Traduction de «behörden wurde bekannt » (Allemand → Néerlandais) :

die beim Screening getroffene Entscheidung der zuständigen Behörden wurde bekannt gegeben und der Öffentlichkeit zugänglich gemacht; und
het screeningsbesluit van de bevoegde autoriteiten is afgegeven en beschikbaar voor het publiek, en

a)die beim Screening getroffene Entscheidung der zuständigen Behörden wurde bekannt gegeben und der Öffentlichkeit zugänglich gemacht; und
a)het screeningsbesluit van de bevoegde autoriteiten is afgegeven en beschikbaar voor het publiek, en

In Ländern, in denen der Kommission keine Hersteller bekannt waren, wurde die nationalen Behörden um Auskunft über Hersteller gebeten.
In landen waar geen producenten bekend waren, werd de nationale autoriteiten verzocht informatie over producenten in te dienen.

(1) Die Mitgliedstaaten stellen sicher, dass die zuständigen Behörden alle Verwaltungssanktionen oder andere Maßnahmen, die wegen eines Verstoßes gegen die zur Umsetzung dieser Richtlinie erlassenen nationalen Vorschriften verhängt worden sind und gegen die kein Rechtsmittel fristgerecht eingelegt wurde, umgehend öffentlich bekannt machen und dabei auch Informationen zu Art und Charakter des Verstoßes sowie den verantwortlichen Personen liefern.
1. De lidstaten schrijven voor dat de bevoegde autoriteit alle bestuursrechtelijke sancties of andere maatregelen die bij schending van de nationale bepalingen ter omzetting van deze richtlijn worden opgelegd en waartegen niet tijdig beroep is ingesteld, onmiddellijk moet bekendmaken, waarbij informatie wordt verstrekt over de soort en de aard van de schending en de identiteit van de personen die ervoor verantwoordelijk zijn.

« Verstößt Artikel 1 Absatz 1 des Gesetzes vom 6. Februar 1970 über die Verjährung der Schuldforderungen zu Lasten oder zugunsten des Staates oder der Provinzen, der Artikel 100 Absatz 1 Nr. 1 der durch den königlichen Erlass vom 17. Juli 1991 koordinierten Gesetze über die Staatsbuchführung geworden ist, sowie die Ubergangsregelung des Gesetzes vom 22. Mai 2003, gegen die Artikel 10, 11 und 16 der Verfassung, unter anderem im Lichte von Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zu dieser Konvention, indem er für Schadensersatzklagen aufgrund der außervertraglichen Haftung der Behörden wegen eines Fehlers, der von einem ihrer Organe oder Angestellten begangen wurde, nur eine Verjährungsfrist von fünf Jahren vorsieht, die am 1. Januar des Haushaltsjahres, in dem die Schuldforderung entstanden ist, anfängt, während die Verjährungsfrist für außervertragliche Klagen des Staates zum Zeitpunkt der Begehung des Fehlers dreißig Jahre betrug (wobei der Staat nach dem Inkrafttreten des Verjährungsgesetzes vom 10. Juni 1998 in den Fällen, wo ihm der Schaden und die Identität des Haftenden bekannt waren, zur Klageerhebung noch über eine Frist von fünf Jahren ab dem Inkrafttreten dieses Gesetzes verfügte)?
« Schendt artikel 1, eerste lid, van de wet van 6 februari 1970 betreffende de verjaring van de schuldvorderingen ten laste of ten voordele van de Staat en de Provinciën, dat artikel 100, eerste lid 1° van de Wet op de Rijkscomptabiliteit gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 17 juli 1991 is geworden, en de overgangsregeling van de wet van 22 mei 2003, de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet mede in het licht van artikel 6 EVRM en artikel 1, eerste Protocol bij het EVRM doordat het voor vorderingen tot schadevergoeding op grond van de buitencontractuele aansprakelijkheid van de overheid wegens de onrechtmatige daad van een orgaan of aangestelde van de overheid slechts voorziet in een verjaringstermijn van vijf jaar die een aanvang neemt op 1 januari van het begrotingsjaar waarin de schuldvordering is ontstaan, terwijl de verjaringstermijn voor buitencontractuele vorderingen van de Staat, ten tijde van de onrechtmatige daad, dertig jaar bedroeg (met dien verstande dat, na de inwerkingtreding van de verjaringswet van 10 juni 1998, in gevallen waar de Staat kennis had van de schade en de identiteit van de aansprakelijke, de Staat nog over een termijn van vijf jaar beschikte vanaf de inwerkingtreding van deze wet om haar vordering in te stellen) ?

« Verstösst Artikel 1 Absatz 1 des Gesetzes vom 6hhhhqFebruar 1970 über die Verjährung der Schuldforderungen zu Lasten oder zugunsten des Staates oder der Provinzen, der Artikel 100 Absatz 1 Nr. 1 der durch den königlichen Erlass vom 17hhhhqJuli 1991 koordinierten Gesetze über die Staatsbuchführung geworden ist, sowie die Ubergangsregelung des Gesetzes vom 22hhhhqMai 2003, gegen die Artikel 10, 11 und 16 der Verfassung, unter anderem im Lichte von Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zu dieser Konvention, indem er für Schadensersatzklagen aufgrund der ausservertraglichen Haftung der Behörden wegen eines Fehlers, der von einem ihrer Organe oder Angestellten begangen wurde, nur eine Verjährungsfrist von fünf Jahren vorsieht, die am 1hhhhqJanuar des Haushaltsjahres, in dem die Schuldforderung entstanden ist, anfängt, während die Verjährungsfrist für ausservertragliche Klagen des Staates zum Zeitpunkt der Begehung des Fehlers dreissig Jahre betrug (wobei der Staat nach dem Inkrafttreten des Verjährungsgesetzes vom 10hhhhqJuni 1998 in den Fällen, wo ihm der Schaden und die Identität des Haftenden bekannt waren, zur Klageerhebung noch über eine Frist von fünf Jahren ab dem Inkrafttreten dieses Gesetzes verfügte)?
« Schendt artikel 1, eerste lid, van de wet van 6 februari 1970 betreffende de verjaring van de schuldvorderingen ten laste of ten voordele van de Staat en de Provinciën, dat artikel 100, eerste lid 1° van de Wet op de Rijkscomptabiliteit gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 17 juli 1991 is geworden, en de overgangsregeling van de wet van 22 mei 2003, de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet mede in het licht van artikel 6 EVRM en artikel 1, eerste Protocol bij het EVRM doordat het voor vorderingen tot schadevergoeding op grond van de buitencontractuele aansprakelijkheid van de overheid wegens de onrechtmatige daad van een orgaan of aangestelde van de overheid slechts voorziet in een verjaringstermijn van vijf jaar die een aanvang neemt op 1 januari van het begrotingsjaar waarin de schuldvordering is ontstaan, terwijl de verjaringstermijn voor buitencontractuele vorderingen van de Staat, ten tijde van de onrechtmatige daad, dertig jaar bedroeg (met dien verstande dat, na de inwerkingtreding van de verjaringswet van 10 juni 1998, in gevallen waar de Staat kennis had van de schade en de identiteit van de aansprakelijke, de Staat nog over een termijn van vijf jaar beschikte vanaf de inwerkingtreding van deze wet om haar vordering in te stellen) ?

(1) Wurde eine Entscheidung über die Erteilung oder die Ablehnung einer Genehmigung getroffen, so gibt/geben die zuständige(n) Behörde(n) dies unverzüglich der Öffentlichkeit und den in Artikel 6 Absatz 1 genannten Behörden nach den entsprechenden nationalen Verfahren bekannt und stellt/stellen sicher, dass die folgenden Informationen der Öffentlichkeit und den in Artikel 6 Absatz 1 genannten Behörden zugänglich sind, wobei gegebenenfalls den Fällen gemäß Artikel 8a Absatz 3 Rechnung zu tragen ist:
1. Wanneer een beslissing over het verlenen of weigeren van een vergunning is genomen, brengen de bevoegde instantie(s) het betrokken publiek en de in artikel 6, lid 1, bedoelde instanties, overeenkomstig de nationale procedures daarvan onverwijld op de hoogte en zorgen zij ervoor dat de volgende informatie ter beschikking van het publiek en de in artikel 6, lid 1, bedoelde instanties wordt gesteld, waarbij in voorkomend geval rekening wordt gehouden met de in artikel 8 bis, lid 3, bedoelde gevallen:

Aufgrund von Artikel 55 des Strafprozessgesetzbuches ist die Rolle des Untersuchungsrichters nämlich auf die Ermittlung der « Urheber von Straftaten » begrenzt, was voraussetzt, dass die Straftat begangen wurde und den Behörden bekannt ist, während eine proaktiven Untersuchung gemäss der Definition von Artikel 28bis § 2 desselben Gesetzbuches Taten betrifft, die noch nicht begangen wurden oder noch nicht bekannt sind.
De rol van de onderzoeksrechter is, krachtens artikel 55 van het Wetboek van Strafvordering, immers beperkt tot het opsporen van de « daders van misdrijven », wat impliceert dat het misdrijf reeds is gepleegd en bij de overheden bekend is, terwijl de proactieve recherche, gedefinieerd in artikel 28bis, § 2, van hetzelfde Wetboek, gericht is op feiten die nog niet zijn gepleegd, of nog niet aan het licht zijn gebracht.

angibt, dass ihm die von dem betreffenden Mitgliedstaat festgelegten oder noch festzulegenden Sanktionen bekannt sind, denen er sich aussetzt, wenn sich bei einer von den Behörden durchgeführten Kontrolle herausstellt, dass der Verpflichtung gemäß Buchstabe a nicht nachgekommen wurde.
erkent te weten dat tegen hem door de lidstaten vastgestelde of nog vast te stellen sancties kunnen worden genomen als bij een controle door de overheid blijkt dat hij de onder a) bedoelde verbintenis niet is nagekomen.