1. Alle Emissionsgrenzwerte werden bei einer Temperatur von 273,15 K, einem Druck von 101,3 kPa und nach Abzug des Wasserdampfgehalts des Abgases und bei einem Bezugs-O2-Gehalt von 6% für feste Brennstoffe, 3% für Feuerungsanlagen für flüssige und gasförmige Brennstoffe mit Ausnahme von Gasturbinen und Gasmotoren und 15% für Gasturbinen und Gasmotoren berechnet.
1. Alle emissiegrenswaarden worden berekend bij een temperatuur van 273,15 K, een druk van 101,3 kPa en na correctie voor het waterdampgehalte van de afgassen en bij een gestandaardiseerd O2-gehalte van 6 % voor vaste brandstoffen, 3 % voor stookinstallaties, met uitzondering van gasturbines en gasmotoren die vloeibare en gasvormige brandstoffen gebruiken en 15 % voor gasturbines en gasmotoren.