(8) Jede in Anwendung dieser Richtlinie von einem Mitgliedstaat getroffene Entscheidung, die eine Einschränkung des Inverkehrbringens, der Beförderung oder der Verwendung intermodaler Ladeeinheiten zur Folge hat oder erzwingt, dass diese vom Markt genommen oder aus dem Verkehr gezogen wird, ist genau zu begründen.
8. Ieder krachtens deze richtlijn door een lidstaat genomen besluit dat ertoe leidt dat het in de handel brengen, het vervoer of het gebruik van intermodale laadeenheden wordt beperkt of dat het uit de handel of uit het verkeer nemen daarvan oplegt, moet nauwkeurig worden gemotiveerd.