

ansässige Bevölkerung | sesshafte Bevölkerung
sedentaire bevolking

vom Wald abhängige Bevölkerung | vom Waldökosystem abhängige Bevölkerung
van het bos afhankelijke bevolkingsgroep

Bevölkerung von Rechts wegen
rechtsbevolking

Stichprobe aus der Bevölkerung
steekproef van de bevolking

Direktion der Wahlangelegenheiten und der Bevölkerung
Directie Verkiezingen en Bevolking

Population | 1.Fortpflanzungsgemeinschaft 2. Bevölkerung
populatie | bevolking

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Der Prozentsatz schwankt je nach Land und sozialer Gruppe: 99% der Luxemburger/innen, 93% der Bevölkerung Lettlands und Maltas sowie 90% der Litauer/innen beherrschen mindestens eine Fremdsprache, wohingegen die überwiegende Mehrheit der Bevölkerung in Ungarn (71%), im Vereinigten Königreich (70%), in Spanien, Italien und Portugal (jeweils 64%) lediglich ihre Muttersprache spricht.
De percentages variëren tussen landen en sociale groepen: 99% van de Luxemburgers, 93% van de Letten en de Maltezen en 90% van de Litouwers kennen ten minste één vreemde taal, terwijl een grote meerderheid in Hongarije (71%), het Verenigd Koninkrijk (70%), Spanje, Italië en Portugal (elk 64%) alleen de moedertaal beheerst.

Zu den Mitgliedstaaten, in denen sich das Armutsrisiko für die Bevölkerung im erwerbsfähigen Alter zwischen 2012 und 2013 an stärksten erhöht hat, zählen Griechenland, Zypern, Litauen, Luxemburg, Malta, Portugal und Rumänien. Von 2011 auf 2012 war die stärkste Zunahme in Griechenland, Portugal, Kroatien und Spanien zu beobachten.
De lidstaten met de grootste stijging van het percentage van de bevolking in de beroepsgeschikte leeftijd met armoederisico tussen 2012 en 2013 zijn Griekenland, Cyprus, Litouwen, Luxemburg, Malta, Portugal en Roemenië, terwijl de sterkste stijging tussen 2011 en 2012 te zien was in Griekenland, Portugal, Kroatië en Spanje.

Andere Aspekte hingegen machen das Wirtschaftspotenzial eines erweiterten Europa deutlich: die Beitrittsländer weisen im Allgemeinen ein stärkeres Wirtschaftswachstum auf als die derzeitige Union und werden insgesamt dazu beitragen, den durchschnittlichen Bildungsstand in der Union zu heben, da sich die Bevölkerung mit niedrigem Bildungsstand neben anderen Gegenden weiterhin in bestimmten Regionen Südeuropas konzentriert (Portugal, Spanien, Italien und Griechenland).
Andere factoren duiden daarentegen op het economische potentieel van een uitgebreide EU: de kandidaat-lidstaten hebben over het algemeen een hoger tempo van economische groei gekend dan de huidige lidstaten en globaal genomen zal hun toetreding het gemiddelde onderwijsniveau in de Unie helpen verhogen, terwijl concentraties van laagopgeleiden zullen blijven bestaan in onder meer bepaalde regio's van Zuid-Europa (Portugal, Spanje, Italië en Griekenland).

In der EU hatten im Jahr 2001 64% der Bevölkerung im erwerbsfähigen Alter einen Arbeitsplatz. 2001 wurden in Dänemark, den Niederlanden, Portugal, Schweden und im Vereinigten Königreich Beschäftigungsquoten von mehr als 70 % verzeichnet, während die Beschäftigungsquoten in Italien und Griechenland weit unter 60 % lagen (Karte3-Beschäftigungsquote, 2001).
In 2001 had 64% van de bevolking in de werkende leeftijd in de Europese Unie een baan. Cijfers van meer dan 70% waren te vinden in Denemarken, Nederland, Portugal, Zweden en het Verenigd Koninkrijk, terwijl de arbeidsparticipatie in Italië en Griekenland ver onder de 60% lag (kaart 3: arbeidsparticipatie, 2001).

Daten aus dem Haushaltspanel der Europäischen Gemeinschaft (ECHP) 1997 über Personen, die in dauernder Armut leben, das heißt, Menschen, die seit drei oder mehr Jahren in Haushalten mit einem Äquivalenzeinkommen von unter 60 % des nationalen Medianwertes leben, belegen, dass 15 % der Bevölkerung in Portugal, 11 % in Irland, Frankreich und Griechenland sowie 10 % im Vereinigten Königreich mit diesem Problem konfrontiert sind (Tabelle 7).
De gegevens van het ECHP van 1997 over personen die voortdurend in armoede leven, oftewel mensen die al drie jaar of langer deel uitmaken van een huishouden dat van minder dan 60% van het nationale gelijkgestelde gemiddelde inkomen probeert rond te komen, geven aan dat dit met name een probleem is bij 15% van de bevolking in Portugal, 11% in Ierland, Frankrijk en Griekenland, en 10% in het Verenigd Koninkrijk (tabel 7).

Die Bevölkerung mit niedrigem Bildungsniveau ist weiterhin im Süden der Union (Portugal, Spanien, Italien und Griechenland), Irland und in einem neuen Gebiet konzentriert, das Nord-Pas-de-Calais und die Picardie in Frankreich sowie den Hennegau und Lüttich in Belgien umfasst [5].
De meeste mensen met een laag opleidingsniveau wonen nog steeds in het zuiden van de Unie (Portugal, Spanje, Italië en Griekenland), in Ierland, in een klein gebied gelegen tussen Nord-Pas-de-Calais en Picardië in Frankrijk, maar ook in Henegouwen en Luik in België [5].