Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "betriebsleiter oder unternehmenschef wird wohl " (Duits → Nederlands) :

Eine Entschädigung für Planschäden wird gewährt, wenn eine Parzelle auf der Grundlage eines in Kraft getretenen räumlichen Ausführungsplans nicht mehr in Frage kommt für eine in Artikel 4.2.1 Nr. 1 erwähnte Baugenehmigung oder eine Parzellierungsgenehmigung, während sie am Tag vor dem Inkrafttreten dieses endgültigen Plans wohl für eine Bau- oder Parzellierungsgenehmigung in Frage kam.

Planschadevergoeding wordt toegekend wanneer, op basis van een in werking getreden ruimtelijk uitvoeringsplan, een perceel niet meer in aanmerking komt voor een vergunning om te bouwen, vermeld in artikel 4.2.1, 1°, of te verkavelen, terwijl het de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van dat definitieve plan wel in aanmerking kwam voor een vergunning om te bouwen of te verkavelen.


In der Erwägung, dass der Gemeinderat von Chaumont-Gistoux unterstreicht, dass nach den verfügbaren Informationen eine Sicherheit, dass in dieser Gemeinde niemals mehr eine weitere Deponie eingerichtet wird, nicht besteht; dass theoretisch die Gefahr sehr wohl besteht, dass das Gelände eines Tages zur Eintragung in den Plan der technischen Vergrabungszentren vorgeschlagen wird, oder ...[+++]

Overwegende dat het gemeentecollege van Chaumont-Gistoux benadrukt dat de zekerheid dat er nooit meer een stort gevestigd zal worden in Chaumont-Gistoux volgens de beschikbare informatie onbestaande is; dat het risico theoretisch wel bestaat dat de locatie ooit voorgesteld wordt voor de opneming van een technisch ingravingscentrum of dat ze uitgebaat wordt als ingravingscentrum voor het exclusieve gebruik van de oorspronkelijke afvalstoffenproducent, zoals aangetoond in het ontwerp ingediend in 2000; dat de voorafgaandelijke voorwaa ...[+++]


« Verstößt Artikel 10 Absatz 3 des Gesetzes vom 22. März 2001 zur Einführung einer Einkommensgarantie für Betagte gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er bestimmt, dass Absatz 1 desselben Artikels, der besagt, dass, wenn der Betreffende und/oder die Personen, mit denen er denselben Hauptwohnort teilt, (im Laufe des Zeitraums von zehn Jahren, der dem Datum, an dem der Beschluss wirksam wird, vorausgeht) bewegliche oder unbewegliche Güter unentgeltlich oder entgeltlich abgetreten haben, ein Einkommen als Existenzmittel in ...[+++]

« Schendt artikel 10, derde lid van de Wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door te bepalen dat het eerste lid van hetzelfde artikel, dat stelt dat wanneer de betrokkene en/of de personen waarmee hij dezelfde hoofdverblijfplaats deelt roerende of onroerende goederen om niet of onder bezwarende titel hebben afgestaan (in de loop van de tien jaren die voorafgaan aan de datum waarop de aanvraag uitwerking heeft) een inkomen als bestaansmiddel in rekening wordt gebracht, niet van ...[+++]


2. Verstoßen die Artikel 479, 483 und 503bis des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem sie vorsehen, dass nach Ablauf einer Untersuchung, die den darin erwähnten Magistraten und ihren Mittätern und Komplizen gegenüber geführt wird, der Generalprokurator allein und ohne die Beteiligung der Anklagekammer über die dem Verfahren zu leistenden Folge entscheidet, wobei somit den genannten Magistraten, Mittätern und Komplizen der Vorteil jener Regel versagt wird, wonach jede Untersuchung zu einer Beurteilung der Belastungstatsachen durch ein Untersuchungsgericht führt (Regelung des Verfahrens), während für d ...[+++]

2. Schenden de artikelen 479, 483 en 503bis van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij bepalen dat, na afloop van een onderzoek dat is gevoerd ten aanzien van de daarin beoogde magistraten en hun mededaders en medeplichtigen, enkel de procureur-generaal, zonder optreden van de kamer van inbeschuldigingstelling, beslist over het gevolg dat moet worden gegeven aan de procedure, waardoor die magistraten, mededaders en medeplichtigen het voordeel wordt ontzegd van de regel op grond waarvan elk ...[+++]


Der Gerichtshof wird zur Vereinbarkeit von Artikel 10 des Gesetzes vom 22. März 2001 mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung befragt, insofern er in seinem Absatz 3 bestimme, dass Artikel 10 Absatz 1 des in Rede stehenden Gesetzes nicht anwendbar sei « auf den Erlös aus der Abtretung des Wohnhauses des Betreffenden und/oder der Personen, mit denen er denselben Hauptwohnort teilt, wenn der Betreffende oder diese Personen kein anderes bebautes unbewegliches Gut besitzen », während Artikel 10 Absatz 1 ...[+++]

Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van artikel 10 van de wet van 22 maart 2001 met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het bepaalt, in het derde lid ervan, dat artikel 10, eerste lid, van de in het geding zijnde wet niet van toepassing is « op de opbrengst van de afstand van het woonhuis van de betrokkene en/of van de personen waarmee hij dezelfde hoofdverblijfplaats deelt die geen ander bebouwd onroerend goed bezit of bezitten », terwijl artikel 10, eerste lid, wel wordt toegepast « indien de betrokkene en/of de personen waarmee hij dezelfde hoofdverblijfplaats deelt ...[+++]


Im Gegensatz zu der vorerwähnten Bestimmung oder Artikel 207quater des Registrierungsgesetzbuches, wonach die gesamtschuldnerische Haftung für die Verpflichtung zur Zahlung der hinterzogenen Steuer auf die als Täter oder Komplize eines Verstoßes gegen eines dieser Gesetzbücher verurteilte Person begrenzt wird, werden durch den fraglichen Artikel 203 Absatz 1 ohne vernünftige Rechtfertigung zwei Kategorien von Personen, die einen wesentlichen Unterschied aufweisen, identisch behandelt, wobei die erste Kategorie weder verfolgt, noch ver ...[+++]

In tegenstelling tot de voormelde bepaling of artikel 207quater van het Wetboek der registratierechten, die de hoofdelijkheid van de verschuldigdheid van de ontdoken belasting beperken tot de als dader of medeplichtige van een inbreuk op een van die Wetboeken veroordeelde persoon, behandelt het in het geding zijnde artikel 203, eerste lid, zonder redelijke verantwoording en op identieke wijze twee categorieën van personen die wezenlijk verschillend zijn, waarbij de eerste categorie niet is vervolgd, noch veroordeeld wegens een strafrechtelijk misdrijf, en de tweede wel.


Obwohl der Berater für Sicherheit und Schutz des Privatlebens statutarisch nicht unabhängig von der Polizeizone oder der Direktion ist, in der er seine Aufgaben ausführt, besitzt er bei der Erfüllung dieser Aufgaben im Übrigen wohl eine gesetzlich gewährleistete Unabhängigkeit (Artikel 44/3 § 1 Absatz 7 erster Satz des Gesetzes über das Polizeiamt), die verhindert, dass seine Beschäftigung beendet wird aus Gründen, die mit der unabhängigen Ausübung der ...[+++]

Ofschoon de consulent voor de veiligheid en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer statutair niet onafhankelijk is van de politiezone of van de directie waarin hij zijn taken uitoefent, beschikt hij bij de uitoefening van die taken overigens wel over een wettelijk gewaarborgde onafhankelijkheid (artikel 44/3, § 1, zevende lid, eerste zin, van de wet op het politieambt), die verhindert dat aan zijn tewerkstelling een einde wordt gemaakt om redenen die verband houden met de onafhankelijke uitoefening van de hem door de bestreden ...[+++]


Der Verfassungsgerichtshof, zusammengesetzt aus den Präsidenten A. Alen und J. Spreutels, und den Richtern E. De Groot, L. Lavrysen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul und T. Giet, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten A. Alen, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 8. Dezember 2014 in Sachen der « Untill » PGmbH gegen den belgischen Staat, dessen Ausfertigung am 23. Dezember 2014 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Antwerpen, Abteilung Antwerpen, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 198 § 1 Nr. 10 des EStGB 1992 in Verbindung mit Artikel 307 § 1 Absatz ...[+++]

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul en T. Giet, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 8 december 2014 in zake de bvba « Untill » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 23 december 2014, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 198, § ...[+++]


Der Verfassungsgerichtshof, beschränkte Kammer, zusammengesetzt aus dem Präsidenten J. Spreutels und den referierenden Richtern P. Nihoul und E. Derycke, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 26. Oktober 2015 in Sachen der « Nationale Gesellschaft der Belgischen Eisenbahnen » AG (NGBE) gegen Olivier Baerts, dessen Ausfertigung am 3. November 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Friedensrichter von Virton-Florenville-Etalle, Sitz Virton, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstoßen die Verordnungsbestimmungen zur Regelung der allgemeinen Geschäftsbedingungen der Beförderungsver ...[+++]

Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter J. Spreutels en de rechters P. Nihoul en E. Derycke, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 26 oktober 2015 in zake de nv « Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen » (NMBS) tegen Olivier Baerts, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 november 2015, heeft de Vrederechter van Virton-Florenville-Etalle, zetel Virton, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de reglementaire bepalingen tot regeling van de algemene verk ...[+++]


Dies setzt voraus, dass der Betriebsleiter oder Ausbilder nicht durch einen entsprechend den in Artikel 10 und Artikel 11 des vorliegenden Erlasses aufgeführten Bedingungen vom IAWM anerkannten Betriebsleiter oder Ausbilder ersetzt wird.

Dit veronderstelt dat het ondernemingshoofd of de opleider niet wordt vervangen door een ondernemingshoofd of een opleider die overeenkomstig de in de artikelen 10 en 11 van het onderhavige besluit vermelde voorwaarden door het IAWM wordt erkend.


w