17. fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten auf, die besondere Lage derjenigen, die ihr Berufsleben wegen schwerer Behinderungen von Familienmitgliedern oder wegen unfreiwilliger Arbeitslosigkeit nicht fortsetzen können und infolgedessen eine Einbuße des Einkommens erleiden und weil sie keine ausreichende Rente haben, in größere wirtschaftliche Abhängigkeit geraten, zu bedenken;
17. verlangt dat de Commissie en de lidstaten rekening houden met de specifieke situatie van diegenen die niet meer in staat zijn te werken wegens gezinsleden met ernstige gebreken of wegens onvrijwillige werkloosheid, en er als gevolg van een ontoereikende pensioenverzekering in inkomen op achteruit gaan en daarom economisch afhankelijker worden;