(b) Die zuständigen Behörden am Versandort und am Bestimmungsort dürfen einer Verbringung von zur vorläufigen Verwertung oder Beseitigung bestimmten Abfällen nur dann zustimmen, wenn nach Artikel 11 oder 12 keine Gründe gegen die Verbringung von Abfällen zu den Anlagen, in denen die nachfolgende vorläufige oder nicht-vorläufige Verwertung oder Beseitigung erfolgen soll, vorliegen.
(b) De bevoegde autoriteiten van verzending en van bestemming kunnen alleen dan toestemming geven voor een transport dat bestemd is voor een voorlopige nuttige toepassing of verwijdering, wanneer er geen gronden voor bezwaar zijn in de zin van de artikelen 11 of 12 voor het transport naar de inrichting waar de daaropvolgende al dan niet voorlopige nuttige toepassing of verwijdering zal plaatsvinden.