Vertaling van "beschäftigte in kleineren " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

nicht ständig beschäftigte Arbeitskräfte | zeitweise beschäftigte Arbeitskräfte
tijdelijke arbeiders | tijdelijke arbeidskrachten

die Kleineren Amerikanischen Überseeinseln
verafgelegen eilandjes van de Verenigde Staten

Tendenz zu kleineren Einheiten
down sizing van systemen

vergleichbarer unbefristet beschäftigter Arbeitnehmer
vergelijkbare werknemer in vaste dienst

Steuer auf das beschäftigte Personal
belasting op tewerkgesteld personeel

beschäftigter Arbeitsloser
tewerkgestelde werkloze

Arbeitnehmer [ abhängig Beschäftigter | Gehaltsempfänger | Lohnempfänger ]
werknemer in loondienst [ betaalde arbeidskracht ]

Beschäftigte bei der Bedienung von Tanksäulen beaufsichtigen
toezicht houden op werknemers die brandstofpompen bedienen

Führungskraft [ Beschäftigter in leitender Position | leitender Angestellter ]
leidinggevend personeel

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Die Begriffsbestimmung des geschlechtsspezifischen Lohngefälles macht sie empfindlich gegenüber drei Arten von Störgrößen, die ihrer Interpretation Grenzen setzen: individuelle Merkmale (z. B. Bildung: Wenn Frauen mit niedrigem Bildungsniveau dem Arbeitsmarkt fernbleiben, sinkt das geschlechtsspezifische Lohngefälle; das geschlechtsspezifische Lohngefälle steigt jedoch, wenn diese Frauen eine Stelle annehmen, weil sie das Einkommen benötigen, da Arbeitnehmer mit einem höheren Bildungsniveau mehr verdienen), Merkmale der Industrie (z. B. Unternehmensgröße: Beschäftigte in großen Unternehmen haben tendenziell höhere Einkommen als Beschäftigte in kleineren Unternehmen), und institutionelle Merkmale (Mindestlohn: ein höherer Mindestlohn führt dazu, dass das geschlechtsspezifische Lohngefälle sinkt, da viele Frauen geringfügig vergüteten Beschäftigungen nachgehen).
Het begrip genderloonkloof is, door zijn definitie, gevoelig voor drie soorten verstoringsfactoren die een juiste interpretatie ervan bemoeilijken: individuele kenmerken - bijv. opleiding - indien laag opgeleide vrouwen buiten de arbeidsmarkt blijven daalt de genderloonkloof, maar als zij het inkomen nodig hebben en gaan werken vergroot de genderloonkloof aangezien werknemers met een hoge opleiding meer verdienen), bedrijfskenmerken (bijv. de omvang van de onderneming - werknemers in grote ondernemingen hebben doorgaans hogere lonen dan werknemers in kleinere bedrijven) en institutionele kenmerken (het minimumloon - een hoger minimumloon doet de genderloonkloof verkleinen, aangezien vele vrouwen in slecht betaalde jobs werken).

Die Personengruppen mit den größten Weiterbildungsbedarf - Geringqualifizierte, ältere Arbeitskräfte, befristet Beschäftigte und Teilzeitbeschäftigte sowie Arbeitnehmer in kleineren Unternehmen - sind gleichzeitig die Gruppen mit der niedrigsten Weiterbildungswahrscheinlichkeit.
Het zijn precies die groepen met de grootste opleidingsbehoeften - laaggeschoolden, oudere werknemers, mensen met een tijdelijke of deeltijdse arbeidsovereenkomst en werknemers in kleine bedrijven - die de minste kans maken om opleiding te krijgen.

Möglichkeiten des Zugangs zur betrieblichen Weiterbildung und des Erwerbs neuer Fähigkeiten für Beschäftigte von kleineren und mittleren Unternehmen (KMU) sowie besonderer Bedarf der KMU in diesem Bereich.
kansen voor werknemers in kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) op bij- en nascholing en het verwerven van nieuwe vaardigheden, en de bijzondere behoeften van kmo’s bij het geven van scholing.

Möglichkeiten des Zugangs zur betrieblichen Weiterbildung und des Erwerbs neuer Fähigkeiten für Beschäftigte von kleineren und mittleren Unternehmen (KMU) sowie besonderer Bedarf der KMU in diesem Bereich,
kansen voor werknemers in de kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's) op bij- en nascholing en het verwerven van nieuwe vaardigheden, en de bijzondere behoeften van KMO's bij het geven van scholing.

f)Möglichkeiten des Zugangs zur betrieblichen Weiterbildung und des Erwerbs neuer Fähigkeiten für Beschäftigte von kleineren und mittleren Unternehmen (KMU) sowie besonderer Bedarf der KMU in diesem Bereich,
f)kansen voor werknemers in de kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's) op bij- en nascholing en het verwerven van nieuwe vaardigheden, en de bijzondere behoeften van KMO's bij het geven van scholing.

Wer beschäftigt sich also mit Umsetzung, Beobachtungssystemen und Folgenabschätzung, während die verhandelnden Parteien um Einigung über diese kleineren Pakete ringen?
Dus wie richt zich nou op implementatie, het monitoren van systemen en het doen van effectstudies, terwijl de onderhandelende partijen nog worstelen om tot een overeenkomst over deze kleinere pakketten te komen?

betriebliche Bildungspolitik und Bildungsstrategien zur Weiterentwicklung der Fähigkeiten der Mitarbeiter, Verwaltung, Organisation und Formen der betrieblichen Weiterbildung, Rolle der Sozialpartner bei der Gewährleistung der Weiterbildung am Arbeitsplatz, Angebot, Umfang und Inhalt der betrieblichen Weiterbildung, vor allem im Zusammenhang mit dem Wirtschaftszweig und der Unternehmensgröße, spezifische betriebliche Weiterbildungsmaßnahmen zur Verbesserung der Kenntnisse der Mitarbeiter, Möglichkeiten des Erwerbs neuer Fähigkeiten für Beschäftigte von kleineren und mittleren Unternehmen (KMU) sowie besonderer Bedarf der KMU in diesem Bereich, Auswirkungen staatlicher Maßnahmen auf die betriebliche Weiterbildung, gleiche Möglichkeiten des Zugangs zur betrieblichen Weiterbildung, spezifische Weiterbildungsmaßnahmen für die benachteiligten Menschen auf dem Arbeitsmarkt, Weiterbildungsmaßnahmen, die auf die verschiedenen Formen von Arbeitsverträgen abgestimmt sind; Ausgaben für die betriebliche Weiterbildung: Finanzierungshöhe, Finanzierungsmittel, Weiterbildungsanreize und Bewertungs- und Monitoringverfahren.
scholingsbeleid en scholingsstrategieën van ondernemingen ten behoeve van de ontwikkeling van de kwalificaties van hun personeel; beheer, organisatie en vormen van bij- en nascholing in ondernemingen; rol van de sociale partners bij het waarborgen van bij- en nascholing op de werkplek; toegang tot, alsmede omvang en inhoud van bij- en nascholing, met name in de context van economische activiteit en de omvang van de onderneming; specifieke maatregelen van ondernemingen op het gebied van bij- en nascholing ter verbetering van de ICT-vaardigheden van hun personeel; kansen voor werknemers in de kleine en middelgrote ondernemingen (KMO) om nieuwe vaardigheden te verwerven, en de specifieke behoeften van het MKB bij het geven van scholing; de weerslag van overheidsmaatregelen op bij- en nascholing in ondernemingen; gelijke kansen op bij- en nascholing in ondernemingen voor alle werknemers; specifieke maatregelen ten aanzien van bij- en nascholing voor groepen die op de arbeidsmarkt achtergesteld zijn; maatregelen voor bij- en nascholing afgestemd op diverse vormen van arbeidscontracten; de uitgaven voor scholing: omvang van de financiering en financieringsbronnen, stimulansen voor bij- en nascholing; en procedures voor evaluatie en toezicht.