Vertaling van "beginnt an diesem " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Frist, die mit dem ersten vollen Tag der Frist beginnt und am Tag nach Ablauf des letzten Tages der Frist endigt
vrije dagen

Tag,an dem die Verzinsung beginnt
datum vanaf dewelke het aandeel dividendgerechtigd is

Anhebung der Beträge,bei denen die Besteuerung beginnt
optrekken van de belastbare minima

zu diesem Zweck
te dien einde

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Das Pilotprojekt beginnt an diesem Datum und endet am 30. September 2025.
Het proefproject begint te lopen op deze datum en eindigt op 30 september 2025.

In diesem Artikel ist bereits jetzt eine Ausschlussfrist von 45 Tagen vorgesehen, die am Tag nach dem Anfangsdatum des Aushangs beginnt, um eine Beschwerde gegen eine Entscheidung in Bezug auf eine Städtebaugenehmigung beim Rat für Genehmigungsstreitsachen einzureichen » (Parl. Dok., Flämisches Parlament, 2014-2015, Nr. 459/1, S. 13).
Dit artikel voorziet momenteel reeds in een vervaltermijn van 45 dagen, die ingaat de dag na de startdatum van de aanplakking, om een beroep tegen een stedenbouwkundige vergunningsbeslissing in te dienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2014-2015, nr. 459/1, p. 13).

Durch Ministeriellen Erlass vom 29. März 2017 wird der "SA Transports et Travaux's Heeren" für einen Zeitraum, der an diesem Datum beginnt und am 30. November 2018 endet, die Zulassung als Transporteur von tierischen Abfällen der Kategorien 1, 2 und 3 gewährt.
Bij ministerieel besluit van 29 maart 2017 wordt de NV Transports Travaux's Heeren vanaf 29 maart 2017 met als einddatum 30 november 2018 erkend als vervoerder van dierlijke afval van de categorieën 1, 2 en 3.

Um alle betroffenen Steuerpflichtigen auf die gleiche Weise zu behandeln, wird die Bestimmung ab dem ersten Steuerjahr, das an diesem Datum beginnt, angewandt, das heißt dem Steuerjahr 2009 (das sich auf die Einkünfte von 2008 bezieht) » (Parl. Dok., Senat, 2008-2009, Nr. 4-1143/1, S. 25; im gleichen Sinne, Parl. Dok., Kammer, 2008-2009, DOC 52-1858/002, S. 6).
Teneinde alle betrokken belastingplichtigen op dezelfde manier te behandelen, zal de bepaling worden toegepast vanaf het eerste aanslagjaar dat aanvangt vanaf die datum, te weten aanslagjaar 2009 (dat betrekking heeft op de inkomsten van 2008) » (Parl. St., Senaat, 2008-2009, nr. 4-1143/1, p. 25; in dezelfde zin, Parl. St., Kamer, 2008-2009, DOC 52-1858/002, p. 6).

Ab diesem Zeitpunkt beginnt der abgeflachte Gesundheitsindex wieder zu fluktuieren, ab seinem Wert des Monats März 2015.
Op dat ogenblik zal de afgevlakte gezondheidsindex opnieuw beginnen te fluctueren, vanaf zijn waarde van de maand maart 2015.

Die in Paragraph 1 vorgesehene Frist von fünf Jahren beginnt an diesem Datum ».
De termijn van vijf jaar voorzien in paragraaf 1 vangt aan vanaf deze datum ».

wenn für diese Derivatekategorie bis zum 1. Juli 2015 kein Transaktionsregister nach Artikel 55 der Verordnung (EU) Nr. 648/2012 registriert wurde, bis zum 1 Juli 2015; die Meldepflicht beginnt an diesem Tag und solange für diese Derivatekategorie kein Transaktionsregister registriert ist, werden die Kontrakte gemäß Artikel 9 Absatz 3 der genannten Verordnung an die ESMA gemeldet.
uiterlijk op 1 juli 2015, wanneer voor deze bijzondere derivatenklasse overeenkomstig artikel 55 van Verordening (EU) nr. 648/2012 geen transactieregister is geregistreerd vóór 1 juli 2015; De rapportageverplichting vangt aan op deze datum en de contracten worden overeenkomstig artikel 9, lid 3, van deze verordening aan de ESMA gerapporteerd totdat voor deze bijzondere derivatenklasse een transactieregister is geregistreerd.

In diesem Fall beginnt die Frist gemäß § 1 am Tag nach dem Eingang der von der zuständigen Behörde angeforderten zusätzlichen Informationen.
De in § 1 gestelde termijnen gaan in dit geval in op de datum waarop de bevoegde autoriteit de nodige aanvullende informatie ontvangt.

« Verstossen die Artikel 32 Nr. 2, 46 § 2 und 792 Absatz 2 des Gerichtsgesetzbuches in Verbindung mit den Artikeln 1051 und 50 Absatz 2 desselben Gesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, Artikel 14 Absatz 1 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte vom 19. Dezember 1996 und Artikel 6 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten, indem - im Gegensatz zur Zustellung durch den Gerichtsvollzieher - das Prinzip der Notifikation per Gerichtsschreiben, das beinhaltet, dass die Frist an dem Tag beginnt, an dem die Notifikation des Urteils durch den Greffier zugesandt wird, und nicht am Tag, an dem der Rechtsuchende sie empfängt, - insbesondere hinsichtlich der Notifikation, die am letzten Werktag vor den Gerichtsferien stattfindet - darauf hinausläuft, dass diesem Rechtsuchenden jede Möglichkeit versagt wird, vor den Gerichtsferien eine Kopie des Urteils zu erhalten und zur Kenntnis zu nehmen, wobei er nicht den Vorteil der Anwendung von Artikel 50 Absatz 2 des Gerichtsgesetzbuches geniessen kann, und indem somit de facto die in diesem Artikel vorgesehene verlängerte Berufungsfrist beschränkt wird?
« Schenden de artikelen 32, 2, 46, § 2, en 792, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, in samenhang gelezen met de artikelen 1051 en 50, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, artikel 14.1 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 19 december 1996 en artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, doordat, in tegenstelling tot de betekening door een gerechtsdeurwaarder, het beginsel van de kennisgeving bij gerechtsbrief dat impliceert dat de ' dies a quo ' wordt toegepast op de dag van de verzending van de kennisgeving van het vonnis door de griffier en niet op de dag waarop de rechtzoekende ze ontvangt, erop neerkomt - in het bijzonder wanneer de kennisgeving ervan gebeurt op de laatste werkdag die de gerechtelijke vakantie voorafgaat - dat die rechtzoekende elke mogelijkheid wordt ontzegd om de kopie van het vonnis te ontvangen en daarvan kennis te nemen vóór de gerechtelijke vakantie, waarbij hij niet de toepassing kan genieten van artikel 50, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, en dat dus, in feite, de verlengde termijn voor hoger beroep zoals bedoeld in dat artikel wordt beperkt ?

« Verstossen die Artikel 32 Nr. 2, 46 § 2 und 792 Absatz 2 des Gerichtsgesetzbuches, in Verbindung mit den Artikeln 1051 und 50 Absatz 2 desselben Gesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, Artikel 14 Absatz 1 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte vom 19. Dezember 1996 und Artikel 6 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten, indem, im Gegensatz zur Zustellung durch den Gerichtsvollzieher, das Prinzip der Notifikation per Gerichtsschreiben, das beinhaltet, dass die Frist an dem Tag beginnt, an dem die Notifikation des Urteils durch den Kanzler zugesandt wird, und nicht am Tag, an dem der Rechtsuchende sie empfängt, - insbesondere hinsichtlich der Notifikation, die am letzten Arbeitstag vor den Gerichtsferien stattfindet - darauf hinausläuft, dass diesem Rechtsuchenden jede Möglichkeit versagt wird, vor den Gerichtsferien eine Kopie des Urteils zu erhalten und zur Kenntnis zu nehmen, wobei er nicht den Vorteil der Anwendung von Artikel 50 Absatz 2 des Gerichtsgesetzbuches geniessen kann, und indem somit de facto die in diesem Artikel vorgesehene verlängerte Berufungsfrist beschränkt wird?
« Schenden de artikelen 32, 2, 46, § 2, en 792, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, in samenhang gelezen met de artikelen 1051 en 50, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, artikel 14.1 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 19 december 1996 en artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, doordat, in tegenstelling tot de betekening door een gerechtsdeurwaarder, het beginsel van de kennisgeving bij gerechtsbrief dat impliceert dat de ' dies a quo ' wordt toegepast op de dag van de verzending van de kennisgeving van het vonnis door de griffier en niet op de dag waarop de rechtzoekende ze ontvangt, erop neerkomt - in het bijzonder wat betreft de kennisgeving die gebeurt op de laatste werkdag die de gerechtelijke vakantie voorafgaat - dat die rechtzoekende elke mogelijkheid wordt ontzegd om de kopie van het vonnis te ontvangen en daarvan kennis te nemen vóór de gerechtelijke vakantie, waarbij hij niet de toepassing kan genieten van artikel 50, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, en dat dus, in feite, de verlengde termijn voor hoger beroep zoals bedoeld in dat artikel wordt beperkt ?