Vertaling van "begründung gewährung " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Anspruchsbegründung | Begründung eines Anspruchs | Begründung eines Rechts | Entstehen eines Anspruchs | Erlangung eines Anspruchs | Erwerb eines Anspruchs | Gewährung eines Rechtsanspruchs
ingaan van een recht

Begründung der Einsprache | Einspruchsgrund | Mittel zur Begründung des gegenteiligen Standpunktes
verzetgrond

Gewährung einer Leistung | Gewährung von Leistungen | Leistungsgewährung
betaling van een uitkering | toekenning van een prestatie | toekenning van prestaties | verlening van een prestatie

rechtliche Begründung
motivering in rechte

Begründung
motivering

Stützungspolitik [ Gewährung von Zuschüssen | Subventionierung | Subventionspolitik ]
steunverleningsbeleid [ hulpverleningsbeleid | subsidieverlening ]

Darlehen [ Gewährung eines Darlehens ]
lening [ verstrekking van een lening ]

vorzeitige Gewährung
vervroegde toekenning

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

In der Begründung des Gesetzentwurfs heißt es in Bezug auf den angefochtenen Artikel 7: « Die Möglichkeit für eine Person, die aus gesundheitlichen Gründen in den Ruhestand versetzt wurde, innerhalb günstigerer Einkommensgrenzen [...] zu arbeiten, widerspricht nämlich der Philosophie, die der Gewährung dieser Art von Pension zugrunde liegt, bei der davon ausgegangen wird, dass sie vorzeitig nur jenen Personen gewährt wird, die nicht mehr in der Lage sind zu arbeiten und somit für sich selbst ein Einkommen zu erwerben.
In de memorie van toelichting bij het wetsontwerp wordt, met betrekking tot het bestreden artikel 7, vermeld : « Immers, de persoon die wegens gezondheidsredenen op pensioen is gesteld, toelaten te werken binnen gunstigere inkomensgrenzen [...] gaat in tegen de filosofie die de basis vormt van de toekenning van dit type pensioen dat geacht wordt vroegtijdig te worden toegekend enkel aan personen die niet meer in staat zijn om te werken en zo voor zichzelf een inkomen te verwerven.

In der Begründung eines Abänderungsantrags anlässlich der Einführung eines neuen Artikels 10 in das Gesetz vom 20. Juli 1971 heißt es: « Die Gewährung von Familienleistungen zu Lasten des Staates für Kinder, die zu Lasten einer öffentlichen Behörde untergebracht sind, scheint nicht angebracht » (Parl. Dok., Senat, 1970-1971, Nr. 576, S. 8).
In de verantwoording van een amendement naar aanleiding van het invoeren van een nieuw artikel 10 in de wet van 20 juli 1971 is vermeld : « De toekenning van gezinsbijslag ten laste van het Rijk aan ten laste van een openbare overheid geplaatste kinderen lijkt niet aangewezen » (Parl. St., Senaat, 1970-1971, nr. 576, p. 8).

Aufgrund der fraglichen Bestimmung können der Prokurator des Königs und der Beschuldigte innerhalb einer Frist von vierundzwanzig Stunden Einspruch gegen den Aussetzungsbeschluss einlegen mit der Begründung, dass die gesetzlichen Bedingungen für die Gewährung der Aussetzung nicht erfüllt seien.
Krachtens de in het geding zijnde bepaling kunnen de procureur des Konings en de verdachte tegen de beschikking waarbij de opschorting wordt uitgesproken, binnen een termijn van vierentwintig uren, verzet doen om reden dat aan de wettelijke voorwaarden tot verlening van de opschorting niet zou zijn voldaan.

In der Begründung wurde dargelegt, dass die getrennte Veranlagung in Höhe von 16,5 Prozent der « kumulierten und aktualisierten Steuer auf die fiktive Rente bezüglich desselben Kapitals unter Berücksichtigung der normalen Lebenserwartungen zum Zeitpunkt der Gewährung desselben » entspricht (Parl. Dok., Kammer, 1984-1985, Nr. 1010/13, S. 47).
De memorie van toelichting zet uiteen dat de afzonderlijke aanslag van 16,5 pct. overeenkomt met de « gecumuleerde en geactualiseerde belasting op de fictieve rente met betrekking tot datzelfde kapitaal, met inachtneming van de normale levensverwachtingen op het moment dat dit kapitaal toegekend wordt » (Parl. St., Kamer, 1984-1985, nr. 1010/13, p. 47).

In seinem Entscheid Nr. 95/2008 vom 26. Juni 2008 hat der Gerichtshof erkannt, dass die Entscheidung des Gesetzgebers, zwei getrennte Verfahren zur Gewährung des subsidiären Schutzes einzuführen, je nachdem, ob der Antrag auf Schutz gegen unmenschliche oder erniedrigende Behandlung mit dem Gesundheitszustand des Antragstellers oder anders begründet wird, an sich nicht im Widerspruch zu den Artikeln 10 und 11 der Verfassung steht, und zwar mit folgender Begründung:
In zijn arrest nr. 95/2008 van 26 juni 2008 heeft het Hof geoordeeld dat de keuze van de wetgever om twee verschillende procedures in te voeren voor de toekenning van subsidiaire bescherming naargelang de aanvraag tot het verkrijgen van bescherming tegen een onmenselijke of vernederende behandeling wordt gemotiveerd door de gezondheidstoestand van de aanvrager dan wel door een andere reden, op zich niet strijdig is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, om de volgende redenen :

19. nimmt zur Kenntnis, dass der Rechnungshof der Auffassung ist, dass einige Vorschriften in den Durchführungsbestimmungen des gemeinsamen Unternehmens ohne hinreichende Begründung von den Durchführungsbestimmungen zur Haushaltsordnung für den Gesamthaushaltsplan der EU abweichen; begrüßt die Klarstellung des gemeinsamen Unternehmens, dass die geänderten Durchführungsbestimmungen für die Umsetzung dieser Tätigkeiten eine ausreichende Orientierungshilfe bieten, was etwa die Bedingungen für die Aufnahme und Gewährung von Darlehen und Regeln für die Bewertung von Sachleistungen angeht;
19. neemt nota van het feit dat de Rekenkamer van oordeel is dat bepaalde artikelen in de uitvoeringsbepalingen voor de gemeenschappelijke onderneming afwijken van de uitvoeringsvoorschriften van het Financieel Reglement van de Unie zonder dat dit voldoende gerechtvaardigd is; is verheugd over de verduidelijking van de gemeenschappelijke onderneming dat de herziene uitvoeringsvoorschriften een toereikende leidraad vormen voor de uitvoering van de activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming ten aanzien van bijvoorbeeld de voorwaarden voor het opnemen en verstrekken van leningen of de regels om de waarde van bijdragen in natura te bepalen;

1. erkennt an, dass die ersten Versuche, eine Verkehrsinfrastrukturpolitik der EU zu entwickeln – auf der Grundlage der „fehlenden Verbindungen“ des European Roundtable of Industrialists – durch die Mitteilung der Kommission vom 2. Dezember 1992 mit dem Titel „Die künftige Entwicklung der gemeinsamen Verkehrspolitik“ mit der Begründung, das Wirtschaftswachstum und die Wettbewerbsfähigkeit fördern und Beschäftigung schaffen zu wollen, umfassend gestärkt und vom ehemaligen für den Verkehr zuständigen Kommissionsmitglied Karel Van Miert auf den Weg gebracht wurden; stellt fest, dass mit Verordnung (EG) Nr. 2236/95 des Rates vom 18. September 1995 über die Grundregeln für die Gewährung von Gemeinschaftszuschüssen für transeuropäische Netze und mit Entscheidung Nr. 884/2004/EG versucht wurde, sich an den oben genannten Zielen zu orientieren; erachtet den Anstoß als erwähnenswert, den die frühere Vizepräsidentin der Kommission und für Energie und Verkehr zuständige Kommissarin Loyola de Palacio zu dieser Politik gegeben hat;
1. onderkent dat de eerste pogingen om een EU-beleid op het terrein van vervoersinfrastructuur te ontwikkelen, die geïnspireerd waren door de 'missing links' van de Europese Rondetafel van Industriëlen (ERT), een impuls kregen door de mededeling van de Commissie van 2 december 1992 over "De toekomstige ontwikkeling van het gemeenschappelijk vervoersbeleid", waarin dit beleid werd gemotiveerd met de doelstellingen van economische groei, concurrentievermogen en werkgelegenheid, en dat zij op de rails werden gezet door voormalig commissaris voor vervoer Karel Van Miert; merkt op dat met Verordening (EG) nr. 2236/95 van de Raad van 18 september 1995 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van trans-Europese netwerken en Beschikking nr. 884/2004/EG werd gepoogd de bovenstaande doelstellingen te verwezenlijken; ook de impuls die voormalig vicevoorzitter van de Commissie en commissaris voor Energie en Vervoer Loyola de Palacio aan dit beleid heeft gegeven, verdient een bijzondere vermelding;

In der Begründung wird ausdrücklich auf die Absicht des Gesetzgebers verwiesen, bei der Gewährung von Unterstützung zwischen « unabhängigen » und « integrierten » Landwirtschaftsbetrieben zu unterscheiden (Parl. Dok., Kammer, 1999-2000, DOC 50-0212/001, S. 10), und werden die unter anderem in Artikel 5 festgelegten Bedingungen als « gesetzlich festgelegte Grundbedingungen, von denen die durch den König festgelegten zusätzlichen Bedingungen und Modalitäten nicht abweichen dürfen » angesehen (ebenda, S. 9).
In de memorie van toelichting wordt uitdrukkelijk verwezen naar de bedoeling van de wetgever om een onderscheid inzake steunverlening tussen « zelfstandige » en « geïntegreerde » landbouwondernemingen te maken (Parl. St., Kamer, 1999-2000, DOC 50-0212/001, p. 10) en worden de onder meer in artikel 5 vastgestelde voorwaarden beschouwd als « grondvoorwaarden gesteld door de wet, waarvan de bijkomende voorwaarden en modaliteiten bepaald door de Koning niet kunnen afwijken » (ibid., p. 9).

10° die Beschlüsse zur Begründung der Gewährung und der Dauer der zusätzlichen Fristen.
10° de beraadslagingen waarbij de bijkomende termijnen worden verantwoord, en de duur ervan.

11° die Beschlüsse zur Begründung der Gewährung und der Dauer der zusätzlichen Fristen;
11° de beslissing waarbij de toekenning van de subsidie en de duur van bijkomende termijnen worden gewettigd.