In einem Urteil vom 28. April 1997 hat der Kassationshof erklärt, dass die Artikel 157 bis 159 und 171 Absatz 2 des Programmgesetzes « den Vertrag zwischen dem Arbeitgeber und dem Teilzeitarbeitnehmer nicht betreffen; dass sie zur Vermeidung und Bekämpfung von Schwarzarbeit eine bessere Kontrolle der Teilzeitarbeit bezwecken; dass sich ergibt, dass [.] die unwiderlegbare Vermutung [.] zugunsten der [.] Beamten und Einrichtungen eingeführt wurde ».
In een arrest van 28 april 1997 stelt het Hof van Cassatie dat de artikelen 157 tot 159 en 171, tweede lid, van de programmawet « de overeenkomst tussen werkgever en de deeltijdse werknemer niet betreffen; dat zij, ter voorkoming en bestrijding van zwartwerk, een beter toezicht op deeltijdse arbeid beogen; dat daaruit volgt dat [.] het onweerlegbaar vermoeden [.] ten behoeve van de [.] ambtenaren en instellingen is gevestigd ».