Die Klägerin führt an, dass die angefochtene Bestimmung sie unmittelbar und persönlich betreffe, da diese zur Folge habe, dass sie vor den belgischen Gerichten verfolgt werden könne für Taten im Sinne von Artikel 10 Nr. 6 des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches, die vor dem Inkrafttreten dieser Bestimmung begangen worden seien.
De verzoekster voert aan dat de bestreden bepaling haar rechtstreeks en persoonlijk raakt doordat die als gevolg heeft dat zij vervolgd zal kunnen worden voor de Belgische rechtbanken voor feiten bedoeld in artikel 10, 6°, van de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering die zijn gepleegd vóór de inwerkingtreding van die bepaling.