Vertaling van "beschluss ezb 2010 21 keine " (Duits → Nederlands) :

Gemäß Artikel 24 des Beschlusses EZB/2010/21 wendet die EZB, wenn im Beschluss EZB/2010/21 keine konkrete Rechnungslegungspraxis aufgeführt ist und kein anderweitiger Beschluss des EZB-Rates vorliegt, auf ihre Geschäfte und Konten die betreffenden Bewertungsprinzipien gemäß den von der Europäischen Union verabschiedeten International Accounting Standards (IAS) an.
Artikel 24 van Besluit ECB/2010/21 bepaalt dat indien een specifieke vorm van administratieve verwerking niet in Besluit ECB/2010/21 is vastgelegd en bij gebreke van een andersluidend besluit van de Raad van Bestuur, de ECB waarderingsgrondslagen volgt in overeenstemming met internationale regels inzake waardering en resultaatbepaling („IAS”) zoals goedgekeurd door de Europese Unie met betrekking tot de activiteiten en rekeningen van de ECB.

Technische Klarstellungen sind gemäß Beschluss EZB/2014/40 (2) und Beschluss EZB/2014/45 (3) in den Beschluss EZB/2010/21 aufzunehmen.
Technische verduidelijkingen moeten in Besluit ECB/2010/21 verwerkt worden, zulks overeenkomstig Besluit ECB/2014/40 (2) en Besluit ECB/2014/45 (3).

Der Beschluss EZB/2010/21 (1) legt die Regelungen für die Erstellung des Jahresabschlusses der Europäischen Zentralbank (EZB) fest.
Besluit ECB/2010/21 (1) stelt regels vast voor het opstellen van de jaarrekening van de Europese Centrale Bank (ECB).

Artikel 3 des Beschlusses EZB/2010/21 bestimmt, dass die in Artikel 3 der Leitlinie EZB/2010/20 vom 11. November 2010 über die Rechnungslegungsgrundsätze und das Berichtswesen im Europäischen System der Zentralbanken (2) festgelegten allgemeinen Rechnungslegungsgrundsätze auch im Sinne des Beschlusses EZB/2010/21 gelten.
Artikel 3 van Besluit ECB/2010/21 vermeldt dat de uitgangspunten inzake de financiële administratie in artikel 3 van Richtsnoer ECB/2010/20 van 11 november 2010 betreffende het juridische kader ten behoeve van de financiële administratie en verslaglegging in het Europees Stelsel van centrale banken (2) ook voor Besluit ECB/2010/21 van toepassing zijn.

Der Beschluss EZB/2010/21 vom 11. November 2010 über den Jahresabschluss der Europäischen Zentralbank (1) regelt die Aufstellung des Jahresabschlusses der Europäischen Zentralbank (EZB).
Besluit ECB/2010/21 van 11 november 2010 betreffende de jaarrekening van de Europese Centrale Bank (1) legt de regels vast voor het opstellen van de jaarrekening van de Europese Centrale Bank (ECB).

17. stellt fest, dass die erste Vereinbarung vom Mai 2010 keine Bestimmungen über eine Restrukturierung der griechischen Schulden enthielt, und dies, obwohl der IWF im Einklang mit seiner üblichen Praxis eine frühzeitige Umstrukturierung der Schulden bevorzugt hätte und zunächst einen entsprechenden Vorschlag gemacht hatte; erinnert daran, dass die EZB 2010 und 2011 damit zögerte, irgendeine Form der Umschuldung in Betracht zu ziehen, und zwar mit der Begründung, dass dies zu einem Überspringen der Krise auf andere Mitgliedstaaten geführt hätte; erinnert ferner an die Weigerung der EZB, sich an der im Februar 2012 beschlossenen Umschuldung zu beteiligen; weist darauf hin, dass die griechische Zentralbank im November 2010 zur Verstärkung der Marktturbulenzen beigetragen hat, als sie die Investoren öffentlich warnte, dass Liquiditätsoperationen der EZB im Fall der griechischen Staatsschulden nicht mehr als selbstverständlich vorausgesetzt werden dürften; weist ferner darauf hin, dass die Mitgliedstaaten zugesagt hatten, dass ihre Banken ihre Exponierung gegenüber den griechischen Anleihemärkten abbauen würden, diese Zusage aber nicht gehalten haben;
17. stelt vast dat de eerste overeenkomst van mei 2010 geen voorzieningen tot herstructurering van de Griekse schulden kon bevatten, ondanks het feit dat zij eerst was voorgesteld door het IMF, dat conform haar gebruikelijke praktijk de voorkeur zou hebben gegeven aan een vroegtijdige schuldsanering; herinnert aan de onwil van de ECB om in 2010 en 2011 enigerlei vorm van schuldsanering in overweging te nemen met het argument dat dit zou hebben geleid tot een crisis met besmettingsrisico voor andere lidstaten, alsook aan haar weigering om deel te nemen aan de in februari 2012 overeengekomen herstructurering; merkt op dat de Griekse Centrale Bank in november 2010 de onrust op de markt aanzienlijk vergrootte door beleggers publiekelijk te waarschuwen dat de liquiditeitsoperaties van de ECB in het geval van de Griekse staatsschuld niet langer konden worden beschouwd als vanzelfsprekend; merkt voorts op dat de lidstaten hebben toegezegd dat hun banken hun blootstelling aan de Griekse obligatiemarkten, die zij niet konden handhaven, niet zouden intrekken;

4. bedauert, dass die Fristen für die Erstattung von Kosten vor der Verabschiedung des Beschlusses 34/2010/GB des Verwaltungsrats der Akademie am 29. September 2010 nicht durchgesetzt wurden und daher in Bezug auf die Einhaltung dieser Fristen keine wesentliche Verbesserung erreicht wurde; erinnert daran, dass die Überziehung von Fristen eines der Haupthindernisse für die wirtschaftliche Haushaltsführung darstellt; nimmt zur Kenntnis, dass diese Fristen im Einklang mit dem Beschluss 34/2010/GB nun durchgesetzt werden und Zahlungsanträgen, die nach dem Ablauf der Frist eingereicht werden, nicht entsprochen wird; fordert die Akademie auf, die Entlastungsbehörde über die weitere Umsetzung dieses Beschlusses zu informieren;
4. betreurt het feit dat vóór de goedkeuring van besluit 34/2010/GB van de raad van bestuur van de academie van 29 september 2010 de sluitingsdata voor de terugbetaling van kosten niet werden gehandhaafd, zodat er geen duidelijke verbetering merkbaar was in de naleving van deze sluitingsdata; herhaalt dat het niet naleven van sluitingsdata één van de belangrijkste factoren is die goed financieel beheer kunnen belemmeren; neemt kennis van het feit dat er, in overeenstemming met besluit 34/2010/GB, geen terugbetalingen plaatsvinden van na de sluitingsdatum ontvangen kostendeclaraties; vraagt de academie de kwijtingsautoriteit op de hoogte te houden van de tenuitvoerlegging van dit besluit;

8. bedauert, dass die Fristen für die Erstattung von Kosten vor der Verabschiedung des Beschlusses 34/2010/GB des Verwaltungsrats der Akademie vom 29. September 2010 nicht durchgesetzt wurden und daher in Bezug auf die Einhaltung dieser Fristen keine wesentliche Verbesserung erreicht wurde; erinnert daran, dass die Überziehung von Fristen eines der Haupthindernisse für die wirtschaftliche Haushaltsführung darstellt; nimmt zur Kenntnis, dass Zahlungsanträgen, die nach dem Ablauf der Frist eingereicht werden, im Einklang mit dem Beschluss 34/2010/GB nicht entsprochen werden kann; fordert die Akademie auf, die Entlastungsbehörde über die Umsetzung des Beschlusses 34/2010/GB zu informieren;
8. betreurt het feit dat vóór de goedkeuring van besluit 34/2010/GB van de raad van bestuur van de Academie van 29 september 2010 de sluitingsdata voor de terugbetaling van kosten niet werden gehandhaafd, zodat er geen duidelijke verbetering merkbaar was in de naleving van deze sluitingsdata; herhaalt dat het niet naleven van sluitingsdata één van de belangrijkste factoren is die goed financieel beheer kunnen belemmeren; neemt kennis van het feit dat er, in overeenstemming met besluit 34/2010/GB, geen terugbetalingen plaatsvinden van na de sluitingsdatum ontvangen kostendeclaraties; vraagt de Academie de kwijtingsautoriteit op de hoogte te houden van de tenuitvoerlegging van besluit 34/2010/GB;

34. vertritt die Auffassung, dass die Anerkennung der Europäischen Zentralbank (EZB) als Organ deren Verantwortung, über ihre geldpolitischen Beschlüsse zu berichten, stärkt; begrüßt die Tatsache, dass mehrere Bestimmungen in der Satzung des Europäischen Systems der Zentralbanken (ESZB) und der EZB nach Anhörung des Parlaments gemäß Artikel 40.2 der Satzung von ESZB und EZB geändert werden können; bekräftigt, dass dies keine Beschränkung der Unabhängigkeit der EZB im Bereich der Währungspolitik oder bei den im Vertrag dargelegten Prioritäten bedeutet;
34. is van mening dat de verantwoordelijkheid van de Europese Centrale Bank (ECB) om verslag uit te brengen over het monetair beleid nu groter is, aangezien de ECB wordt erkend als instelling van de Europese Unie; verwelkomt het feit dat verschillende bepalingen van de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB) en van de ECB kunnen worden gewijzigd, nadat het Parlement is geraadpleegd overeenkomstig artikel 40, lid 2, van deze statuten; verklaart dat dit geen aantasting inhoudt van de onafhankelijkheid van de ECB op het gebied van het monetair beleid noch van de in het Verdrag genoemde prioriteiten;