Vertaling van "betreffenden anstalten " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

im betreffenden Fall
in het gegeven geval

Anstalten des öffentlichen Rechts | öffentliche Einrichtungen
openbare instellingen

die Grenznähe, Insel- oder Randlage der betreffenden Gebietsteile oder Gebiete
grensoverschrijdend, insulair of perifeer karakter van de betrokken zones of regio's

Kosten von Umschliessungen, die für Zollzwecke als Einheit mit den betreffenden Waren angesehen werden
kosten van verpakkingsmiddelen die voor douanedoeleinden worden geacht met de goederen één geheel te vormen

Verband psychiatrischer Anstalten und Dienste
samenwerkingsverband van psychiatrische instellingen en diensten

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Wenn dies den betreffenden gemeinnützigen Einrichtungen und sonstigen Anstalten und Einrichtungen gestattet worden ist, müssen sie zusätzlich zur Einhaltung der Verpflichtungen gemäß Artikel 83 Absatz 1 der vorliegenden Verordnung eine Finanzbuchführung für die betreffende Maßnahme erstellen.“
Naast de verbintenissen uit hoofde van artikel 83, lid 1, voeren de betrokken liefdadigheidsorganisaties en -instellingen, wanneer zij die toestemming hebben gekregen, een financiële boekhouding voor de actie in kwestie".

22. verurteilt die Verfolgung von Menschenrechtsaktivisten in Usbekistan und Turkmenistan; fordert den Rat und die Kommission auf, sich nach Kräften dafür einzusetzen, deren Tätigkeit und körperliche Unversehrtheit zu schützen, und fordert die betreffenden Regierungen auf, alle aus politischen Gründen inhaftierten oder in psychiatrischen Anstalten festgehaltenen Menschenrechtsaktivisten unverzüglich freizulassen;
22. veroordeelt de vervolging van mensenrechtenactivisten in Oezbekistan en Turkmenistan; dringt er bij de Raad en de Commissie op aan alles te doen om hun activiteiten en fysieke integriteit te beschermen, en roept de betreffende regeringen op onmiddellijk alle mensenrechtenactivisten die gevangen zitten of gedwongen worden vastgehouden in psychiatrische inrichtingen om politieke redenen, vrij te laten;

22. verurteilt die Verfolgung von Menschenrechtsaktivisten in Usbekistan und Turkmenistan; fordert den Rat und die Kommission auf, sich nach Kräften dafür einzusetzen, deren Tätigkeit und körperliche Unversehrtheit zu schützen, und fordert die betreffenden Regierungen auf, alle aus politischen Gründen inhaftierten oder in psychiatrischen Anstalten festgehaltenen Menschenrechtsaktivisten unverzüglich freizulassen;
22. veroordeelt de vervolging van mensenrechtenactivisten in Oezbekistan en Turkmenistan; dringt er bij de Raad en de Commissie op aan alles te doen om hun activiteiten en fysieke integriteit te beschermen, en roept de betreffende regeringen op onmiddellijk alle mensenrechtenactivisten die gevangen zitten of gedwongen worden vastgehouden in psychiatrische inrichtingen en/of om politieke redenen vrij te laten;

Das angefochtene Dekret verstosse gegen die Regelung der Zuständigkeitsverteilung von Artikel 5 § 1 I Nr. 1 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen, da - erster Teil - das Dekret als Grundgesetzgebung mit finanziellen Auswirkungen für die betreffenden Anstalten zu betrachten sei und es somit gegen die Ausnahme von Buchstabe a) von Artikel 5 § 1 I Nr. 1 verstosse, da - zweiter Teil - das Dekret den betreffenden Anstalten zusätzliche finanzielle Lasten auferlege und es somit gegen die Ausnahme von Buchstabe b) von Artikel 5 § 1 I Nr. 1 verstosse und da - dritter Teil - das Dekret eine als zusätzlich bezeichnete Anerkennungsnorm auferlege in einem Bereich, der zum föderalen Zuständigkeitsbereich gehöre, so dass die zu Unrecht als zusätzlich bezeichnete Anerkennungsnorm gegen die nationalen Anerkennungsnormen oder andere, zum föderalen Zuständigkeitsbereich gehörende Regeln verstossen könne oder sich mit diesen überschneiden könne, so dass die Ausnahmeregelung von Buchstabe f) von Artikel 5 § 1 I Nr. 1 verletzt werde.
Het aangevochten decreet schendt de bevoegdheidsregeling van artikel 5, § 1, I, 1°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen omdat, eerste onderdeel, het aangevochten decreet moet worden beschouwd als organieke wetgeving met financiële gevolgen voor de betrokken instellingen en het zodoende de uitzondering van littera a) van artikel 5, § 1, I, 1°, schendt, omdat, tweede onderdeel, het decreet bijkomende financiële lasten oplegt aan de betrokken instellingen en het zodoende de uitzondering van littera b) van artikel 5, § 1, I, 1°, schendt, en omdat, derde onderdeel, het decreet een als aanvullend voorgestelde erkenningsnorm oplegt op een terrein dat behoort tot de federale bevoegdheid zodat de ten onrechte als aanvullend voorgestelde erkenningsnorm de nationale erkenningsnormen of andere regelen die tot de federale bevoegdheid behoren, kan schenden of overlappen, waardoor de uitzonderingsregeling van littera f) van artikel 5, § 1, I, 1°, geschonden is.

Ohne dass über die Anwendbarkeit von Artikel 92ter Absatz 1 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zu entscheiden ist, in Ermangelung der durch diese Bestimmung, in fine, vorgeschriebenen, durch den König erfolgten Bestimmung der föderalen Anstalten und Einrichtungen, in denen die Vertretung der Gemeinschaften und Regionen durch einen im Ministerrat beratenen königlichen Erlass, der nach erteilter Zustimmung der zuständigen Regierungen ergeht, geregelt werden muss, genügt der Hinweis darauf, dass diese Bestimmung in das Sondergesetz vom 8. August 1980 eingefügt worden sei, damit eine obligatorische Teilnahme der Gemeinschaften und Regionen an den betreffenden Einrichtungen organisiert wird, nicht aber mit dem Ziel, fakultative Teilnahmeverfahren zur Anwendung zu bringen.
Zonder dat uitspraak moet worden gedaan over de toepasselijkheid van artikel 92ter, eerste lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980, bij ontstentenis van de door die bepaling, in fine, vereiste aanwijzing, door de Koning, van de federale instellingen en organen binnen welke de vertegenwoordiging van de gemeenschappen en de gewesten moet worden geregeld bij in Ministerraad overlegd koninklijk besluit, genomen na akkoord van de bevoegde regeringen, volstaat het op te merken dat die bepaling in de bijzondere wet van 8 augustus 1980 werd ingevoegd om een verplichte deelname van de gemeenschappen en de gewesten aan de betrokken organen te organiseren, en niet om de facultatieve deelnameprocédés in werking te stellen.

Dieses Argument entbehrt der rechtlichen Grundlage, denn das Bemühen, die Eigenart der Lehranstalt zu gewährleisten, kann niemals so weit reichen, dass die Gleichheit, die die Personalmitglieder kraft Artikel 24 § 4 der Verfassung beanspruchen können, missachtet wird; ausserdem wirkt sich die Ausarbeitung von Fähigkeitserfordernissen auf die Gleichwertigkeit der durch die betreffenden Lehranstalten ausgestellten Diplome aus, die nur dann erreicht werden kann, wenn der von diesen Anstalten in vergleichbaren Studienbereichen erteilte Unterricht gleichwertig ist, wobei die letztgenannte Gleichwertigkeit insbesondere von den dem Lehrpersonal auferlegten Fähigkeitserfordernissen abhängig ist.
Dat argument faalt naar recht : de zorg om de eigenheid van de schoolinstelling te vrijwaren kan nooit zo ver reiken dat voorbijgegaan wordt aan de gelijkheid waarop de personeelsleden krachtens artikel 24, § 4, van de Grondwet aanspraak hebben; bovendien is het uitwerken van bekwaamheidsvereisten niet zonder gevolg op de gelijkwaardigheid van de door de betrokken onderwijsinstellingen uitgereikte diploma's, welke gelijkwaardigheid maar kan worden bereikt wanneer het door die instellingen op vergelijkbare studiegebieden verstrekte onderwijs evenwaardig is, welke evenwaardigheid mede van de aan het onderwijzend personeel opgelegde bekwaamheidsvereisten afhangt.

Die präjudizielle Frage zielt darauf ab, vom Hof zu erfahren, ob der in Artikel 3 2 des Gesetzes vom 29. Mai 1959 zur Abänderung gewisser Bestimmungen der Unterrichtsgesetzgebung gemachte Unterschied zwischen Anstalten für Vollzeitsekundarunterricht je nachdem, ob sie einen der in dieser Gesetzesbestimmung genannten Charaktere aufweisen oder nicht, mit der in Artikel 24 der Verfassung verankerten Gleichheit der Lehranstalten vereinbar ist oder nicht, soweit diese Charaktere bei den im betreffenden Rationalisierungsplan festgelegten Bedingungen für die Aufrechterhaltung der Bezuschussung berücksichtigt werden.
De prejudiciële vraag strekt ertoe van het Hof te vernemen of het onderscheid dat in artikel 3, 2, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving wordt gemaakt tussen instellingen van het secundair onderwijs met volledig leerplan al naar zij al dan niet één van de in die wetsbepaling bedoelde karakters hebben, met de in artikel 24 van de Grondwet neergelegde gelijkheid tussen onderwijsinstellingen al dan niet bestaanbaar is, in zoverre die karakters betrokken worden op de in het desbetreffende rationalisatieplan gestelde voorwaarden van behoud in de toelageregeling.