Aus der Begründung der Verweisungsentscheidung, der Formulierung der präjudiziellen Frage und der Akte des Verfahrens vor dem vorlegenden Richter geht hervor, dass der Hof gebeten wird, über di
e Vereinbarkeit des dritten Satzes von Artikel 30 § 1 Absatz 2 der am 12. Januar
1973 koordinierten Gesetze, insofern er den König ermächtigt, die wesentlichen Elemente der Steuer festzulegen, die mit der einlei
tenden Klageschrift beim Staatsrat auf Nicht ...[+++]igerklärung von Akten und Verordnungen der verschiedenen Verwaltungsbehörden verbunden ist, einerseits mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit deren Artikel 170 § 1 und andererseits mit dieser Verfassungsbestimmung an sich zu befinden.Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing, uit de formulering van de prejudiciële vraag en uit het dossier van de rechtspleging die voor de verwijzende rechter is gevoerd, blijkt dat het Hof wordt verzocht uitspraak te doen over de bestaanbaarheid van de derde zin van artikel 30, § 1, tweede lid, van de op 12 januari
1973 gecoördineerde wetten - doordat hij de Koning ertoe machtigt de essentiële elementen te bepalen van het recht verschuldigd voor het verzoekschrift dat een beroep tot nietigverklaring bij de Raad van State inleidt tegen de akten en reglementen van de onderscheiden administratieve overheden -, enerzijds, met de artik
...[+++]elen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 170, § 1, ervan en, anderzijds, met die grondwettelijke bepaling afzonderlijk gelezen.