(2) Für die Zwecke des Artikels 3 Absatz 1 Buchstabe a und des Artikels 3 Absatz 3 der Verordnung (EU) Nr. 236/2012 wird eine Position in einem Finanzinstrument (einschließlich der in Artikel 8 Absatz 2 genannten) bei der Berechnung der Short-Position berücksichtigt, wenn sie im Falle eines Kurs- oder Wertrückgangs des öffentlichen Schuldtitels einen finanziellen Vorteil verschafft.
2. Voor de toepassing van artikel 3, lid 1, onder a), en lid 3, van Verordening (EU) nr. 236/2012 wordt, indien een positie in een instrument, met inbegrip van de instrumenten die zijn opgenomen in de lijst in artikel 8, lid 2, een financieel voordeel oplevert bij een daling van de koers of de waarde van de overheidsschuld, deze positie in aanmerking genomen bij de berekening van de shortpositie.