Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «bestimmte in rede stehende artikel » (Allemand → Néerlandais) :

Durch diese Bestimmung wird die Verjährungsfrist auf fünf Jahre angehoben, nicht nur für Personen, die unrechtmäßig ausgezahlte Beträge « infolge betrügerischer Machenschaften oder falscher oder wissentlich unvollständiger Erklärungen » bezogen haben (Artikel 21 § 3 Absatz 3 erster Satz des Gesetzes vom 13. Juni 1966), sondern auf für diejenigen, die unrechtmäßig ausgezahlte Beträge bezogen haben, « weil der Schuldner eine durch Gesetzes- ode ...[+++]

Bij die bepaling wordt de verjaringstermijn op vijf jaar gebracht, niet alleen ten aanzien van de personen die onverschuldigde betalingen hebben verkregen « door bedrieglijke handelingen of door valse of welbewust onvolledige verklaringen » (artikel 21, § 3, derde lid, eerste zin, van de wet van 13 juni 1966), maar ook ten aanzien van diegenen die onverschuldigde bedragen hebben verkregen « wegens het niet afleggen, door de schuldenaar, van een verklaring die is voorgeschreven door een wets- of verordenende bepaling of die volgt uit een vroeger aangegane verbintenis » (in het geding zijnde artikel 21, § 3, d ...[+++]


In der auf den vor dem vorlegenden Richter anhängigen Streitfall anwendbaren Fassung bestimmte der in Rede stehende Artikel 335 § 3 desselben Gesetzbuches:

Zoals het van toepassing was op het voor de verwijzende rechter hangende geschil bepaalde het in het geding zijnde artikel 335, § 3, van hetzelfde Wetboek :


Der in den Vorabentscheidungsfragen in Rede stehende Artikel 37 des Gesetzes über die Kontinuität der Unternehmen ersetzt den vorerwähnten Artikel 44.

Het in de prejudiciële vragen in het geding zijnde artikel 37 van de WCO vervangt het voormelde artikel 44.


Der vorlegende Richter fragt also, ob der in Rede stehende Artikel 38 § 6 des Straßenverkehrsgesetzes vereinbar sei mit dem Grundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung, insofern dadurch Kategorien von Personen, die sich in unterschiedlichen Situationen befänden, auf die gleiche Weise behandelt würden.

De verwijzende rechter vraagt bijgevolg of het in het geding zijnde artikel 38, § 6, van de Wegverkeerswet bestaanbaar is met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, in zoverre het categorieën van personen die zich in verschillende situaties zouden bevinden, op dezelfde wijze behandelt.


Der ebenfalls in Rede stehende Artikel 1 § 2 Absatz 1 Nr. 4 Buchstabe d), Nr. 8 und Nr. 9 desselben Gesetzbuches bestimmt: « Für die Anwendung des vorliegenden [Gesetzbuches] ist beziehungsweise sind zu verstehen unter: [...] 4. schwerwiegenden persönlichen Fakten: insbesondere folgende Sachverhalte: [...] d) dem Antragsteller von einem Richter auferlegte formell rechtskräftige endgültige S ...[+++]

Het eveneens in het geding zijnde artikel 1, § 2, eerste lid, 4°, d), 8° en 9°, van hetzelfde Wetboek bepaalt : « Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder : [...] 4° gewichtige feiten eigen aan de persoon zijn, met name : [...] d) het feit dat aan de aanvrager, omwille van eender welke vorm van sociale of fiscale fraude, door de rechter een definitieve straf is opgelegd die in k ...[+++]


Mit der vierten Vorabentscheidungsfrage wird der Gerichtshof ebenfalls gefragt, ob der in Rede stehende Artikel 216bis des Strafprozessgesetzbuches mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 14 Absatz 1 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit den Artikeln 33 bis 40 und 151 § 1 der Verfassung, vereinbar sei.

Met de vierde prejudiciële vraag wordt het Hof eveneens gevraagd of het in het geding zijnde artikel 216bis bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 14, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met de artikelen 33 tot 40 en 151, § 1, van de Grondwet.


In der vorliegenden Rechtssache stellt sich die Frage, ob die in Rede stehende Bestimmung gegen das Recht auf ein faires Verfahren verstößt, so wie es durch die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention gewährleistet wird, indem ein Beschuldigter die Ratskammer bei der Regelung des Verfahrens nicht um zwingende Fristen für das Einreichen der Schriftsätze ersuchen könnte und das verspätete Einreichen von Schriftsätzen nicht mit Sankti ...[+++]

In de voorliggende zaak rijst de vraag of de in het geding zijnde bepaling afbreuk doet aan het recht op een eerlijk proces, zoals gewaarborgd door de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat een inverdenkinggestelde de raadkamer bij de regeling van de rechtspleging niet om dwingende conclusietermijnen zou kunnen verzoeken en de laattijdigheid van conclusies niet met sancties zou kunnen worden verbonden.


Die gleiche Schlussfolgerung gilt in Bezug auf den vorgeblichen Verstoß, den die klagende Partei den angefochtenen Bestimmungen vorwirft, gegen Artikel 92bis § 3 des Sondergesetzes vom 8. August 1980. Diese Bestimmung betrifft nämlich nicht die in Rede stehende Angelegenheit.

Diezelfde conclusie geldt met betrekking tot de aangevoerde schending, die de verzoekende partij aan de bestreden bepalingen toeschrijft, van artikel 92bis, § 3, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980.


Der Gerichtshof wird gefragt, ob die in Rede stehende Bestimmung, dahin ausgelegt, dass die Kündigungsfristen für die « höheren Angestellten » nicht mittels eines kollektiven Arbeitsabkommens festgelegt werden könnten, in Verbindung mit Artikel 59 des Gesetzes vom 3. Juli 1978 und mit Artikel 5 des Gesetzes vom 5. Dezember 1968 über die kollektiven Arbeitsabkommen und die paritätischen Kommissionen, mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, indem die Kündigungsfristen für dies ...[+++]

Het Hof wordt gevraagd of de in het geding zijnde bepaling, in de interpretatie dat de opzeggingstermijnen voor de « hogere bedienden » niet bij collectieve arbeidsovereenkomst konden worden bepaald, in samenhang gelezen met artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 en met artikel 5 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat de opzeggingstermijnen voor die bedienden niet en die voor arbeiders wel bij collectieve ...[+++]


In der auf die beim vorlegenden Richter anhängige Streitsache anwendbaren Fassung bestimmte Artikel 42 § 2 Nr. 2: « Der Inhaber des dinglichen Rechtes im Sinne von Artikel 27 an einem der folgenden Gebäude und/oder einer der folgenden Wohnungen wird von der Abgabe befreit: [...] 2. Die Gebäude und/oder Wohnungen, die aufgrund des Dekrets vom 3. März 1976 über den Denkmal-, Stadtbild- und Dorfbildschutz als Denkmäler unter Schutz stehen und für die (a) entweder bei der zuständigen Behörde eine ...[+++]

Artikel 42, § 2, 2°, zoals van toepassing op het geschil voor de verwijzende rechter, bepaalde : « De houder van het zakelijk recht, bedoeld in artikel 27, op een van de volgende gebouwen en/of woningen wordt vrijgesteld van de heffing : [...] 2° de gebouwen en/of woningen die krachtens het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten zijn beschermd als monument en waarvoor a) ofwel bij de bevoegde overheid een ontvankelijk verklaard ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'bestimmte in rede stehende artikel' ->

Date index: 2022-06-19
w