Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Befragter
Vorlegendes Gericht

Vertaling van "befragt vorlegende " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE


IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Der vorlegende Richter befragt den Gerichtshof zur Vereinbarkeit der vorerwähnten Bestimmungen mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern sie einen Behandlungsunterschied zwischen Gläubigern einführen würden, je nachdem, ob diese ein Mahnverfahren nach belgischem Recht oder im Rahmen der von der Europäischen Union festgelegten Regeln einleiten würden, wobei Erstere laut den fraglichen Bestimmungen dazu gehalten seien, ein vom Schuldner ausgehendes Schriftstück vorzulegen, während ein solches Erfordernis in dem durch die Verordnung (EG) Nr. 1896/2006 eingeführten Verfahren nicht existiere.

De verwijzende rechter stelt het Hof een vraag over de bestaanbaarheid van de voormelde bepalingen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij een verschil in behandeling tussen schuldeisers instellen naargelang zij een betalingsbevelprocedure inleiden in het Belgische recht of in het kader van de door de Europese Unie vastgestelde regels, waarbij de eerstgenoemden, luidens de in het geding zijnde bepalingen, ertoe zijn gehouden een geschrift over te leggen dat uitgaat van de schuldenaar, terwijl een dergelijke vereiste niet bestaat in de bij de verord ...[+++]


Der vorlegende Richter befragt den Gerichtshof zur Vereinbarkeit von Artikel 28 von Abschnitt 2bis (« Besondere Regeln über die Geschäftsmietverträge ») von Buch III Titel VIII Kapitel II des Zivilgesetzbuches (nachstehend: Geschäftsmietgesetz) mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, dahin ausgelegt, dass diese Bestimmung nicht auf die Klage auf Zahlung der Entschädigung gemäß Artikel 3 § 2 Absatz 4 von Abschnitt 2 (« Besondere Regeln über die Mietverträge betreffend den Hauptwohnort des Mieters ») von Buch III Titel VIII Kapitel II des Zivilgesetzbuches (nachstehend: Wohnungsmietgesetz) Anwendung findet.

De verwijzende rechter stelt aan het Hof een vraag over de bestaanbaarheid van artikel 28 van afdeling 2bis (« Regels betreffende de handelshuur in het bijzonder ») van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, van het Burgerlijk Wetboek (hierna : de Handelshuurwet) met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in de interpretatie dat die bepaling niet van toepassing is op de rechtsvordering tot betaling van de vergoeding overeenkomstig artikel 3, § 2, vierde lid, van afdeling 2 (« Regels betreffende de huurovereenkomsten met betrekking tot de hoofdverblijfplaats van de huurder in het bijzonder »), van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, van het Burgerlijk Wetboek (h ...[+++]


Ebenso wie in den Rechtssachen, die zu dem Entscheid Nr. 168/2016 vom 22. Dezember 2016 geführt haben, befragt der vorlegende Richter den Gerichtshof zur Vereinbarkeit dieser Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 2 des Strafgesetzbuches, Artikel 15 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte und Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern sie dem nach dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 9. März 2014 befassten Richter dazu verpflichte, im Falle der Verurteilung eines im Wiederholungsfall Angeklagten zu einer Strafe der Entziehung der Erlaubnis zum Führen ein ...[+++]

Zoals hij heeft gedaan in de zaken die aanleiding hebben gegeven tot het arrest nr. 168/2016 van 22 december 2016, stelt de verwijzende rechter aan het Hof een vraag over de bestaanbaarheid van die bepaling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 2 van het Strafwetboek, met artikel 15 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre zij de rechter bij wie de zaak na de inwerkingtreding van de wet van 9 maart 2014 aanhangig is gemaakt, ertoe verplicht om, bij een veroordeling van een recidiverende beklaagde tot een straf van verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig, wegens een overtr ...[+++]


Der vorlegende Richter befragt den Gerichtshof zur Vereinbarkeit von Artikel 6 des Dekrets vom 27. November 1997 mit den Artikeln 10, 11 und 23 der Verfassung, insofern dadurch Wohnparkgebiete ganz einfach in Wohngebiete umgewandelt würden.

De verwijzende rechter stelt het Hof een vraag over de bestaanbaarheid van artikel 6 van het decreet van 27 november 1997 met de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet in zoverre het woonparkgebied zonder meer omzet in woongebied.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Aus der Begründung der Vorlageentscheidungen geht hervor, dass der vorlegende Richter den Gerichtshof bezüglich der Folgen der Überschreitung der Frist von sechs Monaten und vierzehn Tagen für die Eheschließung im Sinne von Artikel 165 § 3 Absatz 1 des Zivilgesetzbuches für die Behandlung der Beschwerde gegen die Verweigerungsentscheidung aufgrund von Artikel 167 letzter Absatz desselben Gesetzbuches und für die Behandlung des Antrags auf Verlängerung der Frist von sechs Monaten im Sinne von Artikel 165 § 3 Absatz 2 desselben Gesetzbuches, wenn die Eheschließung aufgrund von Artikel 167 Absatz 2 desselben Gesetzbuches aufgescho ...[+++]

Uit de motieven van de verwijzingsbeslissingen blijkt dat de verwijzende rechter het Hof ondervraagt over de gevolgen van het overschrijden van de termijn van zes maanden en veertien dagen voor het voltrekken van het huwelijk bedoeld in artikel 165, § 3, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek, voor de behandeling van het beroep dat tegen de beslissing tot weigering is ingesteld, krachtens artikel 167, laatste lid, van hetzelfde Wetboek, en voor de behandeling van het verzoek om een verlenging van de termijn van zes maanden bedoeld in artikel 165, § 3, tweede lid, van hetzelfde Wetboek wanneer de voltrekking van het huwelijk wordt uitgest ...[+++]


Auf der fraglichen Bestimmung beruht der Behandlungsunterschied, zu dem der vorlegende Richter den Gerichtshof befragt.

De in het geding zijnde bepaling ligt aan de oorsprong van het verschil in behandeling waarover de verwijzende rechter het Hof ondervraagt.


In einem ersten Teil befragt das vorlegende Rechtsprechungsorgan den Gerichtshof dazu, ob es den vorerwähnten Verfassungsbestimmungen entspreche, wenn man für Genehmigungen in Bezug auf unbewegliche Güter, die sich innerhalb eines Umkreises für städtische Flurbereinigung (nachstehend: USF) befänden, vom Sektorenplan, vom kommunalen Raumordnungsplan, von der kommunalen Städtebauordnung und dem Fluchtlinienplan abweichen könne, ohne die Bedingungen einhalten zu müssen, die insbesondere in den Artikeln 110 bis 114 des WGBRSEE vorgesehen seien.

In een eerste onderdeel vraagt het verwijzende rechtscollege het Hof of de mogelijkheid, voor vergunningen met betrekking tot onroerende goederen gelegen in een stedelijke verkavelingsomtrek (hierna : SVO), om af te wijken van het gewestplan, het gemeentelijk plan van aanleg, het gemeentelijk stedenbouwkundig reglement en het rooiplan, zonder te moeten voldoen aan de voorwaarden waarin met name de artikelen 110 tot 114 van het WWROSPE voorzien, in overeenstemming is met de voormelde grondwetsbepalingen.


Der vorlegende Richter befragt den Gerichtshof zur Vereinbarkeit der Artikel 2 Buchstaben c) bis e), 35 § 2, 49 und 57 des Gesetzes vom 31. Januar 2009 « über die Kontinuität der Unternehmen » mit den Artikeln 10, 11 und 23 der Verfassung.

De verwijzende rechter ondervraagt het Hof over de bestaanbaarheid met de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet, van de artikelen 2, c) tot e), 35, § 2, 49 en 57 van de wet van 31 januari 2009 « betreffende de continuïteit van de ondernemingen » (hierna WCO).


Das vorlegende Rechtsprechungsorgan befragt den Gerichtshof zu dem sich aus Absatz 1 dieser Bestimmung ergebenden Behandlungsunterschied zwischen den Steuerpflichtigen, die von den Regionen Prämien erhielten, die von der Gesellschaftssteuer befreit seien, und den Steuerpflichtigen, die von anderen Behörden, und insbesondere dem Föderalstaat, Prämien erhielten, die nicht von der Steuer befreit seien.

Het verwijzende rechtscollege stelt aan het Hof een vraag over het verschil in behandeling, dat uit het eerste lid van die bepaling voortvloeit, tussen de belastingplichtigen die vanwege de gewesten premies krijgen toegekend, die van de vennootschapsbelasting zijn vrijgesteld, en de belastingplichtigen die vanwege andere overheden, en in het bijzonder de federale Staat, premies krijgen toegekend, die niet zijn vrijgesteld.


Der vorlegende Richter befragt den Gerichtshof zur Vereinbarkeit von Artikel 342 § 3 des EStGB 1992 mit den Artikeln 10, 11 und 172 der Verfassung, insofern diese Bestimmung steuerpflichtige Mindestbeträge einführe und dem Steuerpflichtigen die Möglichkeit versage, den willkürlichen Charakter der von der Steuerverwaltung durchgeführten Veranlagung nachzuweisen, während die anderen Steuerpflichtigen, die von Amts wegen, aber nicht auf der Grundlage der genannten Mindestbeträge besteuert würden, über diese Möglichkeit verfügten.

De verwijzende rechter stelt aan het Hof een vraag over de bestaanbaarheid van artikel 342, § 3, van het WIB 1992 met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in zoverre die bepaling belastbare minima invoert en de belastingplichtige de mogelijkheid ontzegt om het willekeurige karakter van de door de belastingadministratie gevestigde aanslag aan te tonen, terwijl de andere belastingplichtigen die ambtshalve zijn belast, maar niet op grond van die minima, die mogelijkheid wel genieten.




Anderen hebben gezocht naar : befragter     vorlegendes gericht     befragt vorlegende     


datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'befragt vorlegende' ->

Date index: 2021-01-29
w