Bei derartigen Ausnahmen sind die Artikel 16, 23, 24 und 25, der Artikel 26 Absätze 1 bis 3 und die Artikel 28 bis 37 auf die aus der Zentralorganisation und den ihr zugeordneten Instituten bestehende Gesamtheit anzuwenden.
In geval van vrijstelling zijn op het geheel dat door het centraal orgaan en de aangesloten instellingen wordt gevormd, de artikelen 16, 23, 24 en 25, artikel 26, leden 1 tot en met 3 en de artikelen 28 tot en met 37 van toepassing.