(2) Die zuständige Behörde stellt Betreibern und Stellen, die nach Ansicht der Behörde ein legitimes Interesse haben, die betreffenden Teile ihres nationalen Programms für die Sicherheit der Zivilluftfahrt in dem jeweils nötigen Umfang in schriftlicher Form zur Verfügung.
2. De bevoegde autoriteit stelt de exploitanten en entiteiten die er naar haar mening een legitiem belang bij hebben, op een „need-to-know”-basis schriftelijk in kennis van de relevante delen van het nationaal programma voor de beveiliging van de burgerluchtvaart.