Traduction de «befunden beantragt » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Aufzeichnung von Daten und Befunden
registratie van data en conclusies

bei der Haushaltsbehoerde beantragte Mitteluebertragung
overschrijving bij de begrotingsautoriteit

beantragte Zeitnische
aangevraagd slot

Person, die Finanzhilfe beantragt hat, auf dem Laufenden halten
subsidieaanvragers op de hoogte houden

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Andererseits kann der Richter, wenn er es als sachdienlich erachtet, die Familienakte an ein besser geeignetes Gericht verweisen, weil es bereits über eine Jugendakte befunden hat, im Hinblick auf die geordnete Rechtspflege oder wenn die Staatsanwaltschaft oder eine Partei es beantragt.
Anderzijds kan de rechter, indien hij dat opportuun acht, het familiedossier doorverwijzen naar een rechtbank die beter geplaatst is omdat ze reeds kennis heeft genomen van een jeugddossier, met het oog op de goede rechtsbedeling of indien het openbaar ministerie of een partij daarom verzoekt.

Der Regionalausschuss für Raumordnung hat am 29. Juni 2007 über den Inhalt der über den Vorentwurf zur Revision des Sektorenplans durchzuführenden Umweltverträglichkeitsprüfung befunden und beantragt, dass die raumplanerischen Ausgleichsmassnahmen bezüglich einerseits der Erweiterung der Gewerbegebiete des Ortes « Quatre Rois » und von « Bas-Warneton » und andererseits der Erweiterung des industriellen Gewerbegebiets der Ziegeleien Ploegsteert zukünftig getrennt behandelt werden.
De « Commission régionale d'Aménagement du Territoire » (Gewestelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening) heeft zich op 29 juni 2007 uitgesproken over de inhoud van het effectenonderzoek dat op het voorontwerp van herziening van het gewestplan doorgevoerd moet worden en heeft verzocht dat de planologische compensaties met betrekking tot de uitbreiding van de bedrijfsruimtes « Vier-Koningen » en « Neerwaasten » enerzijds en de uitbreiding van de bedrijfsruimte voor de Steenbakkerijen van Ploegsteert voortaan afzonderlijk zouden worden behandeld.

Die verweisenden Richter fragen den Hof, ob Artikel 57 § 2 des ÖSHZ-Gesetzes mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit anderen Verfassungsbestimmungen oder Bestimmungen des internationalen Rechts, vereinbar sei, insofern er dahingehend ausgelegt werde, dass er einen Behandlungsunterschied einführe zwischen einerseits den Ausländern, die ihre Anerkennung als Flüchtling beantragt hätten, deren Antrag abgewiesen worden sei und die eine Anweisung zum Verlassen des Staatsgebietes erhalten hätten, solange nicht über die von ihnen beim Staatsrat gegen die in Anwendung von Artikel 63.3 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 getroffene Entscheidung des Generalkommissars für Flüchtlinge und Staatenlose oder gegen die Entscheidung des Ständigen Widerspruchsausschusses für Flüchtlinge eingereichten Klagen befunden worden sei, und andererseits den Ausländern, deren aufgrund des Gesetzes vom 22. Dezember 1999 eingereichter Regularisierungsantrag durch den Innenminister abgewiesen worden sei und die Klage gegen diese Entscheidung beim Staatsrat eingereicht hätten, wobei das Gesetz vom 22. Dezember 1999 dahingehend ausgelegt werde, dass während der Prüfung des Regularisierungsantrags Artikel 14 dieses Gesetzes die Anwendung von Artikel 57 § 2 des Gesetzes über die öffentlichen Sozialhilfezentren verhindere.
De verwijzende rechters vragen het Hof of artikel 57, § 2, van de O.C. M.W.-wet bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met andere grondwetsbepalingen of bepalingen van internationaal recht, in zoverre het in die zin zou worden geïnterpreteerd dat het een verschil in behandeling invoert tussen, enerzijds, de vreemdelingen die gevraagd hebben als vluchteling te worden erkend, wier aanvraag werd verworpen en die het bevel hebben gekregen het grondgebied te verlaten, zolang de beroepen die zij voor de Raad van State hebben ingesteld tegen de beslissing van de Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen, genomen met toepassing van artikel 63.3 van de wet van 15 december 1980, of tegen de beslissing van de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen, niet werden beslecht, en, anderzijds, de vreemdelingen die het voorwerp zijn geweest van een negatieve beslissing van de Minister van Binnenlandse Zaken na een aanvraag tot regularisatie te hebben ingediend op grond van de wet van 22 december 1999 en die tegen die beslissing beroep bij de Raad van State hebben ingesteld, waarbij de wet van 22 december 1999 in die zin wordt geïnterpreteerd dat gedurende het onderzoek van de aanvraag tot regularisatie, artikel 14 van die wet de toepassing van artikel 57, § 2, van de O.C. M.W.-wet belet.

F. unter Hinweis darauf, dass GAM-Unterhändler, die nach den gescheiterten Friedensgesprächen im Mai 2003 verhaftet wurden, unter der Anklage des Terrorismus und der Rebellion vom Gericht für schuldig befunden und zu Haftstrafen von elf bis fünfzehn Jahren verurteilt wurden, wobei gegen einen gefangengenommenen GAM-Führer am 5. November die Todesstrafe beantragt wurde,
F. overwegende dat de onderhandelaars van de Beweging Vrij Atjeh (GAM) na de mislukking van de vredesonderhandelingen in mei 2003 op beschuldiging van terrorisme en rebellie door het Hof schuldig zijn bevonden en veroordeeld zijn tot gevangenisstraffen van elf tot vijftien jaar en dat op 5 november tegen één gevangen genomen GAM-leider de doodstraf is geëist,