Auf eine präjudizielle Frage hin wurde im Urteil Nr. 131/99 festgehalten, dass diese Bestimmung im Widerspruch zu den Artikeln 10 und 11 der Verfassung steht, indem sie für die Veranlagungsjahre 1990 bis 1994 die Aufhebung der Sonderabgabe auf diejenigen begrenzt, die Gegenstand einer Beschwerde oder einer Berufungs- oder Kassationsklage waren.
In het arrest nr. 131/99 is op prejudiciële vraag geoordeeld dat die bepaling strijdig is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij, voor de aanslagjaren 1990 tot 1994, de afschaffing van de bijzondere heffing beperkt tot die heffingen waartegen een bezwaarschrift is ingediend ofwel een hoger beroep of een beroep in cassatie is ingesteld.