Die dritte präjudizielle Frage bezieht sich auf die Frage, ob beide Dekrete mit den Regeln, die die jeweilige Zuständigkeit des Staates, der Gemeinschaften und der Regionen festlegen, übereinstimmen oder nicht, insoweit diese Dekrete die Beziehung der entlohnten Sportler zu ihrem Arbeitgeber regeln.
De derde prejudiciële vraag betreft het al dan niet overeenstemmen van beide decreten met de regels die de onderscheiden bevoegdheid van de Staat, de gemeenschappen en de gewesten bepalen, in zoverre die decreten de relatie van de betaalde sportbeoefenaars met hun werkgever regelen.