Der Gesetzgeber konnte nämlich davon ausgehen, dass die Gesellschaften, deren Aktien oder Anteile, die das Gesellschaftskapital vertreten, zu minde
stens der Hälfte im Besitz anderer, nicht vom Nationalen Rat für das Genossenschaftswesen zugelassener Gesellschaften sind, Tochter- oder Schwesterunternehmen anderer industrieller oder finanzieller Gesellschaften sind und
nicht zu den KMBs gehören, deren Eigenfinanzierung er innerhalb der Grenzen der in B.4.2 erwähnten Haushaltsmittel und unter Berücksichtigung der Feststellung, dass die Möglichkeiten zur Eige
...[+++]nfinanzierung im Allgemeinen für KMBs viel begrenzter sind als für andere Gesellschaften (Parl. Dok., Kammer, 2001-2002, DOC 50-1918/001, S. 41), begünstigen möchte.De wetgever vermocht immers te oordelen dat de vennootschappen waarvan de aandelen die het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen, voor ten min
ste de helft in het bezit zijn van andere vennootschappen, die
niet door de Nationale Raad voor de Coöperatie zijn erkend, dochter- of zusterondernemingen zijn van andere industriële of financiële vennootschappen en geen deel uitmaken van de kmo's waarvan hij, binnen de perken van de in B.4.2 vermelde budgettaire middelen en rekening houdend met de vaststelling dat de mogelijkheden tot auto
...[+++]financiering doorgaans veel beperkter zijn voor kmo's dan voor andere vennootschappen (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC 50-1918/001, p. 41), de autofinanciering wil begunstigen.