(2) Die Prüfung eines Motortyps oder einer Motorenfamilie zur Bestimmung, ob die in dieser Verordnung festgelegten Emissionsgrenzwerte eingehalten werden, erfolgt, je nach deren jeweiliger Eignung, unter Nutzung der folgenden Bezugskraftstoffe oder Mischungen dieser Kraftstoffe:
2. Het testen van een motortype of motorfamilie om na te gaan of het voldoet aan de emissiegrenswaarden die bij deze verordening zijn vastgesteld wordt uitgevoerd door gebruik te maken van de volgende referentiebrandstoffen of brandstofcombinaties, naar gelang het geval: