(1) Hat die Kommission den Einspruch nicht gemäß Artikel 15 Absatz 4 abgelehnt, so teilt sie den Einspruch den Behörden des Mitgliedstaats oder Drittlands bzw. dem im betreffenden Drittland ansässigen Antragsteller mit und fordert sie auf, innerhalb einer Frist von zwei Monaten ab Erstellung dieser Mitteilung Bemerkungen vorzubringen.
1. Als de Commissie het bezwaar niet heeft afgewezen overeenkomstig artikel 15, lid 4, stelt zij de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land of de in het betrokken derde land gevestigde aanvrager in kennis van het bezwaar en nodigt zij hen of hem uit binnen twee maanden na de datum van die kennisgeving opmerkingen te maken.