Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Alternieren
Antidumpingbeschwerde
Begründung der Beschwerde
Berufung
Beschwerde
Beschwerde an die Kommission
Beschwerde auf Anerkennung eines Anrechts
Besondere Beschwerde
Chronisch
Die Beschwerde schriftlich begründen
Langsam sich entwickelnd
Parallele Beschwerde
Sich abwechseln
Vertragsverletzungsbeschwerde

Vertaling van "beschwerde sich " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE
Begründung der Beschwerde | die Beschwerde schriftlich begründen

schriftelijke uiteenzetting van de gronden van het beroep


Beschwerde an die Kommission [ Antidumpingbeschwerde | Vertragsverletzungsbeschwerde ]

klacht aan de Commissie [ klacht over dumping | klacht ten gevolge van in gebreke blijven ]


Berufung | Beschwerde

beroep | klacht | rechtsvordering | verzoek






Beschwerde auf Anerkennung eines Anrechts

beroep tot erkenning van een recht




alternieren | sich abwechseln

alterneren | elkaar afwisselen


Dokument, aus dem sich ergibt, dass die Zustimmung erteilt worden ist

document waaruit blijkt dat de toestemming is verleend


chronisch | langsam sich entwickelnd

chronisch | slepend
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Aus der Darlegung des Klagegrunds geht hervor, dass die Beschwerde sich nur auf die Verpflichtung zur Teilnahme an den Prüfungen und auf die Folgen im Falle des Nichtbestehens bezieht, so dass der Klagegrund nur zulässig ist, insofern er gegen die Artikel II. 10 und III. 20 gerichtet ist.

Uit de uiteenzetting van het middel blijkt dat de grief enkel betrekking heeft op de verplichting tot deelname aan de examens en op de gevolgen in geval van niet-slagen, zodat het middel enkel ontvankelijk is in zoverre het tegen de artikelen II. 10 en III. 20 is gericht.


Aus der Darlegung des Klagegrunds geht hervor, dass die Beschwerde sich nur auf die Verpflichtung bezieht, gegebenenfalls die Lernpflichtigen in dem anerkannten, subventionierten oder durch die Behörden finanzierten Unterricht einzuschreiben, so dass der Klagegrund nur zulässig ist, insofern er gegen die Artikel II. 10 und III. 20 gerichtet ist.

Uit de uiteenzetting van het middel blijkt dat de grief enkel betrekking heeft op de verplichting om, in voorkomend geval, de leerplichtigen in het erkende, gesubsidieerde of door de overheid gefinancierde onderwijs in te schrijven, zodat het middel enkel ontvankelijk is in zoverre het tegen de artikelen II. 10 en III. 20 is gericht.


Aus der Darlegung des Klagegrunds geht hervor, dass die Beschwerde sich nur auf die Verpflichtung zur Teilnahme an den Prüfungen des Prüfungsausschusses und auf die Folgen im Falle des Nichtbestehens bezieht, so dass der Klagegrund nur zulässig ist, insofern er gegen die Artikel II. 10 und III. 20 gerichtet ist.

Uit de uiteenzetting van het middel blijkt dat de grief enkel betrekking heeft op de verplichting tot deelname aan de examens van de examencommissie en op de gevolgen in geval van niet-slagen, zodat het middel enkel ontvankelijk is in zoverre het tegen de artikelen II. 10 en III. 20 is gericht.


Durch den angefochtenen Artikel 62 hat der Dekretgeber festgelegt, dass in letzter Verwaltungsinstanz nicht nur der Antragsteller auf Genehmigung, sondern auch der Beschwerdeführer beantragen kann, durch die provinziale Umgebungsgenehmigungskommission oder die regionale Umgebungsgenehmigungskommission angehört zu werden im Rahmen einer Beschwerde, die sich auf das gewöhnliche Genehmigungsverfahren bezieht, und durch die zuständige Behörde im Rahmen einer Beschwerde, die sich auf das vereinfachte Genehmigungsverfahren bezieht.

Bij het bestreden artikel 62 heeft de decreetgever bepaald dat, in laatste administratieve aanleg, niet alleen de vergunningsaanvrager, maar ook de beroepsindiener kan vragen om gehoord te worden door de provinciale omgevingsvergunningscommissie of de gewestelijke omgevingsvergunningscommissie, in het kader van een beroep dat betrekking heeft op de gewone vergunningsprocedure, en door de bevoegde overheid in het kader van een beroep dat betrekking heeft op de vereenvoudigde vergunningsprocedure.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Wenn im Beschluss präzisiert wird, dass die Beschwerde sich als begründet erweist, und die beklagte Partei nicht beantragt, angehört zu werden, wird die Beschwerde angenommen; zugelassen; in allen anderen Fällen wird, wenn die antragstellende Partei nach der Lesung des im Beschluss angegebenen Grundes keine Anhörung beantragt, die Verfahrensrücknahme festgestellt » (Parl. Dok., Kammer, 2010-2011, DOC 53-0772/001, SS. 23 bis 25).

Indien in de beschikking geduid wordt dat het beroep gegrond voorkomt en dat [de] verwerende partij niet vraagt om te worden gehoord dan wordt het beroep ingewilligd; in alle andere gevallen, wanneer de verzoekende partij, na lezing van de in de beschikking opgenomen grond, geen hoorzitting vraagt, wordt de afstand van het geding vastgesteld » (Parl. St., Kamer, 2010-2011, DOC 53-0772/001, pp. 23 tot 25).


Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In zwei Urteilen vom 24. Februar 2016 in Sachen M.A. und K. N'G. gegen den Standesbeamten der Stadt Namur beziehungsweise L.V.D. und K.D. gegen den Standesbeamten der Gemeinde Sambreville, deren Ausfertigungen am 7. März 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen sind, hat Gericht erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfragen gestellt: « Verstoßen die Artikel 63, 165 und 167 des Zivilgesetzbuches, an sich oder in Verbindung miteinander, indem sie je nach der Auslegung, die ihnen verliehen wird, die Wirksa ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij twee vonnissen van 24 februari 2016 in zake respectievelijk M.A. en K. N'G. tegen de ambtenaar van de burgerlijke stand van de stad Namen en L.V.D. en K.D. tegen de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Sambreville, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 7 maart 2016, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vragen gesteld : « Schenden de artikelen 63, 165 en 167 van het Burgerlijk Wetboek, afzonderlijk genomen of met elkaar in samenhang gelezen, in zoverre zij, naar gelang van de eraan gegeven interpretatie, het daadwerkelijke karakter van het beroep tegen de beslissing van de ...[+++]


Aufgrund desselben Artikels 380 Absatz 1 in initio muss die Akte « unverzüglich nach dem Eingang der Zustellung der Beschwerde » hinterlegt werden, sodass die Frage der gegebenenfalls verpflichtenden Beschaffenheit der Zustellung der Beschwerde an den Ständigen Ausschuss in Bezug auf Gemeindesteuern sich als wesentlich erweist, unabhängig davon, ob die Akte gegebenenfalls bei der Kanzlei des Appellationshofes hinterlegt wurde.

Krachtens hetzelfde artikel 380, eerste lid, in initio, moet « onmiddellijk na ontvangst van de betekening van het beroep » het dossier worden neergelegd, zodat de vraag betreffende het al dan niet verplichte karakter, inzake gemeentelijke fiscaliteit, van de betekening van het beroep aan de bestendige deputatie substantieel blijkt te zijn, los van een eventuele feitelijke neerlegging van het dossier ter griffie van het hof van beroep.


Artikel 7 des Gesetzes vom 23. Dezember 1986 und Artikel 378 des EStGB 1992 können jedoch so ausgelegt werden, dass durch sie die Zustellung der betreffenden Beschwerde nicht nur an die besteuernde Behörde, die Partei in der Streitsache vor dem Appellationshof ist - die Gemeinde, da es sich um eine Gemeindesteuer handelt -, sondern auch an die Behörde, die über den Widerspruch gegen diese Steuer geurteilt hat und deren Beschluss Gegenstand der Beschwerde ist - nämlich der Ständige Ausschuss - vorgeschrieben wird.

Artikel 7 van de wet van 23 december 1986 en artikel 378 van het WIB 1992 kunnen evenwel ook in die zin worden geïnterpreteerd dat zij vereisen dat het in het geding zijnde beroep niet alleen moet worden betekend aan de belastingheffende overheid, partij in het geschil voor het hof van beroep - de gemeente, aangezien het een gemeentelijke belasting betreft -, maar ook aan de overheid die uitspraak heeft gedaan over het tegen die belasting ingediende bezwaar en tegen wier beslissing het beroep wordt ingesteld - namelijk de bestendige deputatie.


Artikel 378 des EStGB 1992 gehörte seinerseits zu Kapitel VII (« Widerspruch, Nachlass von Amts wegen und Beschwerde »), Abschnitt III (« Beschwerden »), Unterabschnitt I (« Beschwerden beim Appellationshof ») dieses Gesetzbuches, dessen Artikel 377 bis 382 bestimmten: « Art. 377. Die Entscheidungen der Steuerdirektoren und der beauftragten Beamten, die aufgrund der Artikel 366, 367 und 376 getroffen werden, können Gegenstand einer Beschwerde beim Appellationshof sein, in dessen Bereich sich das Büro befindet, bei dem die Einnahme er ...[+++]

Artikel 378 van het WIB 1992 maakte deel uit van hoofdstuk VII (« Bezwaar, ontheffing van ambtswege en voorziening »), afdeling III (« Voorziening »), onderafdeling I (« Voorziening bij het Hof van beroep ») van dat Wetboek, waarvan de artikelen 377 tot 382 bepaalden : « Art. 377. Van de beslissingen van de directeurs der belastingen en van de gedelegeerde ambtenaren, getroffen krachtens de artikelen 366, 367 en 376, kan men de voorziening indienen bij het Hof van beroep van het gebied waarin het kantoor gelegen is waar de belasting is of moet worden geïnd.


Wenn die Beschwerde beim Ständigen Ausschuss durch eine natürliche oder eine juristische Person oder durch eine prozessfähige Vereinigung eingereicht wird, « muss der Beschwerdeschrift bei Strafe der Unzulässigkeit der Nachweis beigefügt sein, dass eine Aktengebühr von 62,50 Euro gezahlt wurde, ausser wenn die Beschwerde sich gegen eine stillschweigende Verweigerung richtet » (Artikel 133/50 § 5 des Dekrets vom 18. Mai 1999, ersetzt durch den angefochtenen Artikel 36).

Wanneer het beroep bij de deputatie wordt ingesteld door een natuurlijke of rechtspersoon, of door een procesbekwame vereniging, « dient het beroepschrift op straffe van onontvankelijkheid vergezeld te zijn van het bewijs dat een dossiervergoeding van 62,50 euro betaald werd, behalve als het beroep gericht is tegen een stilzwijgende weigering » (artikel 133/50, § 5, van het decreet van 18 mei 1999, zoals vervangen bij het bestreden artikel 36).




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'beschwerde sich' ->

Date index: 2021-03-17
w