27. betont, wie wichtig es ist, die Fachkenntnisse und das Engagement der Mitarbeiter der EU, insbesondere auf der Ebene der Delegationen, in Bezug auf die Dezentralisierung und die Rolle der zivilgesellschaftlichen Organis
ationen und lokalen Behörden in der nachhaltigen Entwicklung zu stärken – etwa wie die Koordinierung mit zivilgesellschaftli
chen Organisationen erfolgen soll –, und fordert zivilgesellschaftliche Organisationen, einschließlich Frauenorganisationen, auf, sich zu beteiligen, um diese Prozesse um e
...[+++]ine geschlechtsspezifische Perspektive zu ergänzen;
27. wijst op de noodzaak om de expertise en het engagement van EU-personeel, met name bij de delegaties, te versterken wat betreft decentralisatie en de rol van maatschappelijke organisaties en lokale autoriteiten bij duurzame ontwikkeling, ook ten aanzien van de coördinatie met maatschappelijke organisaties, en pleit voor de participatie van maatschappelijke organisaties, met inbegrip van vrouwenorganisaties, om het genderperspectief in deze ontwikkeling te integreren;