Daraus ist zu schlussfolgern, dass der Gesetzgeber unter anderem beabsichtigte, Deutlichkeit über das Statut der Ehepartner von Betriebsleitern von Gesellschaften und juristischen Personen zu schaffen, in dem Sinne, dass zwischen einerseits den Ehepartnern von Betriebsleitern und andererseits der Gesellschaft oder der juristischen Person, in der die Betriebsleiter tätig sind, im Prinzip kein Rechtsverhältnis besteht, es sei denn, dieses Verhältnis wäre geschaffen worden, beispielsweise in Form eines Arbeitsvertrags, eines Mandats oder durch den Beitritt zum Gesellschaftsvertrag.
Daaruit volgt dat de wetgever onder meer tot doel had duidelijkheid te scheppen over het statuut van de echtgenoten van bedrijfsleiders van vennootschappen en rechtspersonen, in die zin dat er tussen, enerzijds, de echtgenoten van bedrijfsleiders en, anderzijds, de vennootschap of de rechtspersoon waarin die bedrijfsleiders actief zijn, in beginsel geen juridische relatie bestaat, tenzij die relatie zou worden gecreëerd, bijvoorbeeld in de vorm van een arbeidsovereenkomst, een lastgeving of door toetreding tot het vennootschapscontract.
