30. teilt die Auffassung, dass durch die Beendigung der Zersplitterung des Marktes für Verteidigungsgüter die Wettbewerbsfähigkeit der Industrie durch größere Produktserien, höhere Rentabilität von Forschung und bessere Weltmarktfähigkeit erhöht wird; betont dabei gleichzeitig, dass die im Verhaltenskodex über Rüstungsexporte von 1998 freiwillig auferlegten Exportbeschränkungen in Drittstaaten uneingeschränkt Anwendung finden müssen;
30. deelt de mening dat het concurrentievermogen van de industrie door de beëindiging van de versnippering van de markt voor defensiematerieel wordt vergroot als een gevolg van grotere productseries, een hogere rentabiliteit van het onderzoek en een betere aanwezigheid op de wereldmarkt; beklemtoont daarbij dat de vrijwillige uitvoerbeperkingen naar derde landen vastgelegd in de Gedragscode betreffende wapenuitvoer van 1998, volledig moeten worden toegepast;