Während aus Artikel 6 § 1 VI Absatz 3 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 und aus Artikel 9 § 1 Absatz 3 des Sondergesetzes vom 16. Januar 1989 hervorgeht, dass die belgische Staatsstruktur auf einer Wirtschafts- und Währungsunion beruht, die durch einen integrierten Markt und durch die einheitliche Währung gekennzeichnet wird und das Bestehen einer Wirtschaftsunion an erster Stelle den freien Verkehr von Waren und Produktionsfaktoren zwischen den Teilgebieten des Staates voraussetzt,
Terwijl uit artikel 6, § 1, VI, derde lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 en uit artikel 9, § 1, derde lid, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 blijkt dat het Belgisch staatsbestel berust op een economische en monetaire unie, die gekenmerkt wordt door een geïntegreerde markt en door de eenheid van de munt en het bestaan van een economische unie in de eerste plaats het vrij verkeer van goederen en productiefactoren tussen de deelgebieden van de Staat impliceert,