Traduction de «behörden organisierten schulen » (Allemand → Néerlandais) :

Durch Artikel 24 § 1 der Verfassung werden die von den öffentlichen Behörden organisierten Schulen verpflichtet, bis zum Ende der Schulpflicht die Wahl zwischen dem Unterricht in einer der anerkannten Religionen und demjenigen in nichtkonfessioneller Sittenlehre anzubieten.
Artikel 24, § 1, van de Grondwet legt aan de scholen ingericht door openbare besturen op, tot het einde van de leerplicht, de keuze aan te bieden tussen onderricht in een der erkende godsdiensten en de niet-confessionele zedenleer.

Die von den öffentlichen Behörden organisierten Schulen bieten bis zum Ende der Schulpflicht die Wahl zwischen dem Unterricht in einer der anerkannten Religionen und demjenigen in nichtkonfessioneller Sittenlehre.
De scholen ingericht door openbare besturen bieden, tot het einde van de leerplicht, de keuze aan tussen onderricht in een der erkende godsdiensten en de niet-confessionele zedenleer.

Die von den öffentlichen Behörden organisierten Schulen bieten bis zum Ende der Schulpflicht die Wahl zwischen dem Unterricht in einer der anerkannten Religionen und demjenigen in nichtkonfessioneller Sittenlehre ».
De scholen ingericht door openbare besturen bieden, tot het einde van de leerplicht, de keuze aan tussen onderricht in een der erkende godsdiensten en de niet-confessionele zedenleer ».

Ausserdem wird die Freiheit der Gemeinschaft auf Ebene des Unterrichts durch die in Artikel 24 § 1 Absätze 3 und 4 der Verfassung enthaltenen Regeln eingeschränkt, die vorschreiben, dass das durch die Gemeinschaft organisierte Unterrichtswesen neutral sein muss und dass die von den öffentlichen Behörden organisierten Schulen bis zum Ende der Schulpflicht die Wahl zwischen dem Unterricht in einer der anerkannten Religionen und demjenigen in nichtkonfessioneller Sittenlehre bieten müssen.
Bovendien wordt de vrijheid van de gemeenschap op onderwijsvlak beperkt door de in artikel 24, § 1, derde en vierde lid, van de Grondwet vervatte regels, die voorschrijven dat het door de gemeenschap ingerichte onderwijs neutraal dient te zijn en dat de scholen ingericht door openbare besturen de keuze dienen aan te bieden, tot het einde van de leerplicht, tussen onderricht in één der erkende godsdiensten en de niet-confessionele zedenleer.