Traduction de «befreiung geltend machen » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

das Beschwerderecht geltend machen | vom Beschwerderecht Gebrauch machen
aantekening van een beroep

seine Rechte geltend machen
zijn rechten doen gelden

Frist, innerhalb deren der Senat sein Evokationsrecht geltend machen kann
termijn waarbinnen de Senaat zijn evocatierecht kan uitoefenen

geltend machen
beroepen (zich)

abschließend bescheiden | geltend machen | verteidigen
verdedigen

berechtigte Ablehnungsgründe geltend machen
geldige redenen tot verschoning aanvoeren

Ansprüche bei Versicherungsgesellschaften geltend machen
claims indienen bij verzekeringsmaatschappijen

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Gemäss dem fraglichen Artikel 94 Nr. 9 des Gesetzes vom 30. Dezember 1992 bestimmt der König « welche Gesellschaften, die nach dem 1. Januar 1991 gegründet wurden, während der ersten drei Jahre nach ihrer Gründung von der aufgrund dieses Kapitels vorgesehenen Beitragspflicht befreit werden können, und unter welchen Bedingungen sie diese Befreiung geltend machen können ».
Luidens het in het geding zijnde artikel 94, 9°, van de wet van 30 december 1992 bepaalt de Koning « welke vennootschappen, opgericht na 1 januari 1991, gedurende de eerste drie jaar na hun oprichting kunnen vrijgesteld worden van de krachtens de bepalingen van dit hoofdstuk ingevoerde bijdrageplicht en onder welke voorwaarden ze zich op deze vrijstelling kunnen beroepen ».

Obwohl in der Begründung des Gesetzesvorschlags angeführt wurde, dass « die Personen, die ihre jährliche Gebühr auf der Grundlage des Nichtigerklärungsurteils des Staatsrates vom 8. November 2006 zurückerlangt haben, nicht die Regel der Befreiung geltend machen » können (Parl. Dok., Kammer, 2006-2007, DOC 51-3072/001, S. 7), kann der neue Artikel 30ter § 2 des Gesetzes vom 15. April 1994 nicht in dem Sinne ausgelegt werden, dass die Befreiung von den Vergütungen für die Jahre 2001 bis 2006 nicht denjenigen gewährt würde, die inzwischen die Rückzahlung der betreffenden Vergütungen auf der Grundlage einer rechtskräftigen Entscheidung erhalten haben.
Hoewel in de toelichting van het wetsvoorstel is gesteld dat « diegenen die hun jaarlijkse retributie met succes hebben teruggevorderd op basis van het tussengekomen arrest van de Raad van State van 8 november 2006 geen beroep kunnen doen op de vrijstellingsregel » (Parl. St., Kamer, 2006-2007, DOC 51-3072/001, p. 7), mag het nieuwe artikel 30ter, § 2, van de wet van 15 april 1994 niet zo worden begrepen dat geen vrijstelling van vergoedingen voor de jaren 2001 tot 2006 zou worden verleend aan diegenen die inmiddels op basis van in kracht van gewijsde gegane beslissingen terugbetaling hebben verkregen van de betrokken vergoedingen.

In den Erläuterungen heisst es, « selbstverständlich können die Personen, die ihre jährliche Gebühr auf der Grundlage des Nichtigerklärungsurteils des Staatsrates vom 8. November 2006 zurückerlangt haben, nicht die Regel der Befreiung geltend machen », weil « diese Vorgehensweise im Widerspruch zu dem in der Verfassung vorgesehenen Gleichheitsgrundsatz stehen würde » (ebenda, S. 7).
In de toelichting wordt gepreciseerd dat « diegenen die hun jaarlijkse retributie met succes hebben teruggevorderd op basis van het tussengekomen arrest van de Raad van State van 8 november 2006 [uiteraard] geen beroep [zullen] kunnen doen op de vrijstellingsregel » omdat dit « strijdig [zou] zijn met het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel » (ibid., p. 7).

« dass die Klägerin geltend macht, der Grundsatz der Gleichheit werde verletzt, indem der König als Gesetzgeber aufgrund des (ehemaligen) Artikels 78 der Verfassung im Hinblick auf die Vermeidung der ' Umgehung der Steuer ' (nämlich die Möglichkeit, zweimal anstatt einmal die Befreiung der Investitionsrücklage für das gleiche Veranlagungsjahr in Anspruch nehmen zu können) ein Mittel (Artikel 2 § 4 des königlichen Erlasses Nr. 149) angewandt habe, das nicht angepasst sei und nicht im Verhältnis zum angestrebten Ziel stehe, da es zur Folge habe, dass der Steuerpflichtige, der das Abschlussdatum seines Geschäftsjahres vorverlegt habe, weder die Investitionsrücklage noch den Investitionsabzug geltend machen könne; dass die Klägerin die Ansicht vertritt, der Grundsatz der Gleichheit sei somit verletzt worden, da alle anderen Steuerpflichtigen, die keine ' Verschiebung ' ihres Geschäftsjahres vorgenommen haben, zumindest den Investitionsabzug geltend machen konnten ».
« dat de eiseres aanvoert dat het gelijkheidsbeginsel is geschonden omdat de Koning, als wetgever, krachtens artikel 78 Grondwet/oud, ter vermijding van een zogenaamde belastingontwijking (namelijk het tweemaal kunnen genieten van de aftrek van de investeringsreserve in hetzelfde aanslagjaar in plaats van éénmaal), een middel aanwendde (artikel 2 § 4 K.B. 149) dat niet adequaat is en niet in verhouding is tot het gestelde doel, nu het gevolg daarvan is dat de belastingplichtige die zijn afsluitingsdatum van zijn boekjaar heeft vervroegd, noch de investeringsreserve, noch de investeringsaftrek kan aftrekken; dat de eiseres meent dat aldus het gelijkheidsbeginsel werd geschonden nu alle andere belastingplichtigen, die niet overgegaan zijn tot ' verschuiving ' van hun boekjaar, wel, minstens de investeringsaftrek konden bekomen ».

Im zweiten Teil machen die Kläger geltend, dass Artikel 5 1° des Dekrets eine ungerechtfertigte Diskriminierung schaffe, indem eine Befreiung gewährt werde für « Wohnungen, die einer von der Wallonischen Region zugelassenen Agentur für soziale Wohnungen oder einer Wohnungsbaugesellschaft gehören, oder die von einer solchen Agentur bzw. Wohnungsbaugesellschaft verwaltet oder gemietet werden. Diese Befreiung gilt während der Laufzeit des Verwaltungs- oder Mietvertrags ».
In het tweede onderdeel voeren de verzoekers aan dat artikel 5, 1°, van het decreet een onverantwoorde discriminatie creëert door een vrijstelling te verlenen voor « woningen die tijdens de bij de beheers- of huurovereenkomst bepaalde periode aan een door het Waalse Gewest erkend agentschap voor sociale huisvesting of aan een huisvestingsmaatschappij toebehoren, hen voor beheer of verhuur worden toevertrouwd ».

1. Die Kommission vertritt die Auffassung, dass der derzeitige Wortlaut des Vorschlags für eine Richtlinie über Zinsen und Lizenzgebühren nur ein erster Schritt auf dem Weg zur Abschaffung der Quellensteuer ist und dass sie folglich die in Artikel 9 vorgesehene Revisionsklausel geltend machen will, um einen neuen Richtlinienvorschlag vorzulegen, in dem die Erweiterung des Anwendungsbereichs auf die mittelbaren Beteiligungen sowie eine automatische Befreiung von der Quellensteuer vorgesehen werden.
1. De Commissie beschouwt de huidige tekst van het richtlijnvoorstel inzake interest en royalty's als slechts een eerste stap op weg naar de afschaffing van bronbelasting, en is derhalve voornemens de herzieningsclausule van artikel 9 te benutten om een nieuw richtlijnvoorstel in te dienen dat voorziet in een uitbreiding van de werkingssfeer tot middellijke deelnemingen en in automatische vrijstelling van bronbelasting.