(3a) Die Mitgliedstaaten können Fahrzeuge, die im Verkehr aus und nach Drittländern betrieben werden oder betrieben werden sollen und die auf einem Netz fahren, dessen Spurweite sich vom Haupteisenbahnnetz der Union unterscheidet, von der Anwendung von Artikel 31 Absatz 5 ausnehmen.
(3 bis) De lidstaten kunnen voertuigen die worden geëxploiteerd of bestemd zijn om te worden geëxploiteerd vanuit of naar derde landen op een spoornet waarvan de spoorbreedte verschillend is van die van het hoofdspoorwegnet van de Unie, uitsluiten van de toepassing van artikel 31, lid 5.