Vertaling van "beide anträge nach " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Antragsüberwachungssystem | Überwachungssystem für die Bearbeitung der Anträge nach dem zentralisierten Verfahren | ATS [Abbr.]
Application Tracking System | ATS [Abbr.]

umgewandelte Anträge, die nach dem früheren konzertierten Verfahren eingereicht worden waren
omgezette aanvragen op grond van de voormalige overlegprocedure

Anträge, die nach dem früheren konzertierten Verfahren eingereicht wurden
aanvragen die krachtens de voormalige overlegprocedure zijn ingediend

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten A. Alen, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 24. Dezember 2013 in Sachen L.D. und anderer gegen RA M. Vinckier in dessen Eigenschaft als Konkursverwalter, dessen Ausfertigung am 30. Dezember 2013 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Kortrijk folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 504 des Zivilgesetzbuches in der zurzeit geltenden Fassung gegen die Bestimmungen der Artikel 10 und 11 der Verfassung, dahin ausgelegt, dass eine Klage der Erben auf Nichtigkeitserklärung eines Rechtsgeschäfts eines Verstorbenen aufgrund von Demenz zulässig ist, wenn ein Antrag auf Entmündigung hinterlegt wurde, nicht aber wenn ein Antrag auf Bestellung eines vorläufigen Verwalters hinterlegt wurde, unter Berücksichtigung dessen, dass beide Anträge, was die Rechtsgeschäfte angeht, zur Feststellung der rechtlichen Unfähigkeit der betreffenden Person, Rechtsgeschäfte zu tätigen, dienen?
Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 24 december 2013 in zake L.D. en anderen tegen Mr. M. Vinckier, in zijn hoedanigheid van curator van een faillissement, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 30 december 2013, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 504 BW in zijn huidige vorm de bepalingen van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in die zin geïnterpreteerd dat een vordering van de erfgenamen tot vernietiging van een rechtshandeling van een overledene op basis van krankzinnigheid ontvankelijk is wanneer een verzoekschrift tot onbekwaamverklaring werd neergelegd doch niet wanneer een verzoekschrift tot het aanstellen van een voorlopige bewindvoerder werd neergelegd, rekening houdend met het feit dat beide verzoekschriften, wat de rechtshandelingen betreffen, dienen tot het vaststellen van de juridische onbekwaamheid van de betrokken persoon om rechtshandelingen te stellen ?

Da beide Anträge nach dem 1. Mai 2009 eingereicht worden sind, sind sie auf der Grundlage der neuen Vorschriften bewertet worden, die in der Verordnung Nr. 546/2009 vom18. Juni 2009 zur Änderung der Verordnung (EG) Nr. 1927/2006 vom 20. Dezember 2006 festgelegt sind.
Beide aanvragen werden ingediend na 1 mei 2009 en zijn daarom beoordeeld op basis van de nieuwe bepalingen van verordening nr. 546/2009 van 18 juni 2009 tot wijziging van verordening (EG) nr. 1927/2006 van 20 december 2006.

Nach einer gründlichen Prüfung der beiden Anträge ist der EMPL-Ausschuss zu der Auffassung gelangt, dass beide Anträge die in der Verordnung (EG) Nr. 1927/2006 festgelegten Kriterien erfüllen, und befürwortet deshalb die Inanspruchnahme des EGF für die von Spanien und der Kommission eingereichten Anträge: EGF/2008/004/ES/Castilla y Léon/Aragon und Technische Unterstützung auf Initiative der Kommission.
Na zorgvuldige behandeling van de twee aanvragen is EMPL van oordeel dat beide aan de criteria van Verordening (EG) nr. 1927/2006 voldoen, en is zij derhalve voorstander van de beschikbaarstelling van middelen uit het EGF voor de door Spanje en de Commissie ingediende aanvragen: EGF/2008/04 ES/Castilla y Léon en Aragón en technische bijstand op initiatief van de Commissie.

Beide Anträge wurden nach Artikel 8 der genannten Verordnung bewertet; Portugal und Dänemark übermittelten der Kommission Bewertungsberichte.
Beide aanvragen zijn overeenkomstig artikel 8 van die verordening geëvalueerd en Portugal en Denemarken hebben de evaluatieverslagen naar de Commissie gezonden.

Nach einer gründlichen Prüfung der beiden Anträge ist der EMPL-Ausschuss zu der Auffassung gelangt, dass beide Anträge die in der Verordnung (EG) Nr. 1927/2006 festgelegten Kriterien erfüllen, und befürwortet die Inanspruchnahme des EGF für die von Spanien und Litauen eingereichten Anträge EGF/2008/02/ES/Delphi und EGF/2008/03/LT/Alytaus Tekstile.
Na zorgvuldige behandeling van de twee aanvragen is EMPL van oordeel dat beide aan de criteria van Verordening (EG) nr. 1927/2006 voldoen, en is zij derhalve voorstander van de beschikbaarstelling van middelen uit het EGF voor de door Spanje en Litouwen ingediende aanvragen, respectievelijk EGF/2008/02/ES/Delphi en EGF/2008/03/LT/Alytaus Tekstilė.

Nach einer gründlichen Prüfung der beiden Anträge ist der Ausschuss für Beschäftigung und soziale Angelegenheiten zu der Auffassung gelangt, dass beide Anträge die in der Verordnung (EG) Nr. 1927/2006 festgelegten Kriterien erfüllen (siehe Artikel 2, 3, 4, 5 und 6) und befürwortet daher die Inanspruchnahme des EGF für die von Deutschland und Finnland in den Anträgen genannten Fälle: EGF/2007/03/DE/BENQ und EGF/2007/04/FI/PERLOS.
Na een grondige bestudering van de twee aanvragen komt de commissie EMPL tot de conclusie dat beide aanvragen voldoen aan de criteria die zijn vastgelegd in Verordening (EG) nr. 1927/2006 (zie de artikelen 2, 3, 4, 5 en 6) en stemt in met de beschikbaarstelling van middelen uit het EGF voor de door Duitsland en Finland ingediende zaken: EGF/2007/003/DE/BENQ en EGF/2007/004/FI/PERLOS.

Nach einer gründlichen Prüfung der beiden Anträge ist der Ausschuss für Beschäftigung und soziale Angelegenheiten zu der Auffassung gelangt, dass beide Anträge die in der Verordnung (EG) Nr. 1927/2006 festgelegten Kriterien erfüllen (siehe Artikel 2, 3, 4, 5 und 6) und befürwortet daher die Inanspruchnahme des EGF für die von Frankreich in den Anträgen genannten Fälle: EGF/2007/01/FR/Peugeot SA und EGF/2007/02/Renault SA.
Na grondige bestudering van de twee aanvragen komt de commissie EMPL tot de conclusie dat beide aanvragen voldoen aan de criteria die zijn vastgelegd in Verordening (EG) nr. 1927/2006 (zie de artikelen 2, 3, 4, 5 en 6) en is derhalve voorstander van beschikbaarstelling van middelen uit het EFG voor de door Frankrijk ingediende zaken: EGF/2007/01/FR/PSA en EGF/2007/02/FR/RSA.

Da sich die in dem Antrag enthaltenen Angaben zur Schädigung auf die Auswirkungen der Einfuhren aus Guatemala und Pakistan zusammengenommen stützten, stellt die Rücknahme des Antrags für beide Länder nach Auffassung des Antragstellers zum jetzigen Zeitpunkt eine vernünftige Vorgehensweise dar.
Daar de gegevens over schade in de klacht gebaseerd waren op het gecombineerde effect van de invoer uit Guatemala en Pakistan, lijkt het de indiener van de klacht momenteel redelijk de klacht wat beide landen betreft in te trekken.

Führt dies nicht zu einer für beide Seiten akzeptablen Lösung, findet auf Antrag einer der Parteien innerhalb von drei Monaten nach diesem Antrag ein Meinungsaustausch im Assoziationsrat statt.
Wanneer deze contacten niet tot een wederzijds aanvaardbare oplossing leiden, wordt in de Associatieraad op verzoek van een partij binnen drie maanden na het verzoek overleg gepleegd.

(6) Teilt der Antragsteller, der die Nichtigerklärung begehrt, oder der Inhaber dem Amt vor Ablauf einer Frist von zwei Monaten nach Empfang der in Artikel 31 Absatz 1 der vorliegenden Verordnung genannten Mitteilung durch den Inhaber mit, dass sich beide Parteien gemäß Artikel 98 Absatz 5 der Verordnung (EG) Nr. 6/2002 auf eine andere Verfahrenssprache geeinigt haben, so muss der Antragsteller, sofern der Antrag nicht in der betreffenden Sprache gestellt wurde, innerhalb einer Frist von einem Monat nach dem besagten Zeitpunkt eine Übersetzung des Antrags in diese Sprache einreichen.
6. Indien de indiener van de vordering tot nietigverklaring of de houder binnen twee maanden na de ontvangst door de houder van de in artikel 31, lid 1, van deze verordening bedoelde kennisgeving het Bureau ervan in kennis stelt dat zij overeenkomstig artikel 98, lid 5, van Verordening (EG) nr. 6/2002 zijn overeengekomen een andere taal als proceduretaal te gebruiken, dient de verzoeker, voorzover de vordering niet in die taal is ingediend, binnen een maand na genoemde datum, een vertaling van de vordering in die taal in.