Andererseits besteht die Auffassung, daß die Ausarbeitung einer Charta der Grundrechte der Europäischen Union, die für die EU-Institutionen, aber indirekt auch für die Mitgliedstaaten und ihr Verhältnis zu ihren Bürgern verbindlich ist, Einfluß auf die Beziehungen zwischen der Union und den Mitgliedstaaten haben könnte; daß sie möglicherweise den Subsidiaritätsgrundsatz durch die Hintertür umstößt und zu einem System führt, in dem sich die verschiedenen Ebenen – nationale und europäische Ebene –, auf denen diese Grundrechte wirken und entsprechend geschützt werden, natürlich überlagern würden und dadurch ein gefährliches Durcheinander von bisweilen auch unterschiedlichen Auslegungen ein und desselben Grundsatzes entstehen könnte.
Als men echter het handvest van de grondrechten van de Unie verder gaat uitbreiden - het handvest is bindend voor de instellingen en indirect ook voor de lidstaten, voor zover het om de betrekkingen met de burgers gaat - sticht men verwarring in de betrekkingen tussen de Unie en de lidstaten. Dat zou kunnen leiden tot herziening, via de achterdeur, van het subsidiariteitsbeginsel. Er zou een stelsel kunnen ontstaan waarin overlapping optreedt van de verschillende niveaus - nationaal, Europees - waarop de grondrechten, met inbegrip van hun beschermingsmechanismen, werkzaam zijn.
