Traduction de «beschränken darf wobei » (Allemand → Néerlandais) :

2. vertritt die Auffassung, dass sich die Entwicklung der ENP nicht auf die Aktualisierung der Assoziierungs- und Kooperationsabkommen mit jedem der betroffenen Länder beschränken darf, wobei lediglich die bilaterale Dimension betont wird, und fordert alle Partner auf, die strategischen und politischen Ziele des Barcelona-Prozesses, einschließlich der Schaffung von Kooperationsnetzen und der Förderung der regionalen Nord-Süd- und Süd-Süd-Integration, mit neuem Leben zu erfüllen und zu aktualisieren;
2. is van mening dat de ontwikkeling van het ENB niet beperkt kan blijven tot de actualisering van de associatie- en samenwerkingsovereenkomsten met elk van de betrokken landen, met alleen nadruk op de bilaterale dimensie, en verzoekt alle partners de strategische en politieke doelstellingen van het Barcelona-proces een nieuwe start te geven en te actualiseren, met inbegrip van de oprichting van samenwerkingsnetwerken en de bevordering van regionale integratie Noord-Zuid en Zuid-Zuid;

2. vertritt die Auffassung, dass sich die Entwicklung der ENP nicht auf die Aktualisierung der Assoziierungs- und Kooperationsabkommen mit jedem der betroffenen Länder beschränken darf, wobei lediglich die bilaterale Dimension betont wird, und fordert alle Partner auf, die strategischen und politischen Ziele des Barcelona-Prozesses, einschließlich der Schaffung von Kooperationsnetzen und der Förderung der regionalen Nord-Süd- und Süd-Süd-Integration, mit neuem Leben zu erfüllen und zu aktualisieren;
2. is van mening dat de ontwikkeling van dit beleid niet beperkt kan blijven tot de actualisering van de associatie- en samenwerkingsovereenkomsten met elk van de betrokken landen, met alleen nadruk op de bilaterale dimensie, en verzoekt alle partners de strategische en politieke doelstellingen van het Barcelona-proces een nieuwe start te geven en te actualiseren, met inbegrip van de oprichting van samenwerkingsnetwerken en de bevordering van regionale integratie Noord-Zuid en Zuid-Zuid;

2. ist der Auffassung, dass sich die Entwicklung dieser Politik nicht auf die Aktualisierung der Assoziierungs- und Kooperationsabkommen mit jedem der betroffenen Staaten beschränken darf, wobei der Schwerpunkt ausschließlich auf den bilateralen Aspekt gelegt wird, und fordert sämtliche Partner auf, die strategischen und politischen Zielvorgaben des Prozesses von Barcelona – einschließlich der Schaffung von Kooperationsnetzwerken und der Förderung der regionalen Integration – neu zu beleben und zu aktualisieren;
2. meent dat de ontwikkeling van dit beleid niet beperkt kan worden tot de bijstelling van de associatie- en samenwerkingsovereenkomsten met elk van de betrokken landen, waarbij de nadruk alleen op de bilaterale dimensie wordt gelegd, en verzoekt alle partners een nieuwe impuls en invulling te geven aan de beleidsdoelstellingen van het proces van Barcelona, waaronder ook de oprichting van netwerken voor samenwerking en bevordering van regionale integratie;

2. vertritt die Auffassung, dass die Entwicklung der ENP sich nicht auf die Aktualisierung der Assoziierungs- und Kooperationsabkommen mit jedem der betroffenen Staaten beschränken darf, wobei lediglich der bilaterale Aspekt betont wird, und fordert alle Partner auf, die strategischen und politischen Ziele des Barcelona-Prozesses, einschließlich der Schaffung von Kooperationsnetzen und der Förderung der regionalen Nord-Süd- und Süd-Süd-Integration, mit neuem Leben zu erfüllen und zu aktualisieren;
2. is van mening dat de ontwikkeling van het Europees Nabuurschapsbeleid niet beperkt mag blijven tot aanpassing van de associatie- en samenwerkingsovereenkomsten met elk van de betrokken landen, door het accent alleen te leggen op de bilaterale dimensie en dringt er bij de partners op aan de strategische en beleidsdoelstelling van het Barcelona-proces nieuw leven in te blazen en te moderniseren, door de oprichting van samenwerkingsnetwerken en de bevordering van regionale integratie Noord-Zuid en Zuid-Zuid;

2. vertritt die Auffassung, dass die Entwicklung dieser Politik sich nicht auf die Aktualisierung der Assoziierungs- und Kooperationsabkommen mit jedem der betroffenen Staaten beschränken darf, wobei lediglich der bilaterale Aspekt betont wird, und fordert alle Partner auf, die strategischen und politischen Ziele des Barcelona-Prozesses, einschließlich der Schaffung von Kooperationsnetzen und der Förderung der regionalen Integration, mit neuem Leben zu erfüllen und zu aktualisieren;
2. is van mening dat de ontwikkeling van dit beleid niet beperkt kan blijven tot de actualisering van de associatie- en samenwerkingsovereenkomsten met elk van de betrokken landen, met alleen nadruk op de bilaterale dimensie, en verzoekt alle partners de strategische en politieke doelstellingen van het Barcelona-proces een nieuwe start te geven en te actualiseren, met inbegrip van de oprichting van samenwerkingsnetwerken en de bevordering van regionale integratie;

« Verstossen die Bestimmungen von Artikel 55 Absatz 1 Nr. 5 und Absatz 3 des königlichen Erlasses vom 16. März 1968 zur Koordinierung der Gesetze über die Strassenverkehrspolizei, abgeändert durch Artikel 27 des Gesetzes vom 18. Juli 1990, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 6 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention, weil sie einer nicht richterlichen Instanz die Befugnis erteilen, eine Strafsanktion im Sinne der Konvention zu verhängen, weil der Prokurator des Königs gleichzeitig als verfolgende Partei und als Richter auftritt und ohne öffentlichen Prozess, ohne Angabe von Gründen und ohne Anhörung des Betroffenen eine Strafe verhängt, während eine solche Befugnis nicht der Staatsanwaltschaft erteilt wird, wenn es um Personen geht, die mehrerer anderer Straftaten beschuldigt werden, weil die nachträgliche richterliche Prüfung die vorher verhängte Strafe nicht ungeschehen machen kann, da die Strafe bereits vollzogen ist und kein Verfahren zur Beseitigung der Folgen eines zu Unrecht verhängten sofortigen Führerscheinentzugs und zur Vergütung des zu Unrecht Bestraften vorgesehen ist, während letzteres etwa bei Personen, die Gegenstand unwirksamer Untersuchungshaft sind, sehr wohl der Fall ist, und ferner weil bei sofortigem Führerscheinentzug der Betroffene keinerlei Vorkehrungen treffen kann und ihm diese Möglichkeit sehr wohl geboten wird, wenn der Richter die Entziehung der Fahrerlaubnis ausspricht, da nämlich diese Entziehung erst am fünften Tag ab dem Datum der Benachrichtigung des Verurteilten durch die Staatsanwaltschaft in Kraft tritt (Artikel 40 des königlichen Erlasses vom 16. März 1968 zur Koordinierung der Gesetze über die Strassenverkehrspolizei), weil bei sofortigem Führerscheinentzug die Staatsanwaltschaft nicht über die Möglichkeit verfügt, den Führerschein teilweise zu entziehen, und deshalb die Entziehung der Fahrerlaubnis nicht auf bestimmte Fahrzeugklassen beschränken kann, was der Richter a ...
« Schenden de bepalingen van artikel 55, eerste lid, 5°, en derde lid, van het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer, vervangen bij artikel 27 van de wet van 18 juli 1990, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, afzonderlijk gelezen of gelezen in samenhang met artikel 6, 1, van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens, omdat zij aan een niet-rechterlijke instantie de bevoegdheid toekennen om een strafsanctie in de zin van het Europees Verdrag op te leggen, omdat de procureur des Konings tegelijkertijd optreedt als vervolgende partij en als rechter en een straf oplegt zonder openbaar proces, zonder opgave van beweegredenen en zonder de betrokken persoon te horen, terwijl een dergelijke bevoegdheid niet verleend wordt aan het openbaar ministerie ten opzichte van personen die van een hele reeks andere misdrijven verdacht worden, omdat de rechterlijke toetsing achteraf de eerder opgelegde straf niet kan ongedaan maken, vermits de straf reeds ondergaan werd en er geen procedure vastgesteld werd om de gevolgen van een ten onrechte opgelegde onmiddellijke intrekking van het rijbewijs weg te werken en om de ten onrechte gestrafte te vergoeden, terwijl dat laatste bijvoorbeeld wel het geval is voor de personen die het slachtoffer werden van onwerkzame voorlopige hechtenis, en nog omdat bij de onmiddellijke intrekking van het rijbewijs de betrokken persoon geen enkele schikking kan treffen en deze mogelijkheid hem wel gegeven wordt wanneer de rechter een verval van het recht tot sturen uitspreekt, daar immers dit verval slechts ingaat de 5de dag na die waarop het openbaar ministerie de kennisgeving aan de veroordeelde gedaan heeft (artikel 40 van het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer), omdat bij de onmiddellijke intrekking van het rijbewijs het openbaar ministerie niet de mogelijkheid heeft om het rijbewijs g ...