Vertaling van "beschluss 2002 148 eg genannten " (Duits → Nederlands) :

2. JUNI 2016 - Erlaß der Wallonischen Regierung zur Abänderung des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 10. Juli 1997 zur Festlegung eines Abfallkatalogs sowie des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 18. März 2004 zur Untersagung der Zuweisung bestimmter Abfälle in technische Vergrabungszentren und zur Festlegung der Kriterien für die Annahme der Abfälle in technischen Vergrabungszentren Die Wallonische Regierung, Aufgrund des Dekrets vom 27. Juni 1996 über die Abfälle, Artikel 2 Ziffer 5, abgeändert durch Artikel 3 Ziffer 2 des Dekrets vom 10. Mai 2012 zur Umsetzung der Richtlinie 2008/98/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 19. November 2008 über Abfälle und zur Aufhebung bestimmter Richtlinien, Artikel 5 und Artikel 19 § 3, abgeändert durch Artikel 2 Ziffer 1 des Dekrets vom 19. September 2002 zur Abänderung des Dekrets vom 27. Juni 1996 über die Abfälle und des Dekrets vom 11. März 1999 über die Umweltgenehmigung sowie durch Artikel 17 Ziffer 1 des Dekrets vom 10. Mai 2012 zur Umsetzung der Richtlinie 2008/98/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 19. November 2008 über Abfälle und zur Aufhebung bestimmter Richtlinien; Aufgrund des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 10. Juli 1997 zur Festlegung eines Abfallkatalogs; Aufgrund des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 18. März 2004 zur Untersagung der Zuweisung bestimmter Abfälle in technische Vergrabungszentren und zur Festlegung der Kriterien für die Annahme der Abfälle in technischen Vergrabungszentren; Aufgrund des am 11. Dezember 2015 abgegebenen Gutachtens der Kommission für Abfälle; Aufgrund des am 20. April 2016 in Anwendung von Artikel 84 § 1 Absatz 1 Ziffer 2 der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat abgegebenen Gutachtens Nr. 59. 100/4 des Staatsrats; Aufgrund des in Anwendung von Artikel 3 Ziffer 2 des Dekrets vom 10. März 2016 zur Umsetzung der Resolutionen der im September 1995 in Peking organisierten Weltfrauenkonferenz ...
2 JUNI 2016. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 10 juli 1997 tot opstelling van een afvalcatalogus en van het besluit van de Waalse Regering van 18 maart 2004 tot verbod van het storten van sommige afvalstoffen in een centrum voor technische ingraving en tot vaststelling van de criteria voor de aanvaarding van afvalstoffen in een centrum voor technische ingraving De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, artikel 2, § 5°, gewijzigd bij artikel 3, 2°, van het decreet van 10 mei 2012 tot omzetting van richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen, artikel 5 en artikel 19, § 3, gewijzigd bij artikel 2, 1°, van het decreet van 19 september 2002 tot wijziging van de decreten van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning en bij artikel 17, 1°, van het decreet van 10 mei 2012 tot omzetting van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen; Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 10 juli 1997 tot opstelling van een afvalcatalogus; Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 18 maart 2004 tot verbod van het storten van sommige afvalstoffen in een centrum voor technische ingraving en tot vaststelling van de criteria voor de aanvaarding van afvalstoffen in centra voor technische ingraving; Gelet op het advies van de Afvalcommissie, gegeven op 11 december 2015; Gelet op het advies nr. 59.100/4 van de Raad van State, gegeven op 20 april 2016, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Gelet op het rapport van 10 maart 2016 opgemaakt overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014 houdende uitvoering van de resol ...

Die Anerkennung erfolgt durch einen Beschluss der Kommission im Anschluss an ein Verfahren, bei dem die Kommission von der Europäischen Agentur für die Sicherheit des Seeverkehrs (der Agentur), die durch die Verordnung (EG) Nr. 1406/2002 errichtet wurde, und dem Ausschuss für die Sicherheit im Seeverkehr und die Vermeidung von Umweltverschmutzung durch Schiffe (COSS), der durch die Verordnung (EG) Nr. 2099/2002 eingesetzt wurde, unterstützt wird. Aufgrund der Erfahrungen, die mit der Anwendung der einschlägigen Bestimmungen der Richtlinie 2008/106/EG in Bezug auf die Anerkennung von Drittländern hinsichtlich der Ausbildung und Zeugniserteilung gesammelt wurden, sollte das entsprechende Verfahren geändert werden, und zwar in Bezug auf die dreimonatige Frist, die die Kommission derzeit nach Artikel 19 Absatz 3 der genannten Richtlinie für den Beschluss über die Anerkennung einzuhalten hat.
De erkenning wordt toegekend bij besluit van de Commissie na een procedure waarin de Commissie hulp krijgt van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (het agentschap), dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1406/2002 en van het Comité voor maritieme veiligheid en voorkoming van verontreiniging door schepen (COSS), dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 2099/2002; bij het toepassen van de bepalingen van Richtlijn 2008/106/EG over de erkenning van derde landen voor STCW-doeleinden heeft men ervaren dat de betrokken procedure moet worden gewijzigd, met name inzake de termijn van drie maanden waarover de Commissie overeenkomstig artikel 19, lid 3, van de genoemde richtlijn beschikt om een besluit te vormen over de erkenning.

Weitere 12 Monate später ist der Rat der Auffassung, dass die demokratischen Grundsätze in Simbabwe nach wie vor nicht geachtet werden und dass in den fünf in dem Beschluss 2002/148/EG genannten Bereichen von der Regierung Simbabwes keine Fortschritte erzielt worden sind.
Na een nieuwe periode van 12 maanden is de Raad van oordeel dat de democratische beginselen in Zimbabwe nog steeds niet worden geëerbiedigd en dat door de Regering van Zimbabwe geen vooruitgang is geboekt op de vijf gebieden waarop Besluit 2002/148/EG betrekking heeft.

Der Rat nahm im Anschluss an Konsultationen mit Simbabwe im Rahmen des AKP-EG-Partnerschaftsabkommens einen Beschluss zur Verlängerung der Geltungsdauer der Maßnahmen des Beschlusses 2002/148/EG um 12 Monate an (Dok. 5844/06).
De Raad heeft een besluit aangenomen waarbij de geldigheidsduur van de krachtens Besluit 2002/148/EG geïntroduceerde maatregelen na overleg met Zimbabwe uit hoofde van de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst met 12 maanden wordt verlengd (5844/06).

Da es sich hierbei um Maßnahmen allgemeiner Tragweite handelt, die eine Änderung von nicht wesentlichen Bestimmungen der Verordnung (EG) Nr. 2150/2002 bewirken, ggf. auch durch Hinzufügung neuer nicht wesentlicher Bestimmungen, müssen diese Maßnahmen gemäß dem in Artikel 5a des Beschlusses 1999/468/EG genannten Regelungsverfahren mit Kontrolle erlassen werden.
Daar het maatregelen van algemene strekking betreft tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van Verordening (EG) nr. 2150/2002 of ter aanvulling van die verordening met nieuwe niet-essentiële onderdelen, moeten zij volgens de in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG vastgestelde regelgevingsprocedure met toetsing worden vastgesteld.

Der Rat stellte nämlich fest, dass die demokratischen Grundsätze in Simbabwe nicht geachtet werden und dass in den im Beschluss 2002/148/EG des Rates genannten fünf Bereichen, nämlich Beendigung der politisch motivierten Gewalt, Abhaltung freier und fairer Wahlen, Medienfreiheit, Unabhängigkeit der Justiz und Beendigung der illegalen Farmbesetzungen, von der Regierung keine Fortschritte erzielt worden sind.
De Raad heeft namelijk geconstateerd dat de democratische beginselen in Zimbabwe niet worden geëerbiedigd en dat door de regering van Zimbabwe geen vooruitgang is geboekt op de vijf gebieden waarop het besluit 2002/148/EG betrekking heeft: beëindiging van het politiek gemotiveerde geweld, vrije en eerlijke verkiezingen, vrijheid van de media, onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en beëindiging van de illegale bezetting van landbouwbedrijven.

Der Rat nahm im Anschluss an Konsultationen mit Simbabwe nach Artikel 96 des AKP-EG-Partnerschaftsabkommens einen Beschluss zur Verlängerung der Maßnahmen des Beschlusses 2002/148/EG um 12 Monate an (Dok. 5952/04).
De Raad nam een besluit aan tot verlenging met 12 maanden van de geldigheidsduur van Besluit 2002/148/EG houdende afsluiting van het overleg met Zimbabwe krachtens artikel 96 van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst (doc. 5952/04).

In dem oben genannten Akt von 1976, geändert durch den Beschluss 2002/772/EG, und in der Charta der Grundrechte der Union ist vorgesehen, dass die Mitglieder des Europäischen Parlaments in allgemeiner, unmittelbarer, freier und geheimer Wahl gewählt werden.
De bovengenoemde Akte van 1976, als gewijzigd bij besluit 2002/772/EG, en het Handvest van de grondrechten van de Unie, voorzien in de verkiezing van de vertegenwoordigers in het Parlement door middel van rechtstreekse, algemene, vrije en geheime verkiezingen.

3. Im Rahmen dieses Beschlusses wird davon ausgegangen, dass die Mitgliedstaaten (es sei denn, sie geben eine ausdrückliche gegenteilige Erklärung bei Einsetzung der gemeinsamen Ermittlungsgruppe ab) zugestimmt haben, dass alle von einem Mitglied oder einem entsandten Mitglied einer gemäß dem Rahmenbeschluss vom 13. Juni 2002 eingesetzten gemeinsamen Ermittlungsgruppe rechtmäßig erlangten Informationen zur Aufdeckung, Ermittlung und Strafverfolgung terroristischer Straftaten, an denen eine der in der Liste genannten Personen, Vereinigungen oder Körperschaften beteiligt ist, gemäß Artikel 1 Absatz 10 Buchstabe b des Rahmenbeschlusses vom 13. Juni 2002 verwendet werden können.
3. Ingevolge dit besluit worden lidstaten geacht ermee te hebben ingestemd (behoudens hun uitdrukkelijke verklaring van het tegendeel op het moment waarop een gemeenschappelijk onderzoeksteam wordt opgezet) dat alle informatie die op wettige wijze is verkregen door een lid of vervangend lid van een overeenkomstig het kaderbesluit van 13 juni 2002 opgezet gemeenschappelijk onderzoeksteam kan worden gebruikt voor opsporing, onderzoek en vervolging van strafbare feiten van terroristische aard, waarbij eender welke van de op de lijst vermelde personen, groepen of entiteiten betrokken is, op grond van artikel 1, lid 10, sub b, van het kaderbesluit van 13 juni 2002.

Die Beiträge des Europäischen Parlaments, des Rates und der Kommission werden durch Überweisung auf das Bankkonto nach Artikel 4 des Beschlusses vom 21. Februar 2002 in den Haushaltsplan des Fonds nach Artikel 3 des genannten Beschlusses eingezahlt.
5. De bijdragen van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie worden in de in artikel 3 van het besluit van 21 februari 2002 bedoelde begroting van het fonds gestort door overschrijving op de in artikel 4 van dat besluit bedoelde bankrekening.