Traduction de «beschäftigung weist » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Berater für Beschäftigung und berufliche Eingliederung | Berater für Beschäftigung und berufliche Eingliederung/Beraterin für Beschäftigung und berufliche Eingliederung | Beraterin für Beschäftigung und berufliche Eingliederung
arbeidsconsulent | consulent arbeidsbemiddeling | adviseur beroepsoriëntatie | outplacementconsulent

Vollzeitarbeit [ dauerhafte Beschäftigung | Dauerstellung | feste Beschäftigung | Ganztagsarbeit ]
volledige betrekking [ fulltime | volledige baan | voltijdbaan ]

für Beschäftigung, Soziales und Integration zuständiges Kommissionsmitglied | für Beschäftigung, Soziales und Integration zuständiges Mitglied der Kommission | Kommissar für Beschäftigung, Soziales und Integration
Commissaris voor Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie | Lid van de Commissie belast met Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie

Zugang zur Beschäftigung [ Aussicht auf Beschäftigung | Berufsaussichten | Zugang zum Arbeitsmarkt ]
toegang tot het arbeidsproces [ betreding van de arbeidsmarkt | kans om werk te krijgen | toegang tot de arbeidsmarkt | vooruitzichten op tewerkstelling | werkgelegenheidsmogelijkheden ]

Schwarzarbeit [ illegale Beschäftigung | Pfusch | Pfuscharbeit ]
zwartwerk [ illegaal werk | illegale tewerkstelling ]

die Anmeldung weist keune Erfindung auf
de aanvrage omvat geen uitvinding

das Gericht weist die Klage ab
de rechterlijke instantie wijst de vordering af

Minister der Beschäftigung und der Arbeit
Minister van Tewerkstelling en Arbeid

Ministerium der Beschäftigung und der Arbeit
Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid

pädagogische Strategien zur Förderung von kreativer Beschäftigung anwenden
pedagogische strategieën gebruiken om creatief engagement aan te moedigen | pedagogische strategieën gebruiken om creatief engagement te bevorderen

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Allerdings weist der Rechtsrahmen Schwachstellen auf, insbesondere in Bezug auf die positive Diskriminierung und auf die Sanktionsmechanismen, und Menschen mit Behinderungen werden insbesondere beim Zugang zu einer Beschäftigung wie auch beim Zugang zum öffentlichen Raum weiterhin diskriminiert.
Het wettelijke kader vertoont echter tekortkomingen, met name inzake positieve actie en sanctiemechanismen, en deze personen worden nog steeds geconfronteerd met discriminatie inzake werkgelegenheid en toegang tot openbare ruimten.

begrüßt die Mitteilung der Kommission vom Februar 2016 mit einer EU-Strategie zur Wärme-und Kälteerzeugung; verweist jedoch auf den Mangel an Fortschritten und die niedrigen Zielvorgaben beim Einsatz erneuerbarer Energiequellen zur Wärme- und Kälteerzeugung, insbesondere in Gebäuden; betont, dass die Nutzung von Energie aus erneuerbaren Quellen im Bereich der Wärme- und Kälteerzeugung ein großes Potenzial für kontinuierliche Fortschritte birgt; weist darauf hin, dass der Sektor der Wärme- und Kälteerzeugung für die Hälfte des Endenergieverbrauchs der EU steht und mithin eine Schlüsselrolle bei der Verwirklichung der Ziele der EU im Bereich des Klimaschutzes und der erneuerbaren Energiequellen spielt; verweist auf die Vorteile der Steigerung des Anteils von Energie aus erneuerbaren Quellen im Bereich der Wärme- und Kälteerzeugung; unterstreicht die Bedeutung der gestiegenen Flexibilität der thermischen Infrastruktur und Speicherung für die Integration variabler erneuerbarer Energiequellen durch die Speicherung von Energie in Form von Wärme, die eine hervorragende Rendite versprechen und Möglichkeiten für den Ausbau hochwertiger Beschäftigung auf lokaler Ebene eröffnen; fordert die Kommission auf, die im Legislativpaket zu Energie aus erneuerbaren Quellen für die Zeit nach 2020 bestehenden Regelungslücken zu schließen; bekräftigt, dass der Sektor der Wärme-und Kälteerzeugung (vor dem Hintergrund, dass 61 % des in die Europäische Union eingeführten Gases in Gebäuden und vor allem für die Heizung verwendet werden) ein erhebliches Potenzial für eine Erhöhung der Energiesicherheit bietet, beispielsweise durch die Entwicklung von Fernwärme- bzw. Fernkühlungsnetzen, die ein wirksames Mittel zur Einbindung nachhaltig erzeugter Wärme in Städten in großem Maßstab sind, da sie gleichzeitig Wärme aus einer Vielzahl von Quellen verteilen können und nicht systemimmanent von einer Quelle abhängen.
is verheugd over de mededeling van de Commissie van februari 2016 over een EU-strategie voor verwarming en koeling, maar wijst op het gebrek aan vooruitgang en de lage doelstellingen voor het gebruik van hernieuwbare energie voor verwarming en koeling, met name in gebouwen; wijst op het grote potentieel voor verdere vooruitgang in het gebruik van hernieuwbare energie voor verwarming en koeling; merkt op dat de sector verwarming en koeling goed is voor de helft van het eindenergieverbruik van de EU en daarom een belangrijke rol speelt bij het halen van de EU-doelstellingen inzake klimaat en hernieuwbare energiebronnen; erkent de voordelen van een toenemend gebruik van hernieuwbare energie in de sector verwarming en koeling; benadrukt dat de grotere flexibiliteit van warmte-infrastructuur en -opslag de integratie van variabele hernieuwbare bronnen vergemakkelijkt door energie op te slaan in de vorm van warmte, hetgeen een uitstekend rendement op investeringen biedt, evenals mogelijkheden voor de uitbreiding van kwalitatief hoogwaardige lokale werkgelegenheid; dringt er bij de Commissie op aan de lacunes in de regelgeving te dichten in het wetgevingspakket voor hernieuwbare energiebronnen voor de periode na 2020; herhaalt dat inspanningen in de sector verwarming en koeling een groot potentieel bieden voor een grotere energiezekerheid (gezien het feit dat 61 % van het in de Europese Unie ingevoerde gas wordt gebruikt in gebouwen, met name voor verwarmingsdoeleinden), bijvoorbeeld door de ontwikkeling van netwerken voor stadsverwarming/-koeling, die een efficiënt middel zijn om duurzame verwarming op grote schaal te integreren in steden, aangezien zij tegelijkertijd warmte kunnen leveren uit verschillende bronnen en niet per definitie afhankelijk zijn van een enkele bron.

weist die Mitgliedstaaten darauf hin, dass eindeutige Vorschriften über die legale Beschäftigung von Hausangestellten und Pflegekräften um Anreize für Hausangestellte und ihre potenziellen Arbeitgeber, sich für ein legales Beschäftigungsverhältnis zu entscheiden, ergänzt werden sollten; fordert die Mitgliedstaaten außerdem auf, die rechtlichen Erschwernisse abzubauen, die derzeit die angemeldete und unmittelbare Beschäftigung von Arbeitnehmern durch Familien erheblich behindern.
raadt de lidstaten aan om bovenop duidelijke regelgeving voor legale tewerkstelling van huishoudelijk personeel en verzorgers ook te voorzien in stimulansen voor huishoudelijk personeel en hun potentiële werkgevers om voor de legale weg te kiezen; verzoekt de lidstaten eveneens om de wettelijke barrières weg te nemen die een aangemelde, rechtstreekse tewerkstelling van werknemers door gezinnen momenteel in de weg staan.

weist erneut auf die Notwendigkeit hin, Au-pair-Kräfte im Einklang mit dem Europäischen Übereinkommen über die Au-pair-Beschäftigung formell anzuerkennen und die Kontrollen zu verstärken, damit Au-pair-Kräfte nicht zu einem informellen und billigen Ersatz für Hausangestellte und Pflegekräfte werden.
herinnert aan de noodzaak om au pairs in overeenstemming met de Europese Overeenkomst inzake de plaatsing van au pairs formeel te erkennen en het aantal inspecties op te voeren, zodat au pairs geen informeel en goedkoop substituut voor huishoudelijk personeel en verzorgers worden.

hält es für geboten, die fachliche Anerkennung von Kompetenzen und Qualifikationen von Hausangestellten und Pflegekräften in dieser Branche zu fördern, um ihre Aussichten auf ein berufliches Fortkommen zu verbessern, und weist darauf hin, dass Personen, die sich um ältere Menschen und Kinder kümmern, besonders geschult werden müssen, damit die Schaffung hochwertiger Arbeitsplätze, die zu hochwertiger Beschäftigung und besseren Arbeitsbedingungen führen, gefördert wird, wozu auch formelle Verträge, der Zugang zu Weiterbildung und eine vermehrte gesellschaftliche Anerkennung gehören; hält es für geboten, dass für die Anrechnung und Zertifizierung erworbener Kompetenzen, Qualifikationen und Berufserfahrung gesorgt und das berufliche Weiterkommen gefördert wird; ist der Auffassung, dass dieses Ziel nur mit der Einrichtung von Aus- und Weiterbildungsmaßnahmen verwirklicht werden kann.
benadrukt dat het belangrijk is de professionele erkenning van vaardigheden en kwalificaties van huishoudelijk personeel en verzorgers te stimuleren om hen betere vooruitzichten op professionele ontwikkeling te bieden; wijst ook op het belang van een specifieke opleiding voor personen die werken met ouderen en kinderen om aan te zetten tot het creëren van kwaliteitsvolle banen die tot kwaliteitsvolle werkgelegenheid en betere arbeidsomstandigheden leiden, onder meer door formele arbeidsovereenkomsten, toegang tot opleiding en een grotere maatschappelijke erkenning te bieden; erkent dat het belangrijk is voor een validatie en certificering van verworven vaardigheden, kwalificaties en ervaring te zorgen en loopbaanontwikkeling te stimuleren; acht het in dit verband van fundamenteel belang dat er opleidingen en omscholingscursussen worden ingericht.

9. weist besorgt darauf hin, dass es bei der Umsetzung der Kohäsionspolitik im derzeitigen Programmplanungszeitraum zu Verzögerungen gekommen ist; weist darauf hin, dass zwar ein Großteil der operationellen Programme bereits beschlossen wurden, sich die Umsetzung aber noch in einem sehr frühen Stadium befindet; hebt gleichwohl hervor, dass Entscheidungen über die Ausrichtung politischer Ressourcen auf Prioritäten, die zu nachhaltigem Wachstum und Beschäftigung beitragen, getroffen werden können; stellt in diesem Zusammenhang fest, dass der ersten von der Kommission veröffentlichten Bewertung zufolge die für Forschung und Innovation, die Unterstützung von KMU, IKT, die CO2 -arme Wirtschaft, Beschäftigung, soziale Inklusion, Bildung und Kapazitätsaufbau vorgesehenen Mittel im Vergleich zu vorhergehenden Programmplanungszeiträumen erheblich aufgestockt wurden, während die Unterstützung für Verkehrs- und Umweltinfrastruktur gekürzt wurde; weist darauf hin, dass zum Zeitpunkt der Halbzeitüberprüfung der Europa-2020-Strategie immer noch keine Daten zur Umsetzung der ESIF 2014-2020 vorhanden sein könnten und dass daher eine konkrete Evaluierung des Beitrags dieser Fonds zur Verwirklichung der Ziele der Strategie in diesem Stadium noch nicht möglich sein könnte; würdigt, dass die Mitgliedstaaten Maßnahmen ergriffen haben, etwa um sicherzustellen, dass 20 % ihrer Mittel für den Klimaschutz ausgegeben werden;
9. is verontrust over de vertragingen bij de tenuitvoerlegging van het cohesiebeleid tijdens de huidige programmeringsperiode; wijst erop dat hoewel de meeste operationale programma's zijn goedgekeurd de tenuitvoerlegging nog maar net is begonnen; onderstreept desalniettemin dat al kan worden beoordeeld of beleidsmiddelen worden toegespitst op prioriteiten die bijdragen tot duurzame groei en banen; merkt in die context evenwel op dat volgens de eerste evaluatie die de Commissie heeft gepubliceerd, de bedragen die werden toegewezen aan O&I, steun voor mkb-bedrijven, ICT, de koolstofarme economie, werkgelegenheid, sociale insluiting, onderwijs en capaciteitsopbouw aanzienlijk zijn toegenomen in vergelijking met de vorige programmeringsperioden, terwijl de steun voor vervoer en milieu-infrastructuur is afgenomen; vestigt de aandacht op het feit dat op het ogenblik van de tussentijdse herziening van de Europa 2020-strategie nog niet alle gegevens over de tenuitvoerlegging van de ESIF voor de periode 2014-2020 voorhanden zullen zijn, waardoor een concrete evaluatie van de praktische bijdrage van deze fondsen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de strategie op dat moment mogelijkerwijs niet mogelijk zal zijn; waardeert het dat de lidstaten stappen hebben gezet om ervoor te zorgen dat 20 % van hun middelen aan klimaatgerelateerde maatregelen wordt besteed;

1. begrüßt die Aufstockung der Verpflichtungsermächtigungen für kleine und mittlere Unternehmen, Jugendliche und Beschäftigung; weist darauf hin, dass aufgrund der sozialen Krise keine Kürzungen im Kapitel „Beschäftigung und Soziales“ vorgenommen werden dürfen;
1. is verheugd over de verhoging van de vastleggingskredieten voor het midden- en kleinbedrijf, de jeugd en de werkgelegenheid; herinnert eraan dat de sociale crisis het ons verbiedt te korten op het hoofdstuk "werkgelegenheid en sociale zaken";

78. bedauert, dass der Ansatz der Kommission zur Bekämpfung von Geschlechterungleichheiten hauptsächlich auf die Vereinbarkeit von Beruf und Familienleben aus Sicht der Frauen ausgerichtet ist; weist darauf hin, dass Maßnahmen zur Förderung der Vereinbarkeit – aus der Sicht von Frauen wie Männern – von ausschlaggebender Bedeutung für die Schaffung von Beschäftigung sind und sich unmittelbar auf die Qualität der geschaffenen Arbeitsplätze auswirken; weist darauf hin, dass der mangelnde Zugang zu erschwinglichen und hochwertigen Kinderbetreuungsdiensten weiterhin ein wesentliches Hindernis für die Vereinbarkeit ist, und fordert die Kommission daher auf, diesen Indikator bei der Analyse des Anzeigers für wesentliche Beschäftigungs- und Sozialindikatoren zu berücksichtigen;
78. betreurt het dat de Commissie in haar aanpak van genderongelijkheden verzoening tussen werk en gezin hoofdzakelijk behandelt als een probleem dat alleen bij vrouwen voorkomt; merkt op dat maatregelen gericht op de bevordering van die verzoening voor zowel mannen als vrouwen van cruciaal belang zijn voor de creatie van banen en een rechtstreekse uitwerking hebben op de kwaliteit van de gecreëerde banen; merkt op dat toegang tot betaalbare en hoogwaardige kinderopvang nog steeds een grote hindernis vormt voor deze verzoening en dringt er daarom bij de Commissie op aan om bij het analyseren van het scorebord van cruciale werkgelegenheids- en sociale indicatoren alert te zijn op deze indicator;

6. betont unter Hinweis auf die Bemühungen der Union im Hinblick auf Wettbewerbsfähigkeit einerseits und Fragen des Asyls und der Einwanderung andererseits die zentrale Bedeutung einer geschlechtsspezifischen Perspektive bei der Einwanderung in Bezug auf Beschäftigung; weist nachdrücklich darauf hin, dass eine mangelhafte Berücksichtigung spezifischer Geschlechterprobleme im Zusammenhang mit Einwanderung und Integration verheerende Folgen für die betroffenen Frauen und für die Gesellschaft insgesamt haben kann; betont die Bedeutung einer Einstufung rechtmäßiger Einwanderer, insbesondere von Frauen, als einer wertvollen Arbeitskraftreserve, und weist darauf hin, dass mit besonderer Sorgfalt darauf geachtet werden muss, wie diese Menschen besser integriert werden können und wie die doppelte Diskriminierung, der sie am Arbeitsmarkt und im Allgemeinen ausgesetzt sind, bekämpft werden kann.
6. wijst, tegen de achtergrond van het streven van de Unie naar een groot concurrentievermogen enerzijds en asiel- en immigratiethema's anderzijds, op het cruciale belang van het genderperspectief in immigratie in verband met werk; herhaalt nog eens dat een gebrek aan aandacht voor de specifieke genderproblemen in het kader van immigratie en integratie uitermate nadelige gevolgen kan hebben voor zowel de betrokken vrouwen, als de samenleving als geheel; onderstreept het belang van het erkennen van het feit dat legale immigranten, en met name vrouwen, een waardevolle toevoeging aan de beroepsbevolking vormen en van speciale aandacht voor een betere integratie van deze groep en van bestrijding van de dubbele discriminatie waarmee zij op de arbeidsmarkt en in het algemeen mee worden geconfronteerd.

Der Ausschuß für soziale Angelegenheiten und Beschäftigung weist in diesem Zusammenhang erneut auf die Notwendigkeit einer innergemeinschaftlichen Regelung der Arbeits- und Ruhezeiten und der Schulung des Kabinenpersonals hin.
De Commissie sociale zaken en werkgelegenheid stelt in dit verband nogmaals dat een intracommunautaire regeling nodig is voor de werk- en rusttijden en de training van de bemanning van vliegtuigen.