Vertaling van "bei nicht erfolgter oder mangelhafter abwicklung würden " (Duits → Nederlands) :

Harmonisierte Vorschriften über Pflichten und Haftung der betreffenden Parteien bei nicht erfolgter oder mangelhafter Abwicklung würden die Schaffung gleicher Ausgangsbedingungen für die Zahlungsdienstleistungsanbieter im Binnenmarkt erleichtern. Außerdem würde dadurch ein einheitliches, hohes Verbraucherschutzniveau gewährleistet.
Geharmoniseerde regels inzake de verplichtingen en aansprakelijkheid van de betrokken partijen bij niet-uitvoering of gebrekkige uitvoering zouden de invoering van gelijke concurrentievoorwaarden voor aanbieders van betalingsdiensten in de interne markt vergemakkelijken. Dit zou ook een uniform, hoog niveau van consumentenbescherming waarborgen.

1. Der Zahlungsdienstleistungsanbieter haftet für die nicht erfolgte oder mangelhafte Abwicklung eines Zahlungsauftrags, den der Zahlungsdienstleistungsnutzer in Übereinstimmung mit seinen [zwingend vorgeschriebenen/vertraglich vereinbarten] Pflichten erteilt hat.
1. De aanbieder van betalingsdiensten is aansprakelijk voor de niet-uitvoering of de gebrekkige uitvoering van een betalingsopdracht die de gebruiker van betalingsdiensten overeenkomstig zijn [dwingende/contractuele] verplichtingen heeft ingeleid.

* In Bezug auf elektronische Zahlungsinstrumente bestimmt die Empfehlung 97/489/EG, dass der Emittent eines elektronischen Zahlungsinstruments für die nicht erfolgte oder mangelhafte Abwicklung eines Geschäfts des Inhabers des Instruments haftet (siehe Artikel 8).
* Met betrekking tot elektronische betaalinstrumenten wordt in Aanbeveling 97/489/EG bepaald dat de uitgever aansprakelijk moet zijn voor niet-uitvoering of gebrekkige uitvoering van de transacties van de houder (zie artikel 8).

Anhang 12: NICHT ERFOLGTE ODER MANGELHAFTE ABWICKLUNG
Bijlage 12: NIET-UITVOERING OF GEBREKKIGE UITVOERING

2. Der Zentralverwalter trägt dafür Sorge, dass ERU, die nach dem 31. Dezember 2012 für bis zum 31. Dezember 2012 erfolgte Emissionsreduktionen vergeben werden und die sich auf Projekte in Drittländern beziehen, für die von 2013 bis 2020 keine rechtsverbindlichen quantifizierten Emissionsziele – wie im Rahmen einer Änderung des Kyoto-Protokolls gemäß dessen Artikel 3 Absatz 9 festgesetzt – gelten oder die kein Ratifizierungsinstrument für eine solche Änderung des Kyoto-Protokolls hinterlegt haben, nur dann in EHS-Konten im Unionsregister verbucht werden, wenn sie sich auf Emissionsreduktionen beziehen, die nach dem Prüfverfahren des Ausschusses für die Überwachung der Gemeinsamen Umsetzung (Joint Implementation Supervisory Committee) gemäß dem Beschluss 9/CMP.1 (d. h. nach dem „Track-2-Verfahren“) geprüft wurden bzw. die – wenn eine solche Prüfung nicht möglich ist – von einer gemäß dem Beschluss 9/CMP.1 akkreditierten unabhängigen Einrichtung als für bis zum 31. Dezember 2012 erfolgte Emissionsreduktionen vergeben zertifiziert wurden.
2. De centrale administrateur ziet erop toe dat ERU’s die na 31 december 2012 zijn afgegeven voor emissiereducties die tot en met 31 december 2012 plaatsvonden en verband houden met projecten in derde landen die geen juridische bindende gekwantificeerde emissiereductiedoelstellingen hebben voor de jaren 2013 tot en met 2020 zoals bepaald in een wijziging van het Protocol van Kyoto volgens artikel 3, paragraaf 9, daarvan, of die geen akte van bekrachtiging met betrekking tot een dergelijke wijziging van het Protocol van Kyoto heeft neergelegd, alleen in ETS-rekeningen van het EU-register worden aangehouden als zij betrekking hebben op emissiereducties volgens de controleprocedure van het Toezichtcomité gezamenlijke uitvoering zoals omschreven in Besluit 9/CMP.1 (volgens de zogenoemde "track 2-procedure") of, als een dergelijke verificatie niet mogelijk is, als door een onafhankelijke, volgens Besluit 9/CMP.1 erkende entiteit is vastgesteld dat zij zijn uitgegeven met betrekking tot emissiereducties die plaatsvonden tot 31 december 2012.

Harmonisierte Vorschriften über Pflichten und Haftung der betreffenden Parteien bei nicht erfolgter oder mangelhafter Abwicklung würden die Schaffung gleicher Ausgangsbedingungen für die Zahlungsdienstleistungsanbieter im Binnenmarkt erleichtern.
Geharmoniseerde regels inzake de verplichtingen en aansprakelijkheid van de betrokken partijen bij niet-uitvoering of gebrekkige uitvoering zouden de invoering van gelijke concurrentievoorwaarden voor aanbieders van betalingsdiensten in de interne markt vergemakkelijken. Dit zou ook een uniform, hoog niveau van consumentenbescherming waarborgen.

Der Zahlungsdienstleistungsanbieter haftet für die nicht erfolgte oder mangelhafte Abwicklung eines Zahlungsauftrags, den der Zahlungsdienstleistungsnutzer in Übereinstimmung mit seinen [zwingend vorgeschriebenen/vertraglich vereinbarten] Pflichten erteilt hat.
De aanbieder van betalingsdiensten is aansprakelijk voor de niet-uitvoering of de gebrekkige uitvoering van een betalingsopdracht die de gebruiker van betalingsdiensten overeenkomstig zijn [dwingende/contractuele] verplichtingen heeft ingeleid.

« Art. 259. Bei nicht erfolgter Erklärung, bei verspäteter Vorlage der Erklärung oder in dem Fall, wo die geschuldete Steuer höher ist als die Steuer bezüglich der besteuerbaren Einkünfte und der anderen Angaben in den hierzu vorgesehenen Rubriken eines Erklärungsformulars, das die Anforderungen hinsichtlich der Form und der Frist erfüllt, die entweder durch die Artikel 214 bis 218 oder durch in Ausführung von Artikel 220 angenommene Bestimmungen festgelegt wurden, kann die Steuer oder die Zusatzsteuer in Abweichung von Artikel 264 während drei Jahren ab dem 1. Januar des Jahres festgelegt werden, nach dem das Veranlagungsjahr, für das die Steuer geschuldet ist, benannt wird.
« Art. 259. Bij niet-aangifte, bij laattijdige overlegging van aangifte, of wanneer de verschuldigde belasting hoger is dan de belasting met betrekking tot de belastbare inkomsten en de andere gegevens vermeld in de daartoe bestemde rubrieken van een aangifteformulier dat voldoet aan de vorm- en termijnvereisten, gesteld hetzij bij de artikelen 214 tot 218, hetzij bij ter uitvoering van artikel 220 genomen bepalingen, mag de belasting of de aanvullende belasting, in afwijking van artikel 264, worden gevestigd gedurende drie jaar vanaf 1 januari van het jaar waarnaar het aanslagjaar wordt genoemd waarvoor de belasting is verschuldigd.