3. betont, dass die TEN-V-Projekte auf das kohäsionspolitische Ziel der ausgewogenen Entwicklung ausgerichtet sein müssen und zum Ausgleich räumlicher Disparitäten beitragen müssen; ist der Auffassung, dass dies nur gelingen kann, wenn den Erfordernissen des europäischen Leitbilds der polyzentrischen Entwicklung Rechnung getragen wird;
3. benadrukt dat de TEN-T-projecten moeten passen binnen de cohesiedoelstelling van een evenwichtige ontwikkeling en moeten bijdragen aan het opheffen van regionale dispariteiten; is van mening dat dit alleen kan slagen wanneer rekening wordt gehouden met de eisen van het Europese concept van polycentrische ontwikkeling;