Die vom Staatsrat gestellte präjudizielle Frage müsse im Lichte des Begriffes der impliziten Befugnisse beantwortet werden, so wie dieser Begriff in Artikel 10 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 und in der Rechtsprechung des Hofes verankert sei.
De door de Raad van State gestelde prejudiciële vraag moet worden opgelost in het licht van het begrip van de impliciete bevoegdheden, zoals dat begrip in artikel 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 en in de rechtspraak van het Hof is verankerd.