57. ist ernsthaft besorgt darüber, dass der Rechnungshof befunden hat, dass die EU-Unterstützung im Kosovo im Bereich der Rechtsstaatlichkeit nicht hinreichend wirksam ist; räumt ein, dass besondere Umstände im Kosovo, wie etwa die schlechte Ausgangslage für den Aufbau der Rechtstaatlichkeit und die unzureichende Priorität, die die kosovarischen Behörden diesem Bereich beigemessen haben, bis zu einem gewissen Grad eine Erklärung dafür liefern, dass die Maßnahmen der EU nur begrenzte Wirkung entfaltet haben; betont dennoch, dass es Bereiche gibt, in denen von der Kommission und dem EAD Verbesserungen erwartet werden sollten:
57. vindt het zeer bezwaarlijk dat de EU-steun in Kosovo op het vlak van de rechtsstaat door de Rekenkamer is aangemerkt als niet voldoende doeltreffend; onderkent dat bepaalde specifieke omstandigheden in Kosovo, te weten: het zwakke uitgangspunt voor de opbouw van de rechtsstaat en de geringe prioriteit die aan dit terrein wordt gegeven door de Kosovaarse autoriteiten, tot op zekere hoogte de beperkte doeltreffendheid van het optreden van de EU verklaren; benadrukt niettemin dat van de Commissie en de EDEO op bepaalde terreinen wel degelijk verbetering kan worden verwacht:
