(3) Die in Absatz 1 genannten Proben werden von den von den Mitgliedstaaten oder der GFS zu bezeichnenden Laboratorien nach dem in Kapitel 8 des Anhangs der Verordnung (EWG) Nr. 2676/90 beschriebenen Verfahren analysiert.
3. De in lid 1 bedoelde monsters worden in door de Lid-Staten aan te wijzen laboratoria of in het GCO geanalyseerd volgens de in hoofdstuk 8 van de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2676/90 beschreven methode.