Unter Bezugnahme auf die vom Hof verkündeten Urteile Nrn. 46/97 und 139/98 machen die klagenden Parteien geltend, dass der Dekretgeber dadurch, dass er die Zuständigkeit des Richters, die Art und Weise der Wiedergutmachung und deren Betrag festzusetzen, abändere, den beiden vorgenannten Verfassungsbestimmungen « zuwiderhandelt ».
Met verwijzing naar de arresten van het Hof nrs. 46/97 en 139/98 voeren de verzoekende partijen aan dat de decreetgever, doordat hij de bevoegdheid wijzigt van de rechter om de wijze van herstel en het bedrag ervan vast te stellen, « ingaat » tegen de beide voormelde grondwetsbepalingen.