(38) Die Mitgliedstaaten können Bestimmungen über invasive gebietsfremde Arten von unionsweiter Bedeutung beibehalten oder annehmen, die strenger sind als die in dieser Verordnung festgelegten Bestimmungen; zudem können sie Bestimmungen, wie etwa die in dieser Verordnung festgelegten Bestimmungen über invasive gebietsfremde Arten von unionsweiter Bedeutung, auf invasive gebietsfremde Arten von Bedeutung für Mitgliedstaaten anwenden.
(38) De lidstaten kunnen regels inzake voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten handhaven of vaststellen die strenger zijn dan die van deze verordening; daarnaast kunnen zij bepalingen zoals die inzake voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten van deze verordening, toepassen op voor een lidstaat zorgwekkende invasieve uitheemse soorten.