Traduction de «begangene strafbare handlungen » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Konkurrenz von Straftaten | Zusammentreffen mehrerer strafbarer Handlungen | Zusammentreffen strafbarer Handlungen
samenloop van strafbare feiten

Abkommen über strafbare und bestimmte andere an Bord von Luftfahrzeugen begangene Handlungen
Verdrag inzake strafbare feiten en bepaalde andere handelingen begaan aan boord van luchtvaartuigen

Zusatzprotokoll zum Übereinkommen über Computerkriminalität betreffend die Kriminalisierung mittels Computersystemen begangener Handlungen rassistischer und fremdenfeindlicher Art
Aanvullend Protocol bij het Verdrag inzake de bestrijding van strafbare feiten verbonden met elektronische netwerken, betreffende de strafbaarstelling van handelingen van racistische en xenofobische aard verricht via computersystemen

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

11. ist ernsthaft besorgt über die Verschlechterung der Beziehungen zwischen der Regierung und der Opposition, insbesondere was die kürzlich erfolgten Beschuldigungen des Premierministers gegen den Oppositionsführer sowie die Gegenvorwürfe, er habe strafbare Handlungen begangen, betrifft; verurteilt jedwede illegale Überwachung, und fordert, dass alle Beschuldigungen veröffentlicht werden und frei über sie berichtet wird; fordert, dass unter uneingeschränkter Achtung der Grundsätze der Transparenz, Unparteilichkeit und der Unschuldsvermutung eine unabhängige Untersuchung aller Beschuldigungen und der Überwachung durchgeführt wird; betont, wie wichtig es ist, den Grundsatz der freien Meinungsäußerung aufrechtzuerhalten; fordert alle politischen Akteure auf, einen konstruktiven Dialog zu führen, um den Schwerpunkt weiterhin auf die strategischen Prioritäten des Landes und seiner Bürger zu legen;
11. is ernstig bezorgd over de verslechtering van de betrekkingen tussen de regering en de oppositie, in het bijzonder in verband met de kort geleden gedane aankondiging van de aanklacht van de premier tegen de oppositieleider, en met de wederzijdse beschuldigingen van strafrechtelijke vergrijpen; veroordeelt iedere vorm van onwettig toezicht, en wenst dat alle beschuldigen openbaar worden gemaakt en dat hierover vrijelijk verslag wordt uitgebracht; verzoekt om een onafhankelijk onderzoek naar alle beschuldigingen en het uitgevoerde toezicht, op grond van de volledige eerbiediging van de beginselen van transparantie, onpartijdigheid en het vermoeden van onschuld; herinnert aan het belang van de eerbiediging van het grondbeginsel van vrijheid van meningsuiting; roept alle politieke spelers ertoe op om deel te nemen aan een constructieve dialoog om de nadruk te houden op de strategische prioriteiten van het land en zijn burgers;

12. ist ernsthaft besorgt über die Verschlechterung der Beziehungen zwischen der Regierung und der Opposition, insbesondere was die kürzlich erfolgten Beschuldigungen des Premierministers gegen den Oppositionsführer sowie die Gegenvorwürfe, er habe strafbare Handlungen begangen, betrifft; verurteilt jedwede illegale Überwachung, und fordert, dass alle Beschuldigungen veröffentlicht werden und frei über sie berichtet wird; fordert, dass unter uneingeschränkter Achtung der Grundsätze der Transparenz, Unparteilichkeit und der Unschuldsvermutung eine unabhängige Untersuchung aller Beschuldigungen und der Überwachung durchgeführt wird; betont, wie wichtig es ist, den Grundsatz der freien Meinungsäußerung aufrechtzuerhalten; fordert alle politischen Akteure auf, einen konstruktiven Dialog zu führen, um den Schwerpunkt weiterhin auf die strategischen Prioritäten des Landes und seiner Bürger zu legen;
12. is ernstig bezorgd over de verslechtering van de betrekkingen tussen de regering en de oppositie, in het bijzonder in verband met de kort geleden gedane aankondiging van de aanklacht van de premier tegen de oppositieleider, en met de wederzijdse beschuldigingen van strafrechtelijke vergrijpen; veroordeelt iedere vorm van onwettig toezicht, en wenst dat alle beschuldigen openbaar worden gemaakt en dat hierover vrijelijk verslag wordt uitgebracht; verzoekt om een onafhankelijk onderzoek naar alle beschuldigingen en het uitgevoerde toezicht, op grond van de volledige eerbiediging van de beginselen van transparantie, onpartijdigheid en het vermoeden van onschuld; herinnert aan het belang van de eerbiediging van het grondbeginsel van vrijheid van meningsuiting; roept alle politieke spelers ertoe op om deel te nemen aan een constructieve dialoog om de nadruk te houden op de strategische prioriteiten van het land en zijn burgers;

Artikel 33 des Gesetzes vom 7. Februar 2003 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen in Sachen Verkehrssicherheit, der einen Artikel 69bis in die durch den königlichen Erlass vom 16. März 1968 koordinierten Gesetze über die Strassenverkehrspolizei eingefügt hat, verstösst gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er auf vor dem 1. März 2004 begangene strafbare Handlungen anwendbar ist.
Artikel 33 van de wet van 7 februari 2003 houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid, dat een artikel 69bis heeft ingevoegd in de wetten betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het van toepassing is op misdrijven die vóór 1 maart 2004 zijn gepleegd.

Aus der Formulierung der präjudiziellen Frage sowie aus der Begründung der Verweisungsurteile geht hervor, dass die verweisenden Richter den Hof in den vorliegenden Rechtssachen zur Vereinbarkeit von Artikel 33 des Gesetzes vom 7. Februar 2003, der einen Artikel 69bis in die Gesetze über die Strassenverkehrspolizei einfügt, mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung befragen, insofern er auf vor dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 7. Februar 2003 begangene strafbare Handlungen anwendbar ist.
Uit de bewoordingen van de prejudiciële vraag en de motieven van de verwijzingsvonnissen blijkt dat de verwijzende rechters het Hof, in de onderhavige zaken, ondervragen over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 33 van de wet van 7 februari 2003, dat in de wetten betreffende de politie over het wegverkeer een artikel 69bis invoegt, in zoverre het van toepassing is op misdrijven die vóór de inwerkingtreding van de wet van 7 februari 2003 zijn gepleegd.

« Verstösst Artikel 33 des Programmgesetzes vom 5. August 2003 in Verbindung mit Artikel 5 des Gesetzes vom 16. Juli 2002 zur Abänderung verschiedener Bestimmungen insbesondere zur Verlängerung der Verjährungsfristen für Verbrechen, die nicht zu Vergehen umgestuft werden können, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er bestimmt, dass die Aussetzung der Verjährung durch die Einleitung der Rechtssache vor dem erkennenden Gericht, die durch das Gesetz vom 11. Dezember 1998 Artikel 24 des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches hinzugefügt wurde, nur für die Entscheidung über nach dem 1. September 2003 begangene strafbare Handlungen aufgehoben wird, während der besagte Aussetzungsgrund für die Entscheidung über vor diesem Datum begangene Handlungen weiterhin gilt?
« Schendt artikel 33 van de Programmawet van 5 augustus 2003, in samenlezing met artikel 5 van de wet van 16 juli 2002 tot wijziging van verschillende bepalingen teneinde inzonderheid de verjaringstermijnen voor de niet-correctionaliseerbare misdaden te verlengen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het bepaalt dat de schorsing van de verjaring door de inleiding van de zaak voor het vonnisgerecht, zoals aan artikel 24 van de Voorafgaande Titel van het Wetboek van Strafvordering toegevoegd door de wet van 11 december 1998, slechts wordt afgeschaft voor de berechting van strafbare feiten die worden gepleegd na 1 september 2003, daar waar voornoemde schorsingsgrond wel nog toepasselijk blijft bij de berechting van de voor die datum gepleegde feiten ?

Schliesslich ist erforderlich, dass der Informant « enge Beziehungen zu einer oder mehreren Personen unterhält, für die schwerwiegende Indizien darauf vorliegen, dass sie strafbare Handlungen begehen oder begehen würden, die eine Straftat im Sinne der Artikel 137 bis 141, im Sinne der Artikel 324bis und 324ter oder im Sinne der Artikel 136bis, 136ter, 136quater, 136sexies, 136septies des Strafgesetzbuches oder im Sinne von Artikel 90ter § 2 Nrn. 4, 7, 7bis, 7ter, 8, 11, 14, 16 und 17 darstellen oder darstellen würden, unter der Bedingung, dass diese letztgenannten Straftaten im Sinne von Artikel 90ter § 2 im Rahmen einer kriminellen Organisation im Sinne von Artikel 324bis des Strafgesetzbuches begangen werden oder begangen würden » (Artikel 47decies § 7 Absatz 1 des Strafprozessgesetzbuches).
Tot slot is vereist dat de informant « nauwe banden heeft met één of meerdere personen, waarvan er ernstige aanwijzingen zijn dat ze strafbare feiten plegen of zouden plegen die een misdrijf uitmaken of zouden uitmaken zoals bedoeld in de artikelen 137 tot 141, zoals bedoeld in de artikelen 324bis en 324ter of zoals bedoeld in artikelen 136bis, 136ter, 136quater, 136sexies, 136septies van het Strafwetboek of zoals bedoeld in artikel 90ter, § 2, 4°, 7°, 7°bis, 7°ter, 8°, 11°, 14°, 16° en 17°, op voorwaarde dat deze laatste misdrijven bedoeld in artikel 90ter, § 2, gepleegd zijn of zouden gepleegd worden in het kader van een criminele organisatie zoals bedoeld in artikel 324bis van het Strafwetboek » (artikel 47decies, § 7, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering).

(3) Liefert ein Mitgliedstaat nach seinem innerstaatlichen Recht seine eigenen Staatsangehörigen noch nicht aus, so trifft er die erforderlichen Maßnahmen, um seine Zuständigkeit für strafbare Handlungen im Sinne der Artikel 2 und 3 in den Fällen zu begründen, in denen diese von seinen Staatsangehörigen außerhalb seines Hoheitsgebiets begangen worden sind.
3. Een lidstaat die op grond van het nationale recht zijn eigen onderdanen nog niet uitlevert, treft de nodige maatregelen om zijn rechtsmacht ten aanzien van de strafbare feiten als bedoeld in de artikelen 2 en 3 te vestigen wanneer die feiten door zijn eigen onderdanen buiten zijn grondgebied zijn gepleegd.

Der Rat fordert die Mitgliedstaaten auf, dafür zu sorgen, daß vor dem 1. Januar 2002 begangene strafbare Handlungen im Sinne des Artikels 3 des Abkommens von 1929 betreffend die künftigen Banknoten und Münzen des Euro angemessen strafrechtlich geahndet werden können.
De Raad verzoekt de lidstaten ervoor te zorgen dat handelingen die overeenkomen met de in artikel 3 van het verdrag van 1929 omschreven handelingen en die vóór 1 januari 2002 zijn gepleegd met betrekking tot de toekomstige bankbiljetten en muntstukken van de euro, met evenredige sancties strafbaar worden gesteld.

Beispielsweise könnte festgelegt werden, daß verantwortliche Vertreter der juristischen Person keine Verfehlung begangen haben dürfen, oder es könnten strafbare Handlungen natürlicher Personen für den begrenzten Zweck des Blacklisting einer juristischen Person zugeschrieben werden, sofern die natürliche Person noch immer Einfluß auf die Geschäftsführung der juristischen Person, für die sie zum Zeitpunkt der Straftat tätig war, oder auf die Geschäftsführung einer anderen juristischen Person ausübt.
Deze zou kunnen bestaan uit de eis dat vertegenwoordigers van de rechtspersoon geen wangedrag of om ter wille van de zwarte lijst misdragingen van een natuurlijke persoon toe te schrijven aan een rechtspersoon, zolang deze natuurlijke persoon nog steeds een vinger in de pap heeft bij het management van de rechtspersoon waar hij/zij in dienst was op het moment dat de overtreding werd begaan.